De Veer van Martje

7 januari 2021

in De Veer

Dank je wel Gjalt en Iris Marije, dat jullie mij de veer hebben doorgegeven, (Gjalt is bevriend met mijn zoon Cor, dat is onze link).

Zelf ben ik Martje Attema, dochter van Feike Attema en Riemke Osinga, en in december a.s. 45 jaar getrouwd met Anne de Hoop en we hebben 4 kinderen en 5 kleinkinderen. Ben geboren op 5 augustus 1954 in het verpleeghuis in Sneek, mijn ouders en broer Wypke woonden toen in Heeg achter de kerk op Tsjerkebuorren 68.

Met vijf weken zijn we verhuisd naar Gaastmeer, waar mijn vader is begonnen met een melkrit en loonwerken (zzp-er), wat nu het bedrijf Attema Zand en Grondhandel Heeg is. Later kregen we er nog 2 broertjes bij, dat zijn Douwe en Klaas.

We hadden een onbezorgde jeugd in Gaastmeer, een kleuterschool kenden we niet, maar we waren altijd buiten aan het spelen. Met 6 jaar ging ik dus voor het eerst naar school, 3 klassen in één lokaal, ik zat in een klas van zes, het rooster was, ‘s morgens rekenen en ‘s middags taal, voor de Friese taal kregen we enkel lezen, Fries schrijven leerden we niet en ook werd er altijd Nederlands gesproken in de klas en in de zomer bij een temperatuur van boven de 21 graden mochten we de zwemkleding mee en gingen we op de fiets naar het meer om te zwemmen en leerden we de schoolslag op de handen van onze schoolmeester, dat kun je je in deze tijd niet meer voorstellen, maar het voordeel was dat we in Sneek gelijk konden afzwemmen voor de diploma’s.

Met 12 jaar naar Sneek, iedere dag op de fiets naar de MULO, dit was niet mijn school, de vreemde talen Frans, Duits en Engels lagen me niet en Fries kon ik enkel maar lezen, ben het jaar daarop naar de Huishoudschool gegaan, dit was in het gebouw van het oude schippersinternaat tegenover de Waterpoort, erg gezellig met grote klassen in kleine lokaaltjes, hier kregen we veel praktijklessen zoals koken, wassen en strijken, naaien en borduren, maar ook gezondheidsleer en verzorging van planten, rekenen en Engels, al met al een hele brede basis. We waren de laatsten van het oude systeem, het jaar daarop werd de mammoet wet ingevoerd en kreeg men meerdere keuzevakken.

Na 3 jaar ben ik nog doorgegaan met de opleiding INAS (Inrichting Assistente) voor deze opleiding kreeg je het eerste jaar de opleiding op school en het 2e jaar ging je op stage. Ik begon 2 maanden bij een gezin met kleine kinderen in het Centrum van Sneek, daarna in het woonzorgcentrum “Greunshiem” in Leeuwarden, intern op kamers, en als klap op de vuurpijl naar Amsterdam in het VU ziekenhuis, ook intern op kamers op mijn 16e. Dit was een hele mooie tijd, we werden als stagiaires overal ingezet door het hele ziekenhuis, beddencentrale, schoonmaak, grote keuken en afdelingskeuken, mijn mooiste ervaring daar was het wassen van pasgeboren baby’tjes.

Met het diploma op zak op zoek naar een baan, dit werd Serviceflat Oranjewoud in Heerenveen als keukenassistente in een team van 12, we werkten in 2 ploegen, 10 dagen werken en 4 dagen vrij, want ook in het weekend werd er gekookt, na een jaar zou ik gaan beginnen aan de koksopleiding, dit is toen niet doorgegaan, mijn moeder was ziek en ik was thuis nodig en nam mijn ontslag. In de zomer van 1973 werkte ik thuis, hielp mijn moeder met de huishouding en mijn vader met de boekhouding, maar in de herfst vond ik het welletjes en solliciteerde opnieuw, nu in Sneek in het Zwaluwnest, een internaat voor kinderen met een verstandelijke beperking die overdag naar de Piet Bakkerschool gingen. Ik was daar kookster en hoofd van de keuken, was ondertussen getrouwd met Anne, we woonden eerst in Sneek op 5 hoog en in 1978 zijn we verhuisd naar Gaastmeer. Toen mijn eerste dochter Riemke (1978) werd geboren ben ik gestopt met het werken in Sneek, maar al gauw hielp ik mee in het dorpshuis in Gaastmeer, begon met een café opleiding en daarna ook nog een hotel-restaurant opleiding, intussen werden Afke (1980), Cor (1984) en Feike-Anne (1986) geboren.

Anne was in deze tijd op zoek naar een nieuwe uitdaging en dat werd een autobedrijf in Osingahuizen, in de voormalige Nestlé melkfabriek, juni 1987 is hij begonnen en nadat we ons huis konden verkopen zijn wij in maart 1989 boven de zaak komen wonen. Dit bedrijf hebben we vanaf het begin samen gerund, voor mij was dat veelal boekhouding, maar ook schoonmaak en onderhoud van de gebouwen en het terrein. Voor het bedrijf volgde ik meerdere studies en computercursussen, dat was allemaal nieuw, maar we kunnen niet meer zonder. Ook de eigen website houd ik bij en zit nog dagelijks achter het scherm, en kan er gelukkig goed mee overweg. We begonnen als autobedrijf en na bijna 25 jaar Vakgarage nu Garage de Hoop, begonnen we met het onderhoud en verkoop van auto’s en sinds 10 jaar zijn daar campers en caravans bijgekomen en daarnaast hebben we stalling van campers en caravans. Na 34 jaren gaan Anne en ik met het bedrijf iets rustiger aan doen en onze zoon Cor gaat met het bedrijf door.

In mijn vrije tijd ben ik bezig met borduren, kraaltjes breien voor zilveren beugeltasjes, sparen van oude blikjes of een mooi boek aan het lezen. Daarnaast hebben Anne en ik een gezamenlijke hobby en dat is biljarten, nu in coronatijd kunnen we dat samen oefenen in onze eigen biljartkamer, maar in clubverband zijn we 2 tot 3 avonden in de week hiermee bezig en daarnaast doen we mee aan meerdere toernooien.

En dan mijn nieuwste hobby het “Rustpunt” dat gevestigd is in het oude transformator hokje tegen over ons bedrijf, hier kunnen fietsers en wandelaars even tot rust komen en zich zelf voorzien van koffie of thee, frisdrank of ijs. Ook kunnen ze hier veel informatie vinden van de omgeving, de elektrische fiets opladen, de band repareren en gebruik maken van het toilet. Afgelopen jaar waren er ongeveer 500 bezoekers. Loop er maar eens naar binnen als ik in het voorjaar weer open ben, je kunt er ook terecht voor een mooi boek of een oud blikje.

Verder hoop ik nog veel te kunnen genieten van mijn kinderen en klein kinderen.

Martje