Indonesië – deel 3

7 september 2011

in Verhalen

We vervolgen onze reis en nog maar net buiten Yogya dient zich de volgende attractie aan: de hindoetempels van Prambanan, van een geheel andere orde dan de boeddhistische Borobudur. Dit tempelcomplex stamt uit de 9de eeuw en is rijk versierd met beeldhouwwerk. De 3 hoofdtempels zijn gewijd aan de belangrijkste hindoegoden, Shiva, Brahma en Vishnoe. Die elk ook een klein tempeltje hebben voor hun rijdier, alleen stier Nandi van Shiva valt nog te bewonderen, de zwaan Hansa van Brahma en de vogel Garuda van Vishnoe zijn niet meer.

Ook dit prachtige complex staat op de Werelderfgoedlijst. Helaas hebben ook hier aardbevingen en vulkaan uitbarstingen hun werk gedaan en ligt er nog veel in puin.

Markthal in Solo

In Solo (Soerakarta) nemen we een kijkje in de markthal, geen nee te koop, magere hanen en kippen met kop eraan liggen met de poten gestrekt uitgestald, vissen die je glazig aankijken, kruiden, fruit en groenten, en stalletjes waar exotische gerechten worden bereid, kortom een kleurrijk gebeuren. Buiten voor de hal staan tientallen becaks om handel te vervoeren. Nog maar net buiten de stad richting Malang hebben we een verplichte stop… lekke band. Chauffeur en bijrijder trekken hun mooie batik shirts uit om de band te verwisselen. Komt ons niet ongelegen, kunnen wij mooi foto’s maken van mensen die op de rijstvelden werken, een mooi oud vrouwtje die kaarsrecht met een mand op haar hoofd langs komt, en een handelaar met hanen in rieten manden, hoewel hanengevechten officieel zijn verboden zijn, is er nog een levendige handel in hanen.

 

Ons hotel in Malang is een prachtig koloniaal pand, voor de deur staat een mooie oude Mercedes en een Javaan in tropenpak, wat het plaatje compleet maakt. ’s Avonds op mijn kamer zie ik dat er tjik-tjaks – soort hagedis – op de muur zitten, als ik m’n camera pak voor een foto zijn ze verdwenen, ik ga er vanuit dat ze me niet lusten…

Op het plafond zie ik een pijltje, zag ik ook al eens in een la, en dan bedenk ik dat dit voor de moslims is en hun de richting Mekka aanwijzen.

Indo Bromo

Het wordt een kort nachtje, om 01.00 uur worden de liefhebbers voor een bezoek aan de Bromo vulkaan naar het Tenggergebergte gebracht, waar jeeps ons naar het hoogste punt op de berg Pananjakan (2770m) brengen, voor de zonsopkomst. Als we uitstappen denken we dat het onweert, maar het blijkt dat de Bromo staat te brullen. De gids vertelt dat de vulkaan erg actief is, en dat bewoners van de dorpen op de hellingen geëvacueerd zijn. En het helaas niet mogelijk is om naar de kraterrand van de Bromo te gaan, normaal is het mogelijk om lopend of te paard de lavazandvlakte oversteken en kom je via een trap met 249 treden op de kraterrand van de Bromo. Het is er koud een paar graden boven nul en het miezert en van een mooie zonsopkomst is geen sprake. Maar de Bromo heeft het goed met ons voor, plotseling braakt hij een enorme aswolk uit, de dag (5.30) nog maar net begonnen kan al niet meer stuk… fascinerend! Om 9.00 uur zijn we terug in ons hotel en kunnen we een paar uurtjes slapen voor we een tour door Malang maken. Voor de verandering bezoeken we een Chinese tempel, gewijd aan 3 Chinese religies, het boeddhisme, taoïsme en confucianisme. Het hemelwater komt inmiddels met bakken naar beneden en zijn we dus mooi onder de pannen. We lunchen in een koloniale villa tot hotel omgevormd, waar we een rondleiding krijgen door de meest sprookjesachtige kamers, voor enkelen betaal je € 1000,– per nacht…

 

Via de noordkust met veel mangrove bossen en langs teakplantages komen we in Ketapang aan de oostkust. Op een haveloze boot met vooral veel horloge verkopers maken we de oversteek – ca. 45 min. – naar Bali. Bali is ongeveer zo groot als de provincie Gelderland en in tegenstelling tot Java hangt de bevolking het hindoeïsme aan, een bijzondere vorm verweven met animisme en voorouderverering. Elke dag worden er offers van kunstig opgemaakte mandjes met bloemen en rijst e.d. – zag ook eentje met een blikje cola – bij tempels of bij het huis altaar neergelegd. Ook op straat en op rijstvelden worden kleine offers gelegd om vooral de kwade geesten gunstig te stemmen.

Indo Bratan tempel

In busjes racend – hopelijk hebben de geesten het goed met ons voor – langs de noordkant van het eiland komen we meteen al in aanraking met de vele festivals die het hindoeïsme rijk is, hun kalender telt meer feestdagen dan werkdagen. In witte kleding en met prachtige hoofddeksels zijn mensen met offergaven op weg naar de tempel. Langs de kant van de weg staan praalwagens met angstaanjagende beelden, het is allemaal even kleurrijk. Via een mooie route komen we langs het kratermeer van Bratan met daarin tempeltjes, drinken op een hooggelegen punt koffie maar gaat vanwege regen het uitzicht helaas in nevel gehuld.

 

Indo masker barongdans

We verblijven een paar nachten in het kunstenaarsdorp Ubud op midden Bali. Maken een prachtige wandeling door de rijstvelden, bezoeken een houtsnijwerk atelier, gaan naar een voorstelling van de barongdans – over witte en zwarte magie – begeleid door een gamelanorkest. De barong is een mytisch dier – gevormd door 2 mannen in één pak – die in strijd zijn met heks Rangda, waarbij de barong geholpen wordt door mannen met krissen, Rangda brengt de mannen in trance waarbij ze zichzelf met de krissen – soort dolk – verwonden, maar de witte magie van de barong redt hun.

 

’s Nachts barst er een hevig onweer los en alsof dat nog niet genoeg is, word ik wakker omdat het hele hotel op z’n grondvesten staat te schudden, alles kraakt en rammelt…

Een aardbeving… ik kleed me aan en wacht af… hoor mensen naar buiten gaan… maar omdat het rustig blijft duik ik weer in bed…

’s Morgens bij het ontbijt neemt de aardbeving ons zo in beslag, dat we de apen niet zien en we ons rotschrikken als bij een tafelgenoot een aap op haar rug springt en brood uit haar bord grist. Omdat je alleen maar onder een overkapping zit komen er altijd wel katten op bezoek, maar apen… ’s Morgensvroeg ook nog maar even naar een voorstelling van de ketjakdans. We mogen achter de schermen kijken hoe zowel mannen als vrouwen zichzelf opverven en de (zware) kostuums aantrekken. Het geluid van tjak tjak wat de mannen constant voortbrengen vormen het ritme, en zo de naam ketjakdans ontstond. Van oorsprong een trance dans om de demonen uit te drijven.

We rijden naar zuidwestkust voor de prachtig gelegen Pura Tanah Lot, de tempel ligt op een rots en is bij vloed omgeven door de zee. Via Denpasar – de hoofdstad – rijden we naar Sanur, waar we nog een paar dagen heerlijk onder de palmbomen aan het strand kunnen bijkomen van de vele indrukken.

Eenmaal in ons hotel horen we van de aardbeving in Japan, samen met een reisgenoot krijgen we te horen om onze koffers niet uit te pakken omdat er tsunami gevaar dreigt voor Indonesië… wij zitten op de 2de verdieping, de rest zit hoger en veiliger…

De tsunami waarschuwing wordt een paar uur later ingetrokken en kunnen we op verkenning en opzoek naar een restaurantje.

Midden in de nacht word ik wakker… weer kraakt het hotel… weer een aardbeving…

Al maanden rommelt het flink in het binnenste van moeder aarde, hopelijk gooit niet een of andere vulkaan weer roet in het eten, want op de planning staat Marokko…

Een greep uit 3 weken Java en Bali, een geweldige ervaring…
Mariet Swart