De Veer van Sybren Boschma

18 juni 2020

in De Veer

Ik heb de ‘veer’ overgenomen van Frank de Ruig. Frank begint zijn betoog met de stelling dat iemand die niet in Heeg geboren is, kennelijk nooit een Hegemer zal worden. Nou, dat valt mee. Ik kwam tijdens een wandeling een tweetal Hegemers tegen en vroeg een van hen of hij, als geboren en getogen Hegemer, de veer van mij over wilde nemen. Dat is er niet van gekomen, maar beide heren zeiden vol overtuiging: “Do bist toch ek in echte Hegemer”. Nou, dat is niet helemaal waar. Ik ben maart in 1960 geboren in Woudsend. Heit was daar werkzaam als kaasmaker op de zuivelfabriek. Die werd in 1965 gesloten en het personeel werd over verschillende fabrieken in de buurt verdeeld. Wij kwamen naar Heeg. Van 1965 tot ’71 woonden wij achter it fabryk. Er stonden toen, naast de huizen langs de poel, nog 2 huizen met uitzicht richting Lytshuzen. Voor ons als opgroeiende jongens een geweldige plek om te wonen. Rondom de fabriek was alle ruimte om te spelen en er was altijd wel wat te beleven. Wij liepen regelmatig in en uit de fabriek en speelden in de opslagruimtes, klommen op de hoge melktanks, haalden altijd wel wat bruikbaar materiaal uit de âld izerbak om mee te spelen.

Ook de omgeving was voor ons een geweldig speelgebied. Het voetbalveld was naast de deur. Aan de andere kant de poel en het bûtlân van Broer Visser. In dit moerassige rietveld werden hutten gebouwd en grote avonturen beleefd. Bij de fabriek lagen nog een paar oude houten roeibootjes die vroeger bij de fabriek werden gebruikt. Hier zijn me de beginselen van de watersport bij gebracht. Tegen de wind in roeien en met een oud gordijn als zeil weer terug zeilen. Later waren en meerdere zeilschouwtjes waarmee we als jeugd op de poelen wedstrijdjes zeilden. In 1971 zijn we verhuisd naar Smelwar. De Tollewei was toen de buitengrens van Heeg en in de jaren daarna is industrieterrein De Draei en het tussenliggende gebied ontwikkeld. Er werd volop gegraven, terreinen opgespoten met zand, gebouwd etc. Ook weer een eldorado voor spelende jeugd.

Mijn schoolcarrière in Heeg ben ik begonnen met nog een jaar kleuterschool bij juffrouw Hoeksema. Later de lagere school met 2 jaar bij juffrouw Schilstra, 2 jaar meester Santema en 2 jaar meester Pietersma. Daarna naar de Lager Landbouwschool in Sneek. Een leuke, kleine school met afwisseling van theorie en praktijklessen. Na het schoolexamen in 1976 heb ik eerst enkele weken bij Pieter de Boer op de Bird op de boerderij gewerkt. Het melken geleerd en in de kuil- en hooitijd meegewerkt. Pieter gaf aan dat hij niet de hele zomer werk had. Dus als ik wat vakantiewerk wilde doen, moest ik ook wat anders zoeken. Ik heb toen geïnformeerd bij Café De Watersport naar een baantje als ober/kelner. Al snel liep ik op het terras in de bediening en hielp ik achter de bar. Toen ook in aanraking gekomen met de Âld Wal, want dat was ook eigendom van de familie Toen. Het jaar daarop hier gewerkt als barkeeper.

Na de Lagere- naar de Middelbare Landbouwschool in Sneek gegaan. In 1978 4 maanden stage gelopen in Canada op een boerenbedrijf. Een geweldige tijd waarin ik mijn rijbewijs heb behaald. Telefoon hadden we thuis nog niet. Ik heb 2 keer naar huis gebeld, dat wil zeggen naar de buren. Zij haalden mijn ouders dan op en zo hadden we even contact. De 1e keer om te vertellen dat we goed waren aangekomen en de 2e keer om te vertellen wanneer we weer naar huis zouden komen. Verder werd er regelmatig over en weer een brief geschreven.

Na de Middelbare Landbouwschool ben ik doorgegaan naar de Hoger Landbouwschool in Leeuwarden. Het eerste jaar begon slecht. Ik kreeg in het begin van het schooljaar wat klachten, was snel kortademig en moe. Met gymnastiek en bij inspanningen kon ik niet goed mee komen. Het bleek dat ik een afwijking aan het hart had. Hier ben ik in december 1979 aan geopereerd. Gelukkig vrij snel weer hersteld en tot nu toe geen last meer van gehad. Het 1e schooljaar moest ik over doen, maar verder zonder problemen doorlopen. Ook hier leuke stages gedaan o.a. ruim 3 maanden in Zwitserland. In die tijd ook ander weekend- en vakantiewerk als taxichauffeur in Sneek gedaan. Meestal reed ik dan in de auto’s van Henk Bijlsma of Pier v.d. Wey.

In 1984 ben ik geslaagd en op zoek gegaan naar werk. Mijn eerste baan was bij C.V. Sloten, een producent van kunstmelk voor kalveren en ander jongvee. Ik werd contactpersoon tussen de buiten- en binnendienst. Dus veel op pad en op bezoek bij bedrijven in het hele land. Door een reorganisatie werd het kantoor verplaatst vanuit Leeuwarden naar Deventer. Ik was net op me zelf gaan wonen en had een huisje in Poppenwier gekocht. Dus voor mij een reden om toch op zoek te gaan naar ander werk. Bij FBTO/Averó was een vacature voor een “arbeidsdeskundige”. Geen idee wat dat was, maar als opleiding werd o.a. Hogere Landbouwschool gevraagd. Dus ik heb hierop gesolliciteerd en de baan gekregen. Het werk bestond uit het bezoeken van verzekerden die arbeidsongeschikt waren geraakt, het bedrijf en werk in kaart brengen en de uitkeringspercentage vaststellen. Daarnaast mogelijkheden voor werkaanpassing en voorzieningen bespreken. Veelal verzekerden in de agrarische sector.

Eind jaren 90 is Achmea ontstaan. Daardoor en ook door automatisering, veranderde mijn werk. Ik kreeg opdrachten van verschillende maatschappijen en het overleg met collega’s werd steeds afstandelijker. Dat paste niet goed bij mij en ik heb besloten om iets anders te gaan doen. Ik ben toen terecht gekomen bij het GUO, de uitvoerder van de sociale verzekeringen voor de agrarische en aanverwante sectoren. Dit was vooral het vaststellen van arbeidsongeschiktheid voor de WAO voor werknemers en de WAZ voor zelfstandigen. Een heel andere manier van werk, maar nog veel contacten met verzekerden, werkgevers, het adviseren van aanpassingen, (om)scholingen etc. om er voor te zorgen dat de mensen zo goed mogelijk aan het werk blijven. Het GUO is indertijd opgegaan in het UWV. In de loop van de jaren is er in de wet- en regelgeving op het gebied van de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen veel veranderd. De beoordelingen worden steeds afstandelijker en overleg met werkgevers en begeleiding van werknemers naar ander werk is weggevallen.

Zoals al gezegd ben ik in 1985 in Poppenwier terecht gekomen. Ik heb het huisje van de beppe van mijn schoonzus gekocht. Ik had werk in Leeuwarden en wilde ook op me zelf gaan wonen. Ook in die tijd was het niet gemakkelijk om woonruimte te vinden. Beppe was overleden en het huisje stond al een tijd te koop en er was geen belangstelling voor. Ik heb het toen voor een schappelijk prijsje kunnen kopen en ben er gaan wonen.  In eerste instantie met de meubeltjes die er nog stonden en met wat spulletjes van thuis en van de rommelmarkt. Al met al heb ik 16 jaar in Poppenwier gewoond. Een leuk en actief dorp, waar ik al snel bij het dorpsgebeuren werd betrokken. Het huisje heb ik in de loop van de jaren verbouwd en gerestaureerd.

Voor je het weet zit je in allerlei besturen in het dorp. Merkecommissie, iisclub, toneel, tsjerke, plaatselijk belang etc.  Halverwege de jaren 90 is er een heel vervelende periode in Poppenwier geweest. Er kwam veel bezwaar en ruzie in het dorp vanwege overlast van het plaatselijke café. Dit heeft er toe geleid dat het café is gesloten en het dorp zonder voorzieningen zat. Door heel veel inzet vanuit het dorp is er toen een nieuw dorpshuis gekomen. En als gevolg van mijn vele bestuursfuncties ben ik hier met kop en oren bij betrokken geweest. Het heeft me heel veel tijd en energie gekost, maar ook een geweldig resultaat opgeleverd.

Ik ben vrij lang als vrijgezel door het leven gegaan. Ik had in 1991 een zeeschouwtje gekocht en was hier vaak mee op trektocht. Heeg trok altijd nog en ook heit woonde hier nog, dus zodoende kwam ik hier regelmatig. Mijn vaste ligplaats was bij de jeugdherberg omdat ik daar enkele mensen kende en het altijd erg gezellig was. In 1996 heb ik Nel leren kennen. Zij kwam met vrienden, die ik had leren kennen bij de jeugdherberg mee vanuit Krimpen a/d IJssel. Nel is in 2000 bij mij ingetrokken. In 2001 hebben we samen een huis in Jirnsum gekocht. Nel kreeg werk als onderwijzeres in Grou. Ik had mijn werk bij het UWV. In 2005 is ons schouwtje ingeruild voor een grotere zeeschouw. Varen en vakantie met de boot bleef de hoofdzaak. We hebben veel mooie tochten gemaakt. O.a. naar Zeeland, veel op de Wadden en natuurlijk in Friesland.

Nel is in 2012 ziek geworden, ze kreeg een vorm van beenmergkanker. Na een aantal maanden chemo leek de ziekte stabiel te blijven en hebben we nog een goede periode gehad. In 2014 werd de ziekte weer actief en na een periode van afnemende gezondheid is Nel in juli 2015 overleden.

Zoals al aangegeven veranderde mijn werk bij het UWV meer en meer en mede door de ziekte van en de zorg voor Nel, heb ik besloten om met dit werk te stoppen. Ik had niet direct ander werk en na het overlijden van Nel stond mijn hoofd ook niet direct naar andere mogelijkheden. Om toch structuur en invulling te houden heb ik me toen aangemeld als vrijwilliger bij de bouw van het Sylhûs. Dat heeft me door een moeilijke periode heen geholpen en er ook weer voor gezorgd dat ik toe was aan een nieuwe stap.

Teun en Janna Lammers zijn in de loop van de jaren goede vrienden geworden. Zodoende kende ik hun skûtsje en het werk wat zij daar mee deden heel goed. Ik ging regelmatig mee en als het nodig was viel ik in als maat of schipper. Toen Teun in april 2016 aangaf dat dat wel eens hun laatste seizoen kon worden en het beurtveer mogelijk door een ander zou worden voortgezet kon ik dat niet uit mijn hoofd zetten. Na een paar dagen heb ik gebeld en gevraagd wat ze er van zouden vinden als ik het over zou nemen. Al snel waren we het eens en vanaf 2017 ben ik eigenaar van skûtsjeverhuur “Haghe”. In de zomermaanden varen we  dagtochten en ik verzorg het beurtveer Heeg-Balk. Ik doe het met heel veel plezier en het geeft veel voldoening om van de gasten te horen dat ze een hele leuke tocht hebben gehad. Tot juni is het niet toegestaan om met gasten te varen, maar ik hoop dat de maatregelen wat verruimd kunnen worden en dat we, zij het met een beperkt aantal gasten, op 1,5 m afstand kunnen varen.

Eind 2016 ook maar besloten om weer naar Heeg te verhuizen. Ik woon nu weer op It Fabryk. De cirkel is bijna rond, mijn bed staat weer vrijwel op dezelfde plek als 50 jaar geleden. Ik heb inmiddels weer een nieuwe partner. Hinke en ik gaan samen de toekomst tegemoet. Ik draag de veer over aan Joris Honings. Joris woont ook op It Fabryk en heeft wel heel bijzonder werk. Ik ben benieuwd wat hij daar over kan vertellen.

Groetnis,

Sybren Boschma