De Veer van Jan Wobma

5 november 2016

in De Veer

veerMijn naam is Jan Wobma en ik ben al meer dan 50 jaar getrouwd met Tilly Fokkinga. Wij hebben 3 kinderen en 8 kleinkinderen. In de memorabele Simmer 2000 verhuisden wij van Zeewolde naar Heeg. Toen nog aan de rand. In de loop van de jaren is er een heel mooie nieuwe wijk bijgebouwd. In de beginjaren kregen wij nogal eens de vraag wáár we wonen. Bij de eerste ontmoeting met Tineke Zuurveen zei ze:”Ik weet het, jullie wonen in het huis van Nowee.” Op mijn ontkennende reactie keek ze me eerst vreemd aan. Maar dat veranderde toen ik opmerkte dat we in ons eigen huis wonen.

Het voorgeslacht van mij komt uit Sneek; zelf ben ik als oudste van 9 kinderen, geboren in Bears. Dit dorp is vooral bekend om de stalen constructie van de Uniastate en de paarden van Wiepke van de Lageweg. In de oorlogsperiode kregen mijn ouders 5 kinderen, waaronder een tweeling. Toen het huis, zonder hedendaagse voorzieningen, te klein werd, verhuisden we naar Leeuwarden. Daar kwamen nog 2 zusjes en een broertje er bij. Wij volgden onderwijs op de Koningin Wilhelminaschool aan de Fonteinstraat. Na een jaar of tien verhuisden we naar de stad Groningen. Hier heb ik de laatste 2 jaar van de MULO gedaan. Na het behalen van het diploma begon mijn werkzaam leven bij de gemeente Groningen. Dat werk werd voor 2 jaar onderbroken door het vervullen van de militaire dienstplicht. Ik heb vele jaren in de avonduren gestudeerd om mijn positie bij de gemeentelijke overheid te verbeteren. Deze studies liggen, kort samengevat, op het terrein van bestuursrecht. Na Groningen heb ik, in verschillende functies, gewerkt bij de gemeenten Woudenberg, Huizen, Emmen en Hilversum.

In Hilversum had ik als hoofd van de afdeling algemene en kabinetszaken onder andere te maken met openbare orde en veiligheid en dus met brandweer en politie. Bij de samenvoeging van Rijks- en gemeentepolitie ontstonden 25 politieregio’s. De politieregio Gooi en Vechstreek was er één van. Om de politie bij de vormgeving van het nieuwe korps te ondersteunen kreeg ik een werkplek in het politiebureau van Hilversum. Daar heb ik gewerkt tot mijn afscheid. Naast rechterhand van de korpsbeheerder was ik secretaris van het regionaal college (van burgemeesters) en had ook het secretariaat van het driehoeksoverleg (korpsbeheerder, korpschef en hoofdofficier van justitie). Landelijk heb ik meegewerkt aan een klachtenregeling voor de politie. Zelf maakte ik ook deel uit van een klachtencommissie.

Bij mijn afscheid – na 40 dienstjaren – werd ik verrast met een ridderorde. Het vrijwilligerswerk vormde hiervoor de voornaamste basis. Zo deed ik vrijwilligerswerk in zowel kerkelijke gemeenten als daarbuiten. In de Huizense periode was ik voorzitter van de diaconie en van de stichting Kerk en samenleving in Noord-Holland, lid van een medezeggenschapsraad en lid van verschillende schoolbesturen. In Heeg zette ik het vrijwilligerswerk voort. Hier was ik vier jaar voorzitter van de werkgroep kerk-in-actie en zes jaar voorzitter van de kerkenraad.

Hoogtepunten uit deze periode waren de benoeming van ds. Emke Jelmer en van pastor Ellen Groeneveld en de vorming van een protestantse gemeente te Heeg. Al ongeveer 12 jaar maak ik, samen met Willem Santema en Hylke Schrale deel uit van de tsjerkepaadcommissie.

In de plaatsen buiten onze provincie is de binding met Friesland altijd blijven bestaan. In de jaren dat we in Huizen woonden was ik lid van de Fryske bûn om utens “It pompeblêd”. De feestelijke avonden waren in ’t Spant in Bussum.

Dan moet ik iets zeggen over mijn hobby’s. In de eerste plaats is dat fietsen. Ik fietste dagelijks vanuit Huizen (en later vanuit Zeewolde) naar mijn werk in Hilversum. Nu stap ik hier met enige regelmaat op de fiets. Folkert Boersma zei eens, in de tijd dat hij naar zijn werk in Sneek ging,: “Do kinst dyn eachen net iepen dwaan of do sjuchst Jan ryden”. Ook schaatsen op natuurijs vind ik heerlijk. Helaas is het er de laatste twee jaar niet van gekomen.

Een jaarlijks uitstapje was tot voor kort een wadlooptocht. Ik ging al het wad op van het allereerste begin, toen er nog geen communicatiemiddelen waren of meegingen. Een dochter, mijn zoon, schoondochter en kleinzoons heb ik allemaal mee laten genieten van deze tochten.

Een ander hobby is lezen. Omdat ik inmiddels een teveel aan Engelse, Nederlandse en Friese boeken heb ben ik een handeltje begonnen bij “Boekwinkeltjes.nl”. Ook breng ik af en toe wat boeken bij Sietske Bakker, omdat de opbrengst van de boeken die zij verkoopt voor een goed doel is.

Het lezen van Engelse boeken heeft tweerlei doel. In de eerste plaats omdat het ontspannend is en ten tweede om het Engels bij te houden voor de communicatie met familie in het buitenland. De meeste familie woont in Canada, waaronder mijn broer. Voordat ik aan het lezen van Engelstalige boek begon heb ik eerst taallessen gevolgd, waaronder “Camebridge” gedaan. Weer een andere hobby is piano spelen. Ik ben er pas op latere leeftijd mee begonnen. Ik volg lessen bij Andrea Seidel in IJlst. Iets wat ook  eel leuk is om te doen, is het volgen van cursussen bij de Seniorenacademie c.q. HOVO. Dit staat voor Hoger Onderwijs voor Ouderen. Dit kan in Groningen en Leeuwarden. In de loop van de jaren heb ik de volgende cursussen gevolgd: Engelse literatuur, geschiedenis, oosterse filosofie, en de Europese geopolitiek. Mijn interesse voor deze laatstgenoemde cursus was ontstaan na het bijwonen van een zitting van het Europese parlement in Straatsburg en een gedachtewisseling met enkele lobbyisten in Brussel. Mocht iemand die dit leest geïnteresseerd zijn in het aanbod van de HOVO dan kan ik daar de nodige informatie over verschaffen.

De Veer geef ik met genoegen door aan onze overbuurvrouw Aletta Haarsma.