Herinneringen WO II

19 december 2017

in Verhalen

Herinneringen aan het begin van de tweede wereldoorlog,
van Rense Piso, opgeschreven voor zijn nicht Griet de Jong van Veen.

Rense Piso is omstreeks 1955 geëmigreerd naar Amerika, maar hij wist in 1995 zich nog goed te herinneren wat hij meemaakte toen de Duitsers hier 10 – Mei 1940 het noorden van Nederland overvielen.

Hij schreef: ik was toen vijf dagen getrouwd, en ik was buschauffeur bij mijn zwager Bote Westra hier in Heeg. Er kwam order door politie de Jong van de Burgemeester van Wijmbritseradeel dat wij met de bussen naar Het Gemeentehuis moesten komen op het Martinieplein. Daar kregen wij instructies om naar de afsluitdijk te gaan. Wij moesten mensen van Makkum, Zurich en Pingjum over de afsluitdijk naar noord Holland evacueren. Maar het was toen allemaal al een chaos met het verkeer. Er kwamen zoveel militaire en particuliere auto’s van mensen, die op de vlucht waren vanuit Groningen en Drenthe waar de Duitsers ‘s morgens vroeg al over de grens kwamen. Het rijden naar de bestemming ging zo langzaam, na uren kwamen wij ’s avonds pas bij de afsluitdijk aan.
Daar was het een hopeloos geval, er mochten anders niet dan militaire voertuigen over de afsluitdijk, alle particuliere auto’s werden tegen gehouden. De mensen lieten hun auto’s midden op de weg staan met lopende motors en de deuren nog open, ze sprongen met hun persoonlijke bezittingen op de militaire voertuigen.

Later hoorden wij dat het meest Joodse families en zakenlieden waren. Hun auto’s werden door Nederlandse militairen zo in het IJsselmeer geduwd om ruimte maken. Dit ging haast de hele nacht door, terwijl de Duitse vliegtuigen over vlogen en lichtbommen uitwierpen. En wij stonden doodsangsten uit dat ze zouden gaan schieten wat echter niet gebeurde.

Toen het licht werd lieten de Nederlandse militairen de brug bij Kornwerderzand in de lucht vliegen. Ik denk dat dit toen te vlug gebeurde, want alles liep toen vast en er kon niks meer over de afsluitdijk, En de militaire leiding was ook niet meer van kracht, iedereen deed maar wat het beste was voor hem zelf. Onze bussen werden ook in haven Kornwerderzand in het IJsselmeer gereden, ik denk wel 20 bussen,
Toen kwamen de Duitse vliegtuigen en schoten op alles wat op de kop van de afsluitdijk was. We wisten niet waar we heen moesten, als de vliegtuigen van de ene kant kwamen lagen wij aan de andere kant van de dijk, draaiden ze om dan vlogen wij naar de andere kant om dekking. Het was een en al paniek. De één deed een gebed, een ander vloekte, en een derde riep om zijn moeder. Ik heb nog nooit ernstiger gebeden.
Er zijn die dag drie gesneuveld die ik wel kon, Liuwe de Boer van Koudum, en nog iemand beide buschauffeurs, en militair Kaspersma van IJlst. Jelle Westra en ik zijn samen gevlucht met behulp van een militair die Klaas de Jong, nog een oud Hegemer die daar Majoor was, ons meegaf, hij bracht ons door een mijnenveld.
We zijn toen helemaal van de afsluitdijk over Makkum en Piaam, achter de zeepalen langs naar Workum gelopen. En van Workum door het Heidenskip die nacht naar Gaastmeer. Toen wij in Workum kwamen waren de Duitsers al heer en meester, en zagen we de aanplak biljetten aan de muren van verschillende gebouwen.
Het was een hele spanning voor onze echtgenotes en onze families, want die wisten niet waar wij waren. Toen ik die nacht thuis kwam heb ik mijn vader voor het eerst keer zien huilen (van blijdschap).

Ik denk dat ik de enigste Hegemer was, die bij de afsluitdijk was die eerste dagen. Ik meende dat Rindert Foekema als militair in de Kazematten zat toen, tussen Wons en de afsluitdijk. R.P.

Deze brief, en nog drie kreeg ik van K. en J. de Jong, om voor de geïnteresseerde Hegemer in de Sylboade te plaatsen. Een volgende keer meer.

F.K.