Hoe was dat toen ook al weer in Heeg (6)

18 mei 2015

in Heech yn't ferline

Het ging na de bevrijding van de Duitsers, een stuk beter met de winkel van B. de Jong in Heeg. De Jong was in het begin van de bezetting door de Duitsers getrouwd en met de nieuwe winkel gestart. Er waren al problemen met de verbouw van de winkel door gebrek aan cement en hout en daar kwam nog bij Botte was Nederlands militair geweest. En daardoor moest hij zich melden bij de Duitsers, wat hij niet deed, met als gevolg zich niet altijd veilig voelen. Hij was ook genoodzaakt een schuilplaats te creëren om bij nood, als er Duitsers kwamen, net als leeftijdgenoten snel weg te kruipen, vertelde mij zijn zoon J. de Jong. Door de bezetting werd het ook steeds moeilijker de winkel te bevoorraden, terwijl er wel vraag was. Maar dat ging na de bevrijding langzaam steeds beter.

Er kwam ook wat recreatie op gang in Heeg. In de gebouwen van Matleender op het Eilân, kwam een Jeugdherberg waar veel jongeren naar toe kwamen. Deze gasten kwamen op de fiets via de Boterhoek naar de Nieuwewal, en werden daar door de beheerder van de Overhaal over het Vliet gevaren, en volgden dan hun weg over de polderdijk naar de Jeugdherberg.

De palinghandel vanuit Heeg was in 1943 niet meer wat het was geweest. Het was aan het afbouwen, de ondernemers bejaard en geen opvolgers. De drooghokken van de Vissers op het Êilân waren overbodig. Dat bracht drie jongemannen R. Foekema en de timmerlieden Gerrit & Lammert Gerritsma op een idee. Zij waren liefhebbers van zeilen met hun boot, en dachten in die drooghokken zouden we in onze vrije tijd zeilboten kunnen bouwen.
In deze hokken hield B. Westra een van zijn auto’s verborgen voor de Duitsers.
De jonge ondernemers zagen kans de hokken te huren, en bouwden in hun vrijetijd daar aan de grote nieuwe BM-er. Dit werd een succes, er kwam vraag naar, waardoor de Gerritsma’s werk hadden in eigenbedrijf. Er kwamen ook zeilboten en bootjes te huur waaronder een kleine BM-er met de naam Wriemelaar en een schouw met de naam Margriet. Met een zeil over de giek kon er in die bootjes gekampeerd worden, de gasten werden niet verwend.
Maar er werd op de walkant ook gewerkt aan een mast met daar aan een giek en een lier, waarmee de boten in en uit het water getild werden.
Ik herinner me dat wij als 14 jarigen met z’n drieën op een middag met de Wriemelaar gezeild hebben, een tochtje naar Woudsend. We hebben toen heel wat water moeten scheppen, want het bootje was in de drooghokken, uitgedroogd en lekte boven de waterlijn. Dit was zo ongeveer het begin van wat een mooi bedrijf werd, waar men later met personeel van polyester de Randmeer bouwde, en waar Gerrit en zoon Gerke veel succes mee hadden. Later is het bedrijf verplaatst naar het bedrijventerrein met een eigen haven voor ligplaatsen en verhuur van boten.

Het ging geleidelijk wat beter met de werkgelegenheid in Heeg, de animo voor de volkstuintjes liep terug, waardoor er veel ongebruikte percelen waren. Omdat er behoefte was aan een voetbalterrein, kwam er door bemiddeling tot stand, dat er drie vierde heeg-1van het terrein ingericht kon worden tot voetbalterrein.
Loswerkman Wybren Jorritsma heeft toen het terrein geëgaliseerd en gedraineerd, waarop zijn kleinzonen Wybren en Harmen later konden voetballen.

Foto 1954 op het nieuwe terrein, Tie van Berkum, Klaas Attema, Age Osinga, Marten Vlas, Sjirk Zijlstra, Hessel Zijlstra, Anne Feenstra, Piet Rudolphi, Jacob de Jong, Hylke Douma en Anne Speerstra

 

Door onkunde werd het terrein een keer misbruikt door er een paarden sportdag op te organiseren.
En er werd met een dorpsfeest een grote tent op geplaatst voor een optreden van Tetman de Vries, dat was één keer en nooit weer.heeg-3

Foto 1961, Kees de Jong, Minne Bergstra, Wybren Jorristma, Ultsje Lemstra, Pier Vellinga, Herman Hettinga, Jan vd Schoot, Hayje Bergstra, Henk de Boer

Roel van Netten die voor de Palinghandelaren Visser van Heeg in Londen gewerkt had, en daar het stadsleven een beetje had leren kennen, en ook de taal wat sprak, raakte toen het minder werd met de palinghandel zijn baan kwijt. Maar Roel was een ondernemend man. Hij kocht omstreeks 1938 een auto, om daarmee taxie vervoer te beginnen, mogelijk heeft hij zijn oude werkgevers vervoerd. Hij liet gelijk ook een benzinepomp voor zijn rijtjeswoning plaatsen aan de Schatting. Maar door de recessie van toen, en later de bezetting van de Duitsers, kreeg hij niet veel klanten, en was hij genoodzaakt ook fietsen te repareren in een schuur bij timmerman Vellinga aan de Schatting. Roel had een huishoudster die wel contact had met Duitse militairen. Daar werd ze na de bevrijding voor gestraft, zij werd door het volksgericht kaal geschoren. Daar was ze niet erg door geraakt, met een hoofddoek om ging ze de volgende dag weer naar de winkel.

Met de melkstaking tijdens de bezetting deed Roel volop mee, maar toen er ingegrepen werd door de marechaussee kreeg Roel de volle heeg-2laag met de wapenstok. Maar Roel zijn ondernemersdrift was niet geschaad. Toen na de bevrijding de recreatie opgang kwam, en de Gerritsma’s succes hadden, zag Roel kans de woning Siet U Sefls op het Eilân, van de familie van zijn vorige werkgever te kopen. Hij had plannen om daar een restaurant van te maken. Toen hij met het inrichten daarvan wat vordering had gemaakt, kwamen wij als jonge mannen een biertje bij hem drinken. Wij zagen er van op welk een mooi schilder en houtsnijwerk daar in die woning was. Maar een echt restaurant is het nooit geworden, daarvoor was het niet makkelijk bereikbaar.
Het werd uiteindelijk verhuurd als zomerhuis met een zeilboot. Maar Roel had ook geluk, toen hij 65 jaar werd kreeg hij AOW waar hij nooit veel voor betaald had.
F.K