Hoe was dat toen in Heeg? (8)

29 juli 2015

in Heech yn't ferline

Van een bekende Hegemer, Jan de Jong, kreeg ik om in te zien een doosje vol met documenten. Dit waren allemaal herinneringen uit de tijd dat Nederland bezet was door de Duitsers, en dan met name Heeg en Wymbritseradeel. Daarvoor was Jan een hele dag op het gemeentehuis geweest om dit uit te zoeken en daar kopieën van te maken.
Daar waren interessante rapporten bij van politieman B. de Jong van Heeg aan de burgemeester. Er werd ook gemeld dat twee vrachtwagens, op 15-8-1944 nabij Joure door jachtvliegtuigen waren beschoten, waaronder de Hegemer Wessel Veenstra met zijn tankwagen, van twee kanten. De lege tank was doorzeeft en de auto raakte in brand, maar Veenstra en ook de andere chauffeur bleven ongedeerd.
Andere rapporten melden dat autobedrijven geen benzine mochten gebruiken of in voorraad mochten hebben. En cafés moesten hun drankvoorraad vernietigen en konden dat bij de gemeente vergoed krijgen.

Vierentwintig oktober 1942 zat er in de nacht een los geraakte kabelballon uit Engeland vast boven een woning aan de Syl in Heeg, deze is door de hier gestationeerde Duitsers lek geschoten en met omstanders naar beneden gehaald. Twee jaar later, 7-4-1944, weer een los geraakte ballon nu aan de toren van de RK kerk in Heeg, schade aan de toren fl. 125,00. Er was een inspecteur van de prijsbeheersing die rapporteerde dat de prijs van 13 cent voor het scheren bij de kapper te hoog was. Een brood van 400 gram koste 10 en een halve cent, en was verkocht voor 11 cent in Gaastmeer. Een pond aardappelen koste 9 cent rapporteert B. de Jong op 18-8-1942.
Een prijslijst (sept 1940) voor informatie aan de bezetter, meldt dat H.J. Visser hotelhouder ‘s Lands Welvaren te Heeg, voor logies met ontbijt fl. 2,00, zonder ontbijt fl. 1,75, diner per persoon fl. 1,75, koffie of thee fl. 0,15, een uitsmijter fl. 0,50, bier per glas fl. 0,15 en een fles fl. 0,25 rekende.

De politie rapporteert op 30-3-42 dat van de vijf biljetten (voor Joden verboden) een is opgehangen, en dat hij de andere 4 terug zou sturen omdat de kerken deze niet wilden ophangen. De radio ontvangtoestellen moesten van de bezetter worden ingeleverd, voor Heeg was dat op 27 en 28 mei 1943 in het gymnastieklokaal van de RK school te Heeg.
Op 29-1-1945 werd er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en firma A. Lankhorst, zuivelfabrikant te Osingahuizen onder Heeg, voor het vestigen van een noodkeuken in de zuivelfabriek, welke dient tot het verstrekken van warme maaltijden aan ingezetenen der gemeente Wymbritseradeel. De prijs per portie van het te verstrekken voedsel mocht geen winst op worden gemaakt. Tijdens de terugtocht in april 1945 van de Duitsers uit Friesland werden bij boeren vaak nog boerenwagens met paard en fietsen gevorderd, en geld gestolen, zo word gemeld.

Het verhaal van een onderduikboot:
Van 9 tot 23 november ondergedoken in een schip.

Een aantal jonge mannen uit Heeg die waren ondergedoken, omdat ze de leeftijd hadden tussen 17-55 jaar. Het geschiede in de dagen van Hitler, de man, die op het moment waarop deze regelen werden geschreven, niet meer zo heel stevig in zijn machtsschoenen stond, dat er een gebod uitging, dat alle mannen van 17-55 jaar beschreven zouden worden, oftewel zich moesten melden, teneinde graafwerk te verrichten voor de vijand van ons volk, het Dritte Reich, Deutschland.
Zo schrijft “Bril” die de belevenissen 14 dagen lang opschreef.

Deze mannen hadden in Heeg contact gezocht met een schipper die zich ook niet veilig voelde. Voor hen was een schip een kans om daarmee naar een buiten de vaarroute afgelegen meertje te varen om daar verscholen te blijven.
Het was Donderdag 9 November 1944, vroeg in het donker, een gedraaf en gesjouw om alles ongezien naar onze duikbootbasis te krijgen. Na een hartroerend afscheid van de onzen, resp. gastvrouwen en/of gastheren, die geheel in het onzekere bleven, waarheen het schip zijn steven zou richten, vond onze aankomst aan boord plaats. Het vrachtruim werd onze woning met een kacheltje, wat potten en pannen, en stro en dekens om te slapen. Schreef de dagboekschrijver.

Met wat proviand voeren ze naar de Brekken bij Sandfirden waar ze bij een rietkraag voor anker gingen. Zij noemden zich de Vrijbuiters, en lieten hun baarden staan, en ieder van hun had een bijnaam:
Duce… Doekle Nauta (Heeg), Zwager… Willem Vellinga (Hommerts), Snorry… Syp van Scheltinga (Heeg), Ghandi… Piet Schalk ??????, Wopke… Rimke Koerten (Heeg), Tarzan… Bernhard Faber (Nijmegen, Baardaap… Piet van Netten (Heeg), Bril… (Piet Walden) S. v.d. Wal (Sneek), Colijn… Marten van Dijk (koster Geref. Kerk Heeg), Manus… Hielke van Netten (Leeuwarden), Schut… Klaas Tiekstra (Heeg), Pod… Sije Walinga (wagenmaker, Heeg).

De schipper een zekere Schouwstra, had een vrouw en twee dochters, zij kregen in de tweede week, ook nog twee logés, broers Johan en Klaas de Vries, honger evacuees uit Amsterdam, en dan was er Bullie een vriend van een dochter, die zat te spinnen.
Bullie was Sjoerd Koopmans zoon van Johannes Koopmans uit Heeg, die woonden op het Sypke. Wonen in een vrachtruim viel niet mee, met de luiken dicht was het donker binnen, met één luik open was het koud in november. Een kachel stoken, waar ze zelf het hout voor bij elkaar scharrelden in de vorm van stobben, gaf de rook ook wel eens rookoverlast. Die kachel daar moesten ze hun potje ook op koken, om 1 uur was het aantreden voor de soep, en waren er pannenkoeken gebakken die best smaakten. Met melk koken voor pap, moest er geroerd worden.

Duce kon zich niet op het kaartspel concentreren, hij hield de melkroerders in de gaten, want hij lustte geen pap met een aangebrand smaakje, het lukte niet altijd perfect, dan nam Duce maar één lepel vol om de kok niet voor het hoofd te stoten. Als het donker werd hadden ze maar één klein olie lampje. Bij dat lampje en de kachel zaten de Vrijbuiters broederlijk te luisteren met intense spanning naar de roemrijke en nooit te evenaren daden van de onoverwinnelijke oersterke en nooit bange Tarzan de mensaap, voor gelezen door Manus, wiens hoofd precies in de lichtcirkel van het lampje viel. Om 10 uur gingen de Vrijbuiters naar hun slaapholen op het stro onder de dekens, waar na gepraat werd, en met kussens geslagen.

Vroeg, voor dag en dauw, gingen ze melk halen met het bootje naar de boer waar ze genoeg konden kopen, en kwamen met 30 liter weer aan boord, waar ze ook boter van probeerden te maken. Voor andere boodschappen werd van ieder de bonkaart geplunderd, en gingen er 4 man naar Gaastmeer, die kwamen dan met 12 broden en 5 pond boter 12 pakjes koffiesurrogaat en 3 pond Bebogeen boterhampasta terug.
Zo ook een keer, toen kwamen ze met een glazen raam, dat had Duce op de kop getikt, en dat kon mooi op de plek van het luik dat altijd open was voor wat licht in het ruim, maar waar ook veel kou naar binnen viel. De taken waren verdeeld, aardappelschillers, paproerders, houtkappers, melkhalers, pannenkoekenbakkers, afwassers, die taken werden ook geruild. De avonddis zag er heel goed uit, hutspot van aardappelen, kool, schaapsvlees en vet, een ieder liet het zich goed smaken.
Tarzan hield van zout, en de papkoker kreeg van hem wat zout om dit in de pap te doen. Maar kokkie, Pod, wou het de anderen niet aandoen, toch was de pap zout vond ieder, maar de kok beweerde dat het niet van hem kwam, nee dat had Tarzan achter zijn rug om gedaan. Die avond is er heel veel water gedronken, voor noodgevallen was een oude emmer van 30 liter klaar gezet, dat bleek niet overbodig te zijn, daar vele Vrijbuiters in de nacht deze emmer met een bezoek vereerden. Er kwam bezoek van een ander schip twee duikboot commandanten uit Oudega, namelijk Rienk v/d Schuit (Hegemer) en Gerben v/d Werf. Zij hadden op de oever hun keelsirenes in werking gesteld, deze beide heren werden met de sloep aan boord van ons duikbootschip gebracht. Het was namelijk een vriendschap bezoek, Rienk had namelijk een groot tekort aan mondgranaten (sigaretten) waarvan hij een tamelijke voorraad mee kreeg, omdat wij er behoorlijk ruim in zaten.

Duce kocht bij een boer een jong kalf voor 125 gulden, dit zou geslacht moeten worden, wat toch wel een gruwelijke daad was. Maar Duce zette door, en stond later als een slager uit te benen, maar uiteindelijk is er toch maar een echte slager in geschakeld, die het vlees later keurig verzorgd in een melkbus terug bracht.
Pod en penningmeester Ghandi die getrouwd waren, gingen op 17-11 even naar huis, waarop Bril het penningmeesterschap waarnam, en constateerde dat ieder fl. 10.00 moest storten, waarmede Duce zijn geld van het kalf terug kreeg, en er bleef daarmede een voordelig saldo fl. 55,50 in kas. Een delegatie van ons bracht een bezoek aan die ander onderduikboot, om hen 10 pond kalfsvlees aan te smeren.

De avonden in de donkere tijd van het jaar waren best lang, met een klein olie lampje. Er was een grammofoon en Baardaap en Bril bespeelden fluit en mondharmonica daarbij werd door hun allen gezongen, en zelfs op potten en deksels geslagen. Pod zong met een ontroerende stem over een arm zwervershart, waarbij menigeen een traan wegpinkte. Ook zong hij met zijn prachtige tenorstem het prachtige en schone nooit vergeten lied ,,Koren bloem en blauw”
Op een mooie novemberdag had Duce het zogenaamd warm, en ging zwemmen naast het schip, waar de anderen de rillingen van kregen, na een klein rondje zag Duce blauw, en hielpen ze Duce bij de trap op, en hebben hem met handdoeken weer rood gerost, waarop Duce zei dat hij lekker was op gefrist.
Zo gebeurde het een keer dat Duce die onder het door hem gekochte raam zat te lezen, de schrik van zijn leven kreeg. De dochter van de schipper die op de luiken stond om de was aan een lijn op te hangen, stapte per ongeluk op het raam, waardoor Duce met een knal het glas op zich kreeg, en de schippersdochter had daardoor een paar gemene schrammen op haar been. Gelukkig was Duce niet gewond, maar ze misten het raam heel erg, doch werd de dochter van de schipper getroost.

Toen een Vrijbuiter in de late avond even aan dek was, zag hij een lamp op afstand op de polderdijk, dit gaf spanning, wat hield dit in? Mochten het Duitsers zijn dan zouden ze die met geweld aanvallen, werd er geopperd. Gelukkig was het loos alarm, maar een paar avonden daarna weer zaklantarens die op de polderdijk dichterbij kwamen, de vrijbuiters waagden het niet om lawaai te maken, gelukkig gingen deze personen met lantarens hun schip voorbij. Schipper de Boer van Gaastmeer, 60 jaar, hoefde zich niet te melden, was daardoor vrij en diende voor hen als postbode, en hield hen wat op hoogte met nieuws. Hij bleef een paar uur aan boord, en gaf hen de gelegenheid die een brief terug wilden sturen die met hem mee te geven. Af en toe gingen van hen, zoals Pod en Ghandi die getrouwd waren, voor een kort bezoek naar huis, zij wilden zich scheren, maar dat mocht niet van de Vrijbuiters, hooguit een beetje bijscheren.

Toen het konijn van de vrouw van de schipper niet zo helder was, was het advies van Duce het dier maar te slachten, en zo gebeurde het, dat Duce zijn slagers kunst weer kon oefenen.
Dinsdag 21 nov. gingen Duce en Ghandi die middag melk halen, maar omdat ze bij de boer moesten wachten, liepen ze door naar Sandfirden. Ze troffen daar een uitgesproken verdacht persoon aan, die hen inlichting vroeg naar ondergedoken schepen. Maar toen Duce vroeg wat hij hier (5 uur) zo laat kwam doen, begon hij te stotteren, ”Hij wilde Sandfirden eens bezien”. Hij wist blijkbaar geen raad meer met zijn figuur, want hij verdween op een nieuwe fiets met prima banden, ook een reden om het niet te vertrouwen. Goede vaderlanders zaten ondergedoken, of opgesloten, en reden in ieder geval niet op goede banden. Die avond werd er tijdens de maaltijd druk over gesproken. Besloten werd er nog niets, maar we waren het er wel over eens, dat het schip moest verhuizen. De volgende dag ging Pod met de schipper overleggen, wat we liever niet deden, omdat hij niet zo menslievend tegenover ons was. Andere schippers vroegen geen huur voor de logiesruimte, behalve dat ze uit de pot mee aten, moest deze schipper een veel te hoog bedrag aan huur hebben. Toen we zeiden, dat we het wel wat duur vonden, eiste hij direct voor twee weken vooruit, omdat hij anders onverwijld weer terug zou varen naar Heeg. We moesten om veiligheidswille betalen.

Er werd nagedacht hoe verder, met de schipper hadden ze het wel een beetje gehad. Bril en Ghandi wilden op verkenning uit om bij een andere schipper een plaats zien te vinden. Maar door het slechte weer lukte dit niet. Na het middageten werd er een concert gegeven onder leiding van Pod. De musici waren Baardaap en Bril die om beurten de fluit en de mondharmonica bespeelden, terwijl de grammofoon ook nog zijn best deed om mee te komen. De rest brulde zo hard mogelijk mee.
Het werd verder een rumoerige middag in verband met de voorbereidingen van het vertrek. Bril had toestemming gekregen om bij de boer te blijven waar melk gehaald werd. Om half vier vertrokken Colijn, Baardaap, Schut, Manus, Chandi en Zwager bepakt en beladen naar Heeg. Zij zouden de gevaren daar toch maar trotseren. Manus was zwaar beladen. Hij had laarzen aan tot aan zijn heupen, over zijn linker schouder hingen een paar schoenen, en over zijn rechter bungelden een paar klompen. De beide armen had hij nodig voor al zijn bagage. Even later gingen Duce en Pod per fiets naar Heeg, zodat Tarzan, Snorry en Bril achterbleven, die het er nu eens van gingen nemen. Er was nog eten, olie en vlees genoeg om daar een lekker maaltijd van te koken. De laatste drie Vrijbuiters beraden zich hoe verder, Klaas en Johan de Vries hadden onderdak besproken bij een boer, omdat zij het ook niet met de schipper konden rooien. Snorry vertrok ook naar Heeg. Waarna de schipper opeens wou vertrekken, terwijl hij wist, dat Tarzan en Bril zich deze morgen naar hun onderduik adressen zouden begeven. Ze moesten dus in allerijl, evenals Klaas en Johan, hun boeltje pakken en maken dat ze in de sloep kwamen. De schipper was zo genadig dat hij zijn aanstaande schoonzoon Bullie mee gaf om ons weg te brengen. De sloep zat tjokvol en tot overmaat van ramp begon het ook nog te regenen, zodat de dekens en alles kletsnat werden.

En dit is dus het regenachtig einde van de lotgevallen van de 12 Vrijbuiters, voor zover zij die op het schip beleefden. Tarzan, Bril, en Johan en Klaas de Vries bleven bij diverse boeren achter, Bril vond onderdak bij de ,,avond melkleverancier” en Tarzan bij de boerderij van S. Reitsma te Sandfirden, welke boerderij in het begin van 1945 door de moffen in brand werd gestoken, omdat er munitie werd gevonden.

Hoe wel het geen onverdeeld genoegen was, om 14 dagen in een schip te zitten en alle dagen weer het zelfde te moeten doen, hebben wij samen ondanks alles toch veel plezier beleefd, al hopen we natuurlijk niet op een herhaling. Schreef Bril.

F.K.