De Veer van John van de Velden

21 oktober 2018

in De Veer

 

Nietsvermoedend ben ik bezig met de voorbereidingen van de vergadering van Plaatselijk Belang, wanneer Tineke binnenkomt en zegt “John, kan ik je even spreken. Ik weet niet of iedereen er bij mag zijn”. Wat nu? Is het eerste wat door mijn hoofd schiet, maar al snel blijkt dat ik de eer heb de ‘Veer’ te mogen schrijven. Tineke, dankjewel. Mijn naam is Johan van de Velden, roepnaam John. Geboren in Hilversum, dierendag 1971.

Student hbo-Rechten aan de Hanzehogeschool in Groningen, voorzitter Plaatselijk Belang Heeg, voorzitter bestuur GBTL, sportverzorger VV Heeg en vrijwilliger. Als middelste van drie broers ben ik opgegroeid in Kortenhoef, een klein plaatsje in het Gooi tussen Hilversum en Amsterdam.

Hoewel in de Randstad gelegen was Kortenhoef een echt dorpje, en net zoals Heeg bekend om zijn paling. Paling was dan ook mijn eerste vaste voedsel dat ik als baby kreeg. Mijn vader werkte als vrachtwagenchauffeur en in de bouw. Mijn moeder regelde de huishouding en had zo nu en dan kleine verdiensten buitenshuis zoals schoonmaken en bloembollen pellen. Als kind was ik samen met mijn jongste broer altijd buiten. Vanuit school snel naar huis, een kopje thee met moeders, dan snel oude kleren aan en de modder in. Toen ik dertien was verhuisden wij naar Ankeveen, een dorpje even verderop. Daar heb ik gewoond tot mijn (bijna) zeventiende.

Behalve dat ik er altijd veel op uit was met de roeiboot, we woonden aan de Ankeveense Plassen,  heb ik met het dorp nooit echt een band opgebouwd. Het was leuker om als puber in Hilversum rond te hangen. Leren en het ‘instituut’ school vond ik op zijn zachtst gezegd niet geweldig en daarom besloot ik op mijn zestiende van school af te gaan en te gaan werken. In die tijd nog geen probleem. Eén van mijn baantjes was bij een shoarmazaak, waar de eigenaar boven ‘de zaak’ woonde en nog een zolderverdieping leeg had staan. Omdat ik daar tot vijf uur ’s morgens aan het werk was besloot ik deze te gaan huren. Mijn zeventiende verjaardag vierde ik in mijn eigen paleis. Kort daarna heb ik Miriam leren kennen, waar ik al snel mee ging samen wonen. Miriam deed een opleiding voor verpleegkundige en woonde in de zusterflat naast het ziekenhuis. Daar kroop ik stiekem bij in.

Uiteindelijk zijn we natuurlijk betrapt, en zijn we, zonder het eerst aan haar ouders te vertellen, gaan samenwonen in een appartementje in het centrum van Hilversum. Inmiddels was ik aan het werk gegaan bij het stukadoorsbedrijf waar mijn oudste broer ook werkzaam was. Voorwaarde was wel dat ik de stukadoorsopleiding ging doen, en zo alsnog een diploma (Gezel stukadoor) haalde. Na diverse verhuizingen hebben Miriam en ik een woning gekocht in Almere, waar wij zijn getrouwd en ook onze zoon Jesse hebben gekregen.

Ik begon mijn eigen stukadoorsbedrijf, we kochten een hond en parkeerden twee auto’s voor de deur. Het ‘keurslijf’ kon beginnen. Tenminste, dat was het idee. Maar soms krijgt het leven een andere wending,  we gingen uit elkaar.

Na een pittige tijd ben ik in 2003 op de Bûterhoeke komen wonen, en daar woon ik nu nog steeds. Voor mij het mooiste stukje Heeg. In die tijd was het nog een woning waar het personeel van d’ Ald Wal kon blijven overnachten, maar inmiddels is het verbouwd tot twee appartementen. Ik werkte zeven zomers in het restaurant van d’ Ald wal/ De Syl en zette ook hier mijn bedrijf als stukadoor voort.

In de tijd dat de woning nog werd gebruikt door het personeel trok ik veel op met de portier van de discotheek, die een opleiding deed voor fysiotherapeut. Ik studeerde met hem mee. We oefenden veel op elkaar, kregen steeds vaker ’echte’ patiënten en ik leerde dat lichaam en geest niet zomaar los gezien kunnen worden van elkaar. Ik begon een opleiding voor sportmasseur, maar helaas ontbrak het mij de tijd om deze af te ronden. Ik kreeg steeds meer naamsbekendheid hier in Friesland als stukadoor, en al snel had ik het super druk. Ondertussen besloten Miriam en ik dat het een goed idee was dat zij ook in Heeg kwam wonen. Op die manier had Jesse allebei zijn ouders om zich heen.

Mijn broer begon een restaurant op Ibiza, ik vloog wat heen en weer. Alles voor elkaar zo, dacht ik, helemaal prima zo. Nu is het vrij gewoon dat wanneer je fysiek zwaar werk doet, je wel eens last hebt van je lijf, maar op een gegeven moment begon ik toch wel steeds vaker rugklachten te krijgen, waardoor ik regelmatig meer paracetamol at dan brood. Zo rond 2010 besloot ik dan ook om langzaam af te gaan bouwen en van mijn hobby mijn werk te  maken, een praktijk voor sportmassage.

Ik behaalde de benodigde papieren, verbouwde een gedeelte van de loods naast het huis om tot praktijk en begon vol goede moed aan een nieuw avontuur. Om naamsbekendheid op te bouwen ging ik aan de gang als sportverzorger bij VVV Heeg. waar ik overigens nog steeds actief ben. Helaas kwam aan dit avontuur al snel een eind. De rugklachten verergerden en uiteindelijk bleek het voor mij niet meer mogelijk om langdurig fysiek werk te doen. Maar ja, wat nu? Ik had immers alleen diploma’s voor fysiek werk. Ervaring in bijvoorbeeld een administratieve baan had ik niet.

Jeannette (wie? Nou, dat lezen jullie in de volgende Veer) gaf mij het advies “ga netwerken en cursussen doen. Zo loop je vanzelf tegen iets aan wat je echt leuk vindt”. Zo gezegd, zo gedaan. Ik schreef mij in voor de cursus politiek in mijn gemeente, en al snel ging er een hele nieuwe wereld voor mij open. Voor een huiswerkopdracht waaide ik even aan bij Plaatselijk Belang, en voor ik het wist zat ik in het bestuur. Snel daarna volgde een uitnodiging van een lokale politieke partij, waar ik ook toe trad tot het bestuur.

De ervaringen die ik op doe in het vrijwilligerswerk zijn bijzonder waardevol, en ook zeker belangrijk voor mij. Ik zet mij graag in voor het algemene belang en goede doel. Dit zijn dan ook de eisen die ik stel aan mijn toekomstige nieuwe baan en daarom ben ik dit jaar begonnen aan de studie Rechten aan de Hanzehogeschool in Groningen. Een bijzonder leuke opleiding die, naar wat ik hoop, mij zal brengen naar de juiste baan. Ik geef de veer door aan iemand die heel erg bijzonder is voor mij. Ik geef de veer door aan Jeannette Nieuwenhuis.