Column

8 september 2014

in Verhalen

België, potdicht, bier en war cemeteries

Het doet er niet toe, ‘s morgens, ‘s middags  of ‘savonds: de huizen zijn gesloten door jaloezieën of rolluiken, je krijgt geen glimp en de gordijnen geven geen krimp. Een gedicht van de poëet H.H. ter Balkt lijkt te slaan op de geblokkeerde huizen, althans in Vlaanderen, Zuidwesthoek, getiteld:

Huizen

In holle blokken steen
met hier en daar een raam
slijt ieder levend mens
zijn afgerond bestaan.

De stad een oceaan
waarin dode huizen
als stenen wrakken staan.

Op het kunstenfestival in Watou (beeldende kunst en poëzie) heb ik de eerste (!) Belgische dichter des vaderlands, Charles Ducal, horen voordragen. Het was mijn eerste dag, 21 juli, nationale feestdag in België, een week na quatorze Juillet, de Franse nationale feestdag; zoiets kent Nederland en ook Friesland niet.l In het laatste geval zou de jaarlijkse herdenkring bij het Rode Klif kunnen dienen “Leaver dea as slaef” of Kneppelfreed.

In het gezelschap voordrachten van Ducal waren een aantal vrouwelijke dichters, Vlaams, Frans en Nederlands. Wie ooit in de gelegenheid is de franstalige Lawrence Vielle te horen moet dat zeker niet nalaten, een fenomenale klankdichteres met een briljante uitstraling in haar voordracht.

Opvallend tijdens het reizen door België zijn sommige slechte betonsnelwegen, kaboem kaboem; de grote hoeveelheid schrootbanden langs de weg spreken boekdelen. Op het platteland wordt de elektriciteit nog voorzien via “telefoonpalen” vergelijk het met de bedrading die naar de vroegere gemaaltjes liep, bovengronds dus. Kleine cafés, meestal gewijd aan een sport- of fanclub sluiten tussen 12.00 en 17.00 uur. Op de pleinen in steden en dorpen kunt ge altijd terecht. Benzine is 30 eurocent per liter goedkoper dan in NL, tel uit uw winst.

In de streek Ieper, Poperinge – Watou wordt hop geteeld, waarvan vier soorten in het Poperingse hommelbier (7.5%) wordt verwerkt. Zodra je deze uiterste zuidwestelijke streek binnenrijdt ontkom je niet aan de vele Engelse, Franse, Belgische en ook Duitse begraafplaatsen. In Ieper wordt nog iedere dag ! de Last Post geblazen voor de duizenden slachtoffers. Poperinge lag net buiten het slagveld, maar in het binnenpleintje van het stadhuis staat nog steeds de dodenpaal waar soldaten die het oorlogsgeweld ontvluchtten (deserteurs) werden gefusilleerd.
In dit jaar wordt de Grote Oorlog, zoals de Belgen de 1e Wereldoorlog noemen, herdacht na 100 jaar.

Theatermuziekgroep “De Kift” heeft een lied gemaakt “Leem” die mij zeer van toepassing lijkt op deze loopgravenoorlog; het staat op hun CD “Krankenhaus”.
Toen ik Timm wilde aflossen was zijn gezicht heel geel in de sneeuw. Het was geel. Dat kwam niet van de maan, want die was er niet. Maar Timm was als leem in de nacht. Zo geel als de leem in de kille kuilen van de voorstad thuis. Daar speelden we vroeger, we maakten mannetjes van leem. Maar ik had nooit gedacht dat Timm ook van leem zou kunnen zijn.

“Ik had nooit gedacht dat jij van leem zou kunnen zijn, Timm” zei ik. Maar Timm zei niets. Zijn gele gezicht zag er niet goed uit in de nachtwitte sneeuw. Timm slaapt, dacht ik. Timm stond in het gat in de sneeuw en had zijn gele gezicht op zijn geweer gelegd. “Sta op Timm” zei ik. Maar Timm stond niet op en zijn gezicht zag er vreemd uit. Toen duwde ik met mijn laars tegen Timms wang. De laars drukte een klein kuiltje in Timms wang. En dat kuiltje, dat bleef. Toen zag ik dat Timms hand om zijn geweer lag. En de wijsvinger was nog krom.

MJvSt