Eerst even een klein bridgelesje en daarna een fantastische puzzel.
Bij bridge spelen twee paren tegen elkaar. Het ene paar zit NZ het andere OW.
Bij bridgen moet je om beurten delen. De deler ook wel gever genoemd, doet het eerste bod. Uiteindelijk wordt de kleur die als laatste geboden is gespeeld door het paar dat dit bod heeft gedaan. Wie van dat paar moet het dan spelen? Degene van het paar die deze kleur als eerste genoemd heeft speelt het spel. Hij wordt de leider genoemd.
Nog even de term “kleur”. Bij kaarten heb je vier kleuren: klaveren, ruiten, harten en schoppen. Ook al lijken ze alleen maar rood en zwart.
Na het spelen doen we de kaarten in een soort van enveloppe met vier vakjes; zodat 2×5 andere paren deze zelfde kaarten ook te spelen krijgen. Dit maakt het uitzoeken wie de beste is een stuk eenvoudiger.
Na het bieden komt degene die links van de speler (leider) zit uit met een kaart. Vervolgens komen alle kaarten van de volgende open op tafel te liggen. De persoon met de kaart op tafel moet nu precies bijgooien wat de leider aangeeft. Hij wordt de dummy genoemd.
Nu de puzzel. Zuid is de leider. Het bod is 7 Sans. (Sans betekent: zonder troef)
Bij 7 Sans moet je alle 13 slagen maken. Je mag dus niets missen.
West komt uit met klaver 10. Er komt klaver 2 van noord bij. Zuid moet de klaver A gooien. Je moet altijd kleur bekennen.
Als je geen kleur kunt bekennen mag je een andere kleur of troef bijgooien.
Degene die de hoogste kaart gooit maakt de slag.
Hij moet ook weer uitkomen.
En nu maar puzzelen.
Dit is de einduitslag ven de eerste speelronde van zes speelavonden.
Paar Aukje/Franck en paar Aagje/Lies promoveren.
Paar Barbera/Froukje en paar Henk/Wil degraderen.
Hessel Huismans