Herinneringen aan de jaren 1945 – 1950

18 juni 2020

in Verhalen

Wanneer ik deze kleine klompjes weer zie. Komen er bij mij weer herinneringen boven uit de jaren 1940. Klompen waren hier toen een dagelijks schoeisel voor de werkende mens, en kinderen liepen er op naar school, waar in de gang onder de kapstok voor de klompen een bergplaats was. Klompen kocht je toen bij Hettinga de brugwachter, of bij de groenteboer van der Schoot. Maar Nederland werd door de Duitsers bezet en is er een voedsel tekort ontstaan, waarvoor bonkaarten per persoon per gezin werden uitgegeven.

Maar klompen kon men ook niet makkelijk meer kopen. Wie zuinig op zijn klompen was spijkerde er stukken rubber onder. Iemand uit het Armenhuis die dagelijks een grote wandeling deed, liep naast de weg in de berm om de slijtage van zijn klompen te sparen.

Dit was geen klompmaker in Heeg

Twee mannen in Heeg Tsjemme Haringa en Anne Tekstra kochten gereedschap waar ze zelf klompen mee wilden maken. Ze slaagden er in om klompen te maken waar je goed op kon lopen. Toen waren er wel kopers zoals boeren die ze wel graag wilden kopen. De klompmakers  konden toen  mooi  met de boeren klompen ruilen tegen een stuk gedroogd spek of gerookte droge worsten. Want boeren mesten wel een varken, en lieten het slachten voor eigen keuken. Een varken vreet géén hooi of gras  wel varkensmeel, ook werden ze met aardappelen of bieten of koppen daarvan gevoederd.

Maar ook de klompmakers kregen een probleem, hout was een brandstof voor de kachel en hout werd schaars in de koude Oorlogswinters. Kom dan maar eens aan geschikt stuk boomstam waar je klompen van kan maken. Maar van de bezetting door de Duitsers werden we gelukkig  bevrijd. En Nederland moest daarvan herstellen. Niet dat er daar door gelijk veel werk was, en de lonen bleven laag. Vandaar dat er animo was om te emigreren, daar werd zelfs voorlichting in gegeven. Met een laag loon is een bijverdienste mooi mee genomen, Bouke de Vries was zo iemand. Hij was een natuurman. Kievitseieren kon je verkopen. Het vangen van mollen in het land werd beloond door de boer, en het vel van de mol werd verkocht. Zijn werk was melkvaarder voor de Lankhorst zuivelfabriek. Dat melkvaren werd ook door Folkert Wienia gedaan waardoor deze mannen tussen het ochtend en het avondmelkvaren vrije tijd hadden. Folkert was handig in knutselen, hij maakte in zijn vrijetijd kleine klompjes, en andere kleine dingetjes.

En vriend Bouke had door familie iets met de Hindeloper schilderkunst. Bouke beschilderde de klompjes met Hinderloper kleuren en motieven, waardoor die kleine klompjes  en andere kleine kunstwerkjes wel aantrekkelijk waren voor huisvrouwen om het interieur in de kamer wat op   te sieren. Deze beide mannen waren toen wel jonger dan op deze foto’s. Zij hadden door hun hobby  die ze uitvoerden in de zomer, in de koestal van de café houder van ‘s Lands Welvaren ook weer een kleine bijverdienste.

Foeke Kuiper