Column: Maarten van Roozendaal

12 maart 2014

in Verhalen

 Maarten van Roozendaal, 1962 – 2013

Je hebt ze in soorten: wetenschappers, politici, dominees en caberetiers, met luisterrijke namen als Van Rossum, King, Luther, Tromp en … Van Roozendaal. Over deze Maarten wil ik iets schrijvin in de week van de poëzie die achter ons ligt.
Maarten van Roozendaal is een laatbloeier, een sing-song writer met een zeer eigen geluid. Hij overleed vorig jaar aan KANKER, zijn voordien verschenen boek + CD heet dan ook ‘Maarten van Roozendaal, DE GEMENE DELER’, Amsterdam, 2012.

De inhoud van zijn verzen, liederen, songs, poëzie en cabaret-teksten laten zich lezen als een ‘rite de passage’ een tussenstap tussen geboorte en dood. De landelijke pers is unaniem lovend en prijst zijn werk als een ‘ongeëvenaard niveau’(NRC). Volgens Trouw is het ‘zijn eigenzinnigheid, zijn vileine sarcasme en zijn bandeloze poëzie’.

Hij zou zich kunnen verwonderen om de techniek in de wereld met als vraag hoe daarin te overleven, zoals Umberto Eco dat beschrijft in ‘de Slinger van foucault’, Amsterdam, 1989: ‘Ze zouden op me af zijn gekomen, aangezet door de Heren van de Wereld die hen in het leven geroepen hadden om te kunnen spreken over de vergissing van de schepping, nutteloze toestellen, afgoden van de bazen van het lege universum – hoe zou ik zonder te wankelen stand kunnen houden?’ .

Zijn lied ‘Plechtigheid’ zoals hieronder staat afgedrukt maakt duidelijk hoe Maarten van Roozendaal in het leven stond:

natuurlijk wordt er ook gelachen
en er wordt je lof gesproken
met alle liefde
zoveel veren in je dode reet gestoken
dit heet dan wel een plechtigheid
maar het is volkomen in jouw geest
nu gaan de deuren open
en ik denk, kom op, het is nu wel mooi geweest

kom nu maar weer terug, mijn vriend,
alsof het niet is gebeurd
er is genoeg getreurd
ik mis je stem, ik mis je geur
en onze vriendschap nog het meest
kom nu maar weer terug, mijn vriend
het is nu wel mooi geweest

zo groot als de liefde
zo zwaar is de straf
als ik me straks weer omdraai
en ik laat jou achter in je graf
wat is nou toch in godsnaam de bedoeling
dit is zo wreed, zo wezensvreemd
of blijkt het leven juist een les te zijn
in hoe je afscheid neemt

kom toch maar weer terug, mijn vriend
alsof het niet is gebeurd
er is genoeg getreurd
ik mis je stem, ik mis je geur
je tegenwoordigheid van geest
kom nu maar weer terug, mijn vriend
het is nu wel mooi geweest

dit is dus blijkbaar de bedoeling
het blijft mij wezensvreemd
als het leven slechts een les is
in hoe je afscheid neemt.

MJvanSt