Friese Dorpentop / Fryske Doarpetop

24 december 2016

in Overig nieuws

Zaterdag 5 november werd de eerste Friese Dorpentop gehouden in het WTC in Leeuwarden. Zo’n burgertop staat ook wel bekend als een G1000. Het idee is dat iedereen kan meepraten en samen bepaalt wat belangrijk is. Onafhankelijk en dus niet verbonden aan een politieke partij.

Het idee komt uit België. Daar hebben Belgische burgers in 2011 het initiatief genomen om 1000 Belgen bij elkaar te brengen om over de toekomst van België te praten. Vanaf 2013 zijn in Nederland G1000’s gehouden, onder andere in Groningen, de gemeente Borne en Amsterdam. Dit was de eerste G1000 voor een hele provincie. Ruim 10.000 mensen uit 22 Friese gemeenten waren ingeloot en hadden een uitnodiging gekregen om mee te komen praten. Het ideaal is natuurlijk 1000 mensen maar meestal komen de eerste keer een paar honderd mensen.

Omdat ik denk dat we nieuwe vormen van democratie nodig hebben en vooral heel benieuwd was had ik me opgegeven als tafelsecretaris (gespreksbegeleider). Om 10 uur zat de zaal vol met 480 mensen die uiteindelijk ook waren gekomen. Zo’n 80% burgers en daarnaast politici, werkgevers en ambtenaren. Allemaal aan tafels met 4 mensen. Mensen die samen waren gekomen zaten toen nog bij elkaar maar dat duurde niet lang. Tijdens iedere ronde moest je wisselen van tafel. En vooral met zoveel mogelijk mensen praten die je niet kent en uit andere hoeken van de provincie komen. Dat was voor sommige mensen wel even wennen.
Er was geen agenda met onderwerpen die aan bod moesten komen, behalve dat de focus op het Friese platteland lag. Wat vind je belangrijk? Wat moet er gebeuren en hoe kunnen we dat doen? Daarom waren alleen mensen uit de dorpen uitgenodigd en niet uit Sneek, Leeuwarden, Drachten en Heerenveen. Ook was het geen debat of discussie maar vooral een dialoog. Het ging niet om wie gelijk heeft.

’s Ochtends bepaalden we welke thema’s we het belangrijkst vonden. In 3 rondes praatten we over wat wij belangrijk vinden voor het Friese platteland en de dorpen. Na iedere ronde stuurde iedereen een woord op via de smartphone en zo werd bepaald met welke thema’s we ’s middags aan de slag gingen.

’s Middags gingen we in groepen van 9 aan de slag (8 mensen + 1 tafelsecretaris die het gesprek een beetje begeleidde en meteen een presentatie maakte). Eerst dromen: wat is onze droom over dit thema? In mijn groep hadden we het over leefbaarheid. Al snel bleek dat het ene dorp het andere niet is en onze ideeën over leefbaarheid best wel kunnen verschillen. Moet er per se een bus zijn, een school en wil je een burgerwacht-app? De droom van de één is de nachtmerrie van de ander… We kwamen er dus op uit dat we niet voor alle dorpen kunnen bepalen wat leefbaarheid is maar dat ze dit zelf moeten doen. Zo kwamen we op het idee dat ieder dorp samen zijn eigen dorpsvisie moet kunnen bepalen en uitvoeren. Dus dat de inwoners dit samen bepalen en iedereen mag meepraten en meebeslissen en vervolgens samen uitvoeren. Niet iedereen was daar meteen voor, want moet plaatselijk belang dat niet doen en moeten mensen dan niet onderwerpen voorbereiden? Tot iemand opmerkte ‘wat we dan vandaag zitten te doen, dat werkt toch ook?’. O ja. Als wij het kunnen, kunnen anderen dat natuurlijk ook.

Vervolgens aan de slag met het doen: als dit de droom is hoe gaan we dit dan doen? In 1 uur een plan maken met 9 mensen en ook nog een fatsoenlijke presentatie was best hard werken. Om stipt half vier waren 56 voorstellen af en ruimden we met bijna 500 man in 3 minuten de zaal leeg. En toen dus rondlopen, de andere presentaties bekijken en stemmen op wat je de beste voorstellen vond. Je mocht 4 stemmen verdelen, behalve op je eigen idee.

Wat vooral opviel was de overlap en herkenning. Heel veel ging over verbinding, ‘mienskip’, leefbaarheid en duurzaamheid. Er samen iets van willen maken, niet alleen maar wijzen naar anderen maar ook zelf verantwoordelijkheid nemen en iets gaan doen. Ook de rol van politiek en overheid werd veel genoemd. Dat die belangrijk is maar ook moet veranderen. Minder bepalen voor mensen maar burgers helpen om dingen te realiseren.

Uiteindelijk bleven 7 plannen over die de meeste stemmen hadden. Het idee is om die plannen ook te gaan uitvoeren en wie wilde kon zich meteen opgeven om dit uit te gaan werken. 26 november is dan het vervolg. Of dit allemaal gaat lukken weet ik niet en misschien is dat ook niet het belangrijkste. Misschien wel belangrijker zijn de ontmoetingen, de verbindingen die zijn gelegd en veel mensen die met positieve energie en nieuwe ideeën weer terug naar hun eigen dorp zijn gegaan.

Zelf vond ik het bijzonder om te zien hoeveel energie en mooie ideeën er waren. Ik heb mensen ontmoet van Terschelling tot Jorwert, ambtenaren van de gemeente Leeuwarden, een raadslid uit Súdwest Fryslân, ondernemers maar ook een mevrouw van 80 met een rollator en ‘Wald-pyken’ in leren jasjes. Natuurlijk waren ouderen en degenen die je snel tegenkomt bij plaatselijk belang wat oververtegenwoordigd. Toch waren er best veel mensen die een uitnodiging hadden gekregen en besloten hadden om te komen, ook al waren ze wat sceptisch. “Want ik vind het niks hoe het nu gaat” of “ik mopper vaak en dan moet je ook wat doen als je de kans krijgt.” De enige mensen die wat teleurgesteld waren, waren sommige mensen die waren gekomen met 1 punt wat ze per se op de agenda wilden hebben. En dat lukt dus niet als de rest dat niet belangrijk vindt. Maar dat is wat ik mooi vond van dit proces: dat je in gesprek met elkaar samen bepaalt wat belangrijk is en hoe je daar handen en voeten aan kunt geven.

Al met al was het een dag die volgens mij inderdaad een begin is van iets nieuws. Het zou mij niks verbazen als de komende tijd overal in Friesland mini-g1000’s georganiseerd gaan worden. Want 500 mensen hebben op 5 november ervaren dat we zelf meer weten en kunnen dan we misschien wel dachten.

Meer informatie over de Friese Dorpentop en het vervolg is te vinden op: http://www.friesedorpentop.frl/ en http://www.doarpswurk.frl/.

Maartje van der Weide