Even Dag Zeggen

16 mei 2018

in Verhalen

“Ben jij nog niet weg?”, is de zin waarmee verschillende dorpsgenoten mij de laatste weken begroetten. Mensen toch! Wij gaan toch niet zomaar weg -zonder dag te zeggen! Bij dezen geef ik mezelf de veer. Een dikke porseleinen periode – ruim twintig jaar- hebben we in Heeg aan ’t Sypke gewoond. Begin jaren ’90 kwam ik hier voor het eerst. Maarten woonde aan de Skatting 25, tussen Popke en Agnes en François en Petra, en in de weekenden waren we hier soms samen. Eind december 1995 – Sterre was al ruim anderhalf jaar oud, Jutte op komst- kochten wij het huis aan ’t Sypke van Piet en Gryt Teerenstra. Jutte en Hasse zijn aan ’t Sypke in Heeg geboren, Maarten heeft hier de laatste periode van zijn leven mogen wonen.

Doordat ik ben geboren en getogen in een dorpje op het Noord-Hollandse platteland, voelde wonen in Heeg voor mij na een kleine twintig jaar Groningen vanaf het begin als een soort van thuiskomen: de nonnen, de middenstand met verschillende bloedgroepen, de weilanden, het water, de rust – zo was het vroeger ook.

Wat ik ga missen:

  • de reiger die ’s ochtends als ik naar m’n werk vertrek een visje uit het Sypke vist;
  • de gakkende ganzen in het najaar en voorjaar
  • de trekker van boer Bakker, vooral als er gehooid of gekuild wordt;
  • luid ljippende kieviten, roepende grutto’s, zwierende zwaluwen;
  • de oorverdovende stilte van het platteland

Goed integreren schijnt drie á vier generaties te duren, zeggen de wetenschappers. Volgens die theorie ben ik nog lang niet geïntegreerd en dus nog echte ‘import’. En toch voelt het anders.

Wie ik ga missen:

 
  • de buren: het praatje over de heg met buurvrouw Koerten en Huite; met Sietske bij de boeken;
  • Jan en Renske, die contacten met kabouters hebben die af en toe de heg snoeien;
  • ‘Pake, beppe!!’, de jongens van Van der Heide die vóór school bij Gosse en Gryt langsgaan;
  • Wessel en Sjoukje om iets om de hoek te kunnen kopen (of lenen!);
  • Josefien en haar Saab;
  • De andijvie en boerenkool van de Jongstra’s;
  • de vrienden en kennissen van Maarten, veelal ‘diep’Friezen, dankzij wie ik heel behoorlijk Fries heb geleerd;
  • Hindrik de schapenboer, waar Sterre zo graag en vaak kwam;
  • Broer Visser die met de trekker naar biljart gaat – en natuurlijk Riet;
  • Els en Hielke, eerst buren, nu verder weg maar dichterbij;
  • Gerrit en Tineke om even aan te gaan tijdens de avondwandeling (vaak met Hasse);
  • Piet H., de man die toch geen koffie kwam drinken;
  • Jouke in de Boeier, bij het Skûtsjesilen en zeker als integere (vak)man;
  • Cor Flapper van wie wij het woord ‘jongkerel’ geleerd hebben;
  • de familie Van Barneveld, die nog één straat miste, maar nu monopoly kan spelen
  • Ger en Floortje voor boeken, groenten, een kopje thee en een praatje;
  • alle klasgenoten en hun ouders en leraren van Sterre, Jutte en Hasse;
  • iedereen die ik heb leren kennen bij en dankzij de vv Heeg;
  • alle Heegemer middenstanders en hun personeel, als ook de dokters;
  • alle Heegemers die zo lief voor ons waren na Maartens overlijden …

… en zo kan het dat ik mij geen ‘import’ -buitenstaander-  voel, maar dorpsgenoot, omringd door mensen die mij het gevoel hebben gegeven dat ik er erbij hoor.

En toch ga ik weg. De wetmatigheid van mijn leven bepaalt dat er nog één porseleinen periode te gaan is. Geboren en getogen in Noord-Holland, Heeg en de Heegemers in mijn hart gesloten, maar …. datzelfde hart ooit in Groningen verloren. Ik ga het weer zoeken. Als Fries om útens. Wij hebben hier een waardevolle tijd gewoond en geleefd. Tige tige tank en oant sjen in Heech óf in Grins.

Joke Aartsen & Sterre, Jutte en Hasse

Ik woon vanaf vanaf 5 mei te Grins – alwaar Van Harte Wolkom!

Als afscheidscadeautje een kleine sage over het ontstaan van het Heegemermeer

Toen Onze Lieve Heer Friesland ging maken, nam hij zoveel spinazie als Hij kon

bemachtigen. Daar zette Hij geroosterde reepjes brood in bij wijze van kerktorentjes.

Maar omdat de spinazie een beetje nat gekookt was, bleven er aan één kant van

het bord plasjes staan. In gedachten verzonken maakte de Lieve Heer met zijn vork

een gootje en dat gootje werd het Heegemermeer.