Column: Thomas Piketty, ongelijkheid van inkomen en vermogen, R>G

15 maart 2015

in Verhalen

Zijn boek “Le capital au XXIe siècle” geeft een historische analyse waarin hij waarschuwt dat een tweedeling dreigt in de bevolking. De reden daarvan wordt uitgedrukt in de formule R>G (rendement op vermogen R wordt groter dan economische groei, G), m.a.w. vermogende rijken worden rijker ten opzichte van inkomen door arbeid.
Vooral in linkse kring is Piketty onthaald als argument om de belasting op vermogen te verzwaren. De meeste vermogensaanwas zit in onroerend goed, waarvan vooral de huizenmarkt profiteert, door hypotheekrenteaftrek en aftrek van pensioenpremies. Daarnaast de hoge rentes op aandelen (of opties en bonussen) en rendementen op andere waardepapieren. Inmiddels moet een kanttekening worden geplaatst bij de vermogens door huizenbezit: 60% van alle huishoudens heeft een eigen huis, waarvan een kwart met een woningschuld zit die hoger is dan de huidige waarde van het huis. Bovendien is de vermogensongelijkheid slecht verdeeld over de bevolking: 50 plussers hebben aanzienlijk meer vermogen dan starters dwz verkregen overwaarde in gunstiger economische omstandigheden.

Inkomensongelijkheid hangt nauw samen met de hoogte van de opleiding, hoe hoger de opleiding des te hoger het uurloon. De loonongelijkheid neemt ook in Nederland al decennia lang toe en wordt versterkt door de partnerkeuze. Ons progressieve belastingstelsel corrigeert een deel van de ongelijkheid. De Amerikaan Paul Tough schreef een interessante studie: “How children succeed”. Inkomens- en vermogensongelijkheid zijn opmerkelijk verschillend in NL en daarbuiten, maar aangrijpingspunt voor actie is de ongelijkheid aan de start van het volwassen leven, de zgn. startblokongelijheid. Vooral niet-cognitievevaardigheden zoals wilskracht, nieuwsgierigheid, ordentelijkheid. Kinderen die deze vaardigheden van huis-uit meekrijgen, leren gemakkelijker cognitieve vaardigheden zoals schrijven, lezen en rekenen. Uiteraard zijn genen van ouders, liefde van opvoeders, vaardigheden die je van hen leert en hun inkomenspositie enorm belangrijk bij de start, maar een optimale school- en opleidingstraject kan veel compenseren.

Hoe is de situatie in ons land?
De inkomensongelijkheid in NL is laag, zowel historisch als internationaal. De vermogensongelijkheid is wel groot en groeit bovendien. De top 1% heeft 25% heeft al het vermogen in bezit. De komende belastinghervorming zal ongetwijfeld een verhoging te zien geven op de vermogens. Afgezien van verborgen vermogens die in belangparadijzen floreren bezit de bovenste 10% van de huishoudens 61% van de nettovermogens in NL. De drie rijkste Nederlanders bezitten meer dan de onderste helft.
Op gemeentelijk niveau is een vergelijking mogelijk tussen het hoogste en laagste gemiddelde huishoudinkomen. Bloemendaal het hoogst €34.900 en Pekela het laagst €19.500. Landelijk gemiddelde €23.200. Kijken we naar Friesland dan staat Achtkarspelen op plaats 3 in de landelijke lijst qua laagste huishoudinkomens. De Súdwesthoek (SWH) staat -10% tot 0% ten opzichte van het landelijkgemiddelde, pijldatum 2011.

Als we het hebben over denivellering kan opgemerkt worden dat sinds het begin van deze eeuw de belastingen op arbeid zijn toegenomen, terwijl die op kapitaal sterk zijn afgenomen. Vooral hogere inkomens profiteren van lagere vermogensbelastingen, terwijl lagere inkomens relatief meer lijden bij verhogingen van de inkomstenbelasting. Daarbij moet eerlijkheidshalve worden vastgesteld dat een groot deel van de herverdeling van inkomsten verloopt via de sociale zekerheid: uitkeringen gaan vaak naar lagere inkomens, net als toeslagen, dat werkt nivellerend. De overheid heeft allerlei kortingen aan lagere inkomens, waardoor de koopkracht op peil blijft.
Volgens een ontwikkelde test ben je een Pikettyaan wanneer je zijn analyse deelt: het kapitalisme is het beste systeem dat er is, maar als we vermogen niet zwaarder belasten, neemt de ongelijkheid onaanvaardbare vormen aan.

Je zou een Fries gezegde kunnen aanhalen van deze ongelijkheidsdiscussie omtrent inkomen en vermogen: ”De duvel skyt altiid op deselde bult”. Mijn voorspelling is dat het huidige politieke krachtenveld weinig zal veranderen: iets meer vermogensbelasting en iets minder op arbeidskosten, zeg maar, handhaven van de status quo.
NB: In deze column is gebruik gemaakt van diverse dag en weekbladen tussen juni en december 2014.

MJvSt