Bridgeclub Heeg

6 maart 2018

in Bridgeclub Heeg

J U D I T H  E N  J U L I U S

Tijd en ruimte zijn ons gegeven – niet ons eigendom, alleen al omdat we sterfelijk zijn – en vanuit ons waarnemen kunnen we hierin geen grenzen aangeven. Echter met name in sport en spel onttrekken we ons hieraan door juist wel grenzen te trekken zonder dat er de sluier van welke noodzakelijkheid dan ook overheen hangt. Er is een beginsignaal en een eindsignaal of een startlijn en een finishlijn. We ontwerpen een eigen kleine werkelijkheid badend in de grote alomvattende werkelijkheid.

Zo ook met bridge. 30 minuten na het beginsignaal klinkt het eindsignaal en wordt iedere “tafel” geacht het vierde spel (nagenoeg) gespeeld te hebben. Dit herhaalt zich per divisie of lijn van 10 paren op een avond vijf keer – zes ronden – waarmee we komen op een aantal van 24 spellen met zes spelsets aan vijf tafels. Ieder paar krijgt alle 24 spellen in handen, hetzij als Noord-Zuid, hetzij als Oost-West. De uitslag wordt bepaald door de N-Z paren en de O-W paren onderling met elkaar te vergelijken. Met 10 paren en 6 spelsets spelen alle paren echter niet tegen elkaar en “zit” er per ronde één spelset “stil”. Dit wordt rechtgetrokken in de volgende zittingen (spelavonden) en na zes zittingen  hebben alle paren vier maal tegen elkaar gespeeld en wordt er een  einduitslag  vastgesteld met daaraan gekoppeld promotie en degradatie tussen A-lijn en B-lijn. Een bridgeseizoen telt drie clusters van zes zittingen.

In bridge gaat het erom een bridge – een brug – samen met je partner te slaan. En wel een zo hoog mogelijke brug om eventueel wassend water het hoofd te bieden. Echter ter plekke willen je tegenspelers – hoe verzinnen ze het – ook een zo hoog mogelijke brug  slaan. Zo zitten we behoorlijk in elkanders vaarwater. Het paar dat uiteindelijk de hoogste brug slaat mag proberen  de overkant te halen. Is de brug, al of niet onvoorzien, te hoog dan bestaat er een gerede kans dat deze onderweg  naar de overkant in elkaar zakt. Het tegenspelend paar verleent hierbij alle medewerking, ja zet zelfs alle zeilen bij om de overspanning te ondermijnen. Zo is bridge een zaak van bouwen en slopen. Gelukkig voor Sybout in de bovenkamer. Het meubilair en andere attributen worden (nog) gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Is de overkant, ondanks de sloopkracht van het tegenspelend paar bereikt dan ben je er nog niet al denk je eerst van wel. Mogelijk is of wordt er ter plekke een nog hogere brug met goed gevolg gebouwd door een ander paar en vis je nog achter het net, waarbij ons tegenspelend paar wel vaart. Omgekeerd komt natuurlijk ook voor. En bijwijlen is het zaak een zeer riskante hogere brug te slaan dan een solide lijkende brug van het tegenspelend paar, omdat een eigen ingestorte brug zowaar mogelijk meer oplevert dan een geslaagde brug van het tegenspelend paar. Dit alles maakt bridge tot een boeiend spel.

Het duurt doorgaans nooit zo lang of Judith en Julius komen bij je langs. Soms gezamenlijk, doorgaans apart. Hebben ze wat met elkaar? Geenszins, behoudens de eerste twee letters van hun naam. Goede bruggenbouwers? Ja, vaak kun je ze goed gebruiken. Ze zijn dan ook afkomstig uit de grote alomvattende werkelijkheid uit een ver verleden waar ze hun ‘sporen’ hebben verdiend. Echter niet als bruggenbouwers. Julius (Caesar) als veldheer in en dictator van het Romeinse Rijk en Judith, symbool van meedogenloze vastberadenheid, als redster van Israël. Nou, die meedogenloze vastberadenheid kunnen we ook wel toeschrijven aan Julius waarmee ze toch meer gemeen hebben dan je op het eerste gezicht zou zeggen. U begrijpt: Judith slaat op Harten Vrouw, Julius op Ruiten Koning. Het zou wat teweeg brengen als ze uit de kaart komen, maar daar hoeven we niet bang voor te zijn, dunkt me. En zo komen nog 3 gerenommeerde vrouwen en 7 gerenommeerde mannen langs ieder met hun eigen (krijgshaftige) geschiedenis.

En zo gaat er heel wat om op zo’n bridge-avond. Je belandt van het ene tafereel in het andere, die zich ook tegelijk kunnen afspelen, in een bijzonder gezellige sfeer. Deze sfeer is een eerste vereiste om te kunnen bouwen en slopen, waarbij Judith en Julius tig keer over de tafel gaan. Ze moesten eens weten. Interesse gewekt? “Kom oer de brêge om te brêgjen!”

Maurits Flapper