Vogels in Heempark Heeg 2018

21 oktober 2018

in Natuur in en om Heeg

Op 7 juli jl. een rondje door het Heempark gemaakt met onze gasten uit Rheden. Voor de ruit van de onderwaterkijkhut zwemmen roodvoorntjes en baarsjes. Plots doet een vrouw sperwer een aanval op een oeverzwaluw. Dit mislukt, ook tijdens een tweede aanval grijpt ze mis. Ze rust uit in een boom op het schiereiland. Even later, als een blauwe streep komt een ijsvogel aanvliegen en gaat voor de wand zitten. En schommelend vliegt een bruine kiekendiefvrouw boven de vijver op zoek naar een hapje. “Wat bijzonder, wij treffen het maar, wat een prachtig gebied”, zeiden ze opgetogen.

Geen jonge ijsvogels. Op 19 maart ging de telefoon, Arian Feenstra had bij Ottenhome een dood ijsvogeltje gevonden, met een ring. Dat is natuurlijk interessant. Hij zou de vogel wel even brengen, het was op dat moment toch niet zo druk. Het bleek het te gaan om een vrouwtje. Ai, bij het nest in de oeverzwaluwwand in het Heempark was al een paar dagen geen vrouwtje waargenomen. Maar die zit normaliter natuurlijk diep in de nestgang te broeden.

De ring is opgestuurd naar de heer Jaap de Vries van ‘Ringedingetjes’, de naam van de rubriek in het BFVW blad Vanellus. De iisfûgel droeg ringnummer P40082 en was geringd in het eerste kalenderjaar op 18 september 2017 op It Bûtlân 16 door ringer J. Fokkens uit Sybrandabuorren. De afstand tussen de ring- en vindplaats was 500 meter en de verstreken tijd was 182 dagen.

Vele weken zat voor de wand een eenzaam mannetje op een van de speciaal voor de wildcamera geplaatste palen verlangend naar zijn vrouwtje te roepen. Waar ben je? IJsvogels zijn heus geen koude kikkers. Hij prikte nog wat in gaten om, keek eens in het nest, maar het bleef stil. Uiteindelijk is hij vertrokken. Het is aan te nemen dat de dode ijsvogel het in de wand broedende vrouwtje was. Heel de zomer werd het ijsvogelgeluid gehoord en op een foto van de wildcamera in juli stonden 2 mannetjes. Misschien volgend jaar beter. Op 1 september vlogen twee ijsvogels druk kibbelend achter elkaar aan boven de grote vijver. Dan moet het haast wel een paartje zijn.

Broedresultaten 2018 Heempark Heeg: Roerdomp: 1, Grauwe Gans: 4, Bergeend: 3,  Krakeend: 2, Wilde Eend: 17, Soepeend: 4, Kuifeend: 1, Sperwer: 1, Waterral: 1, Waterhoen: 9, Meerkoet: 4, Scholekster: 1, Houtduif: 15, Turkse Tortel: 4, Koekoek: 1, Ransuil: 1, IJsvogel: 1, Grote Bonte Specht: 2, Oeverzwaluw: 32, Witte Kwikstaart: 3, Winterkoning: 17, Heggenmus: 2, Roodborst: 2, Zwarte Roodstaart: 1, Merel: 13, Zanglijster: 5, Rietzanger: 4, Bosrietzanger: 5, Spotvogel: 4, Braamsluiper: 3, Grasmus: 1, Tuinfluiter: 8, Zwartkop: 13, Tjiftjaf: 15, Fitis: 10, Pimpelmees: 8, Koolmees: 17, Gaai: 4, Ekster: 4, Kauw: 2, Zwarte Kraai: 5, Huismus: 2, Vink: 8 en Groenling: 1. Totaal 44 soorten.

Ook werd twee keer tijdens de telrondes een egel en een keer een haas waargenomen. De autocluster, die naar aanleiding van alle ingevoerde waarnemingen het aantal territoria per soort bepaalt, telde ook de egel als een. Dieren die zich schuil houden, nachtdieren, worden  vanzelfsprekend niet gezien en meegeteld. Dat het er meer soorten zijn lijkt in zo’n mooie biotoop welhaast zeker.  Zonder twijfel heeft de droge hete zomer en het voedselaanbod invloed op het aantal broedsoorten gehad. Vorig jaar waren er nog 50 soorten vogels, nu 44. Zwakkere vogels zijn ook gemakkelijker prooien maar predatie hoort er bij, dat is de natuur. Verstoring door mens en huisdier moet wel worden voorkomen. Zo laten enkelen hun hond, nadat ze een bord ‘honden alleen aangelijnd toegestaan’ voorbij zijn gelopen, direct los. “Ik doch myn hûn hjir net fêst!” Zelfs niet midden in het broedseizoen.

Strânljip verlaat broedsel. Sinds jaar en dag broedt een scholeksterpaar voor, of bovenop de oeverzwaluwwand. De eerste  keren was dat bovenop, net achter de betonrand. Zo hadden ze een goed uitzicht. Daarna werd een paar jaar op de grond voor de wand gebroed. De laatste 3 jaar zat het nest weer bovenop de wand. Wat precies de reden is van deze wisseling? Het groeiende riet? De daar ook broedende ganzen? Bij een snoeibeurt van het hoger wordende riet op 8 juni, nodig voor een vrije aanvliegroute van de broedende oeverzwaluwen, bleek dat ze hun nest met vier eieren hadden verlaten. Het uit de grond peuteren van wormen is door de harde grond in zo´n droge hete zomer een heidens karwei. Misschien is dat de reden dat ze het voor gezien hielden. De broedplek blijkt ideaal.

Twee nesten voor de sperwers. Eerst werd gedacht dat er twee sperwerpaartjes waren. Er was al een nest in het waterrijke midden van het Heempark. En terwijl vrouw sperwer (sparwer) daar ogenschijnlijk 21 april al op eieren zat, sloeg tijdens de telronde later ook man sperwer alarm in het noordelijk gedeelte. Onmiskenbaar werd daar ook  een sperwernest gebouwd. Zeker twee weken werd op het nest in het midden gebroed, intussen werd ook doorgebouwd aan het nest in noord. Op 19 mei lijkt het nest in het midden verlaten en zit vrouw accipiter nisus op het nest in noord. Van nest veranderd, maar waarom?

Op 25 juni was de laatste waarneming vrouw op nest in noord. Rondom de boom waren geen sporen van poep te zien, en dat had eigenlijk wel gemoeten. De duur van broeden is 32-34 dagen per ei en jongen vliegen uit na 26 tot 30 dagen. Jonge sperwers poepen na een week een meter uit het nest, na drie weken wel drie meter. Gelukkig treft deze eigenschap niet alle schepselen. De reden dat het nest werd verlaten zou predatie kunnen zijn, het nest zat te hoog en in een te dunne boom om er in te kunnen kijken. Maar het kan ook best door de droogte en het daardoor kleinere aanbod van voedsel kunnen komen.

Ransuilen zeker twee jongen. Sinds begin april was het roepen van de ransuilen weer te horen, alleen in het noorden, net als vorig jaar. Vrijwel omstreeks die tijd is ook begonnen met de eileg en het broeden. Ransuilen staan op de rode lijst en daarom is het prachtig dat het Heempark broedgelegenheid biedt. Als vrouw ransuil (hoarnûle) op het nest vertoeft, verblijft de man in een boom in de buurt. In de schemering laat hij zo nu en dan van zich horen. Op 19 mei zijn er in elk geval 2 jongen waargenomen, al is het niet uitgesloten dat er meer waren. Gemiddeld worden 4 tot 6 eieren gelegd, maar in voedselarme jaren is er vaak geen broedsel. Begin juni waren ze gevlogen. Tot ver in juni werden in de late avonduren bedelende jongen gehoord. Dan kun je tevreden in slaap vallen.

H.A.