Hoe was dat toen in 1950 in militaire dienst

20 november 2018

in Verhalen

 

Er was toen in Heeg nog niet veel werkgelegenheid, er werd nog gedacht om te emigreren, of elders werk te gaan zoeken, bv naar de kolenmijnen in Limburg, Noordoostpolder, of de bouw in Holland, of trambestuurder in Amsterdam. De militairen die uit Indië terug kwamen hadden het daar ook moeilijk mee, en de lonen waren toen ook karig; een weekloon tussen de 30 en 40 gulden.

Maar de dienstplicht was toen nog heel gewoon, was je een man van 18 jaar dan werd je opgeroepen om voor de keuring te komen, werd je goed gekeurd, en had je geen twee broers die voor je de dienst vervuld hadden, dan kreeg je, wanneer je 19 jaar was, een oproep en een vrij vervoerbewijs om je te melden bij het één of ander militair onderdeel daar in die kazerne.

In juni 1952 kreeg ik zo’n oproep thuis dat ik me moest melden bij het korps  Intendance, en mijn vrij vervoer gaf aan, ik moest per bus naar Sneek en vandaar met de stoomtrein naar Stavoren.

De wagons van toen hadden aan de zijkant een loopgang met daarin schuifdeuren die gaven toegang tot coupés van 8 personen. Van Stavoren met de veerboot naar Enkhuizen, daar weer op de trein naar Amsterdam, en vandaar tram lijn 11 naar kamp Zeeburg aan het IJ. Vanaf de poort en wachtpost was het nog een kilometer lopen naar de gebouwen, en kwam ik daar in de middag aan. Ze hadden op mij gerekend want ze wezen mij een bed en een kast en een plunjezak vol kleren aan. Dit was wel even wennen want we waren allemaal vreemden van elkaar.

De discipline werd ons bijgebracht met aantreden en marcheren, naar eetzaal en leslokalen inspecties op uniform, en het opvouwen van dekens (wolletje). De kast moest op orde, het poetsen van schoenen, en daar kwam later de Gerand, het geweer, nog bij en je had om de beurt kamerwacht.

Veldoefeningen stelden niks voor want er was geen oefenterrein, af en toe schietoefeningen, wachtlopen werd ons geleerd door ons in de nacht om de twee uur bij een oude bunker te plaatsen.

Het was gezellig in Amsterdam in de Rock-‘n-roll tijd, maar wij hadden geen cent om uit te geven. Ééns in de vier weken hadden we vrij vervoer met de trein, en de weekends daar tussen half reisgeld, dan was de gulden soldij per dag gauw op, er moest vaak geld bij.

Tijdens de opleiding stierf elders een militair die in Amsterdam met militaire eer begraven moest worden. Zes militairen van ons peloton moesten oefenen om de kist te dragen, en zes waaronder mijn persoon moesten oefenen om een saluut schot op commando af te vuren boven het graf.

Een paar weken later zou de Koningin bezoek ontvangen in haar paleis in Amsterdam. Ook daar moest ons peloton voor oefenen om daar een erehaag met presenteer geweer te vormen. Tijdens het bezoek moesten we de dag en de nacht in een lege kamer achter in het paleis  doorbrengen op stapelbedden driehoog, om de volgende dag weer aan te treden voor het vertrek van het bezoek.

Op een terugreis  van een vrij weekend had ik vermoedelijk iets verkeerds gegeten. Want de nacht daarop was ik ziek en misselijk. Laat het nou zo zijn dat er net op die dag een belangrijke oefening was, waarvoor we om 5 uur moesten opstaan om met legerauto’s naar de Veluwe te rijden om daar een stormbaan met hindernissen, kruipen, springen en klimmen te oefenen. Terwijl de anderen zich klaar maakten stond ik over te geven en voelde ik me ziek en ging van ellende weer in bed. Die dag moest ik, weer wat opgeknapt, op ziekenrapport, ik had geen koorts, en wanneer je geen koorts had was je niet ziek. En daarvoor moest ik de volgende dag bij de Kapitein op rapport, die gaf mij als straf 10 dagen licht arrest, dat hield in dat ik me na diensttijd om de twee uur moest melden bij de wachtpost aan de poort, een kilometer lopen op en neer ook in mijn vrij weekend, dat was balen, maar gelukkig was het toen goed weer.

 

Onze rekrutenopleiding zat er bijna op, en later zou blijken dat we naar elders zouden worden ingedeeld. Zo werd ik overgeplaatst naar de 105de Intendance herstelling compagnie in een Barakken camp bij Oorschot in Noord-Brabant. (Later meer)

F.K