Militaire dienst in 1952 in Oorschot (2)

11 december 2018

in Verhalen

 

Het was weer even wennen, van Kamp Zeeburg Amsterdam, naar het barakkenkamp bij Oorschot.

Veel verder reizen, een lange barak met aan de ingang een was lokaal. Dan kwam de deur naar de lange kamer met twee grote kolenkachels in het midden, met daar tussen de tafels en banken. En langs de wanden de kasten met bedden twee hoog. Het eten kwam van de keuken naar de barak. Het enige voordeel was dat je gezamenlijk het brood kon roosteren op de kachel.

Het was een herstellingscompagnie en die jongens die voor mij daar al waren, waren vaklieden, kleer- en schoenmakers. Die kleermakers maakten van het jack van hun uitgaanstenue een mooi vlot jack met een strakke rug. Voor f 2,50 liet ik mijn jack ook door één van hen veranderen. Voor mij was het een saaie boel daar, een paar keer de hei op geweest, gelukkig was er wel een kantine in het kamp, en in het dorp was een militair tehuis. Een keer zijn we op oefening geweest, in auto’s tot aan Oudemirdum in Friesland waar we nacht in tentjes hebben geslapen, dit was meer een oefening voor de chauffeurs. Wanneer je van verlof terug kwam, moest je van station Eindhoven met militaire auto’s terug naar het kamp, dat was om elf uur ’s avonds de laatste kans. Die kans was ons bijna ontkomen om dat we in de treincoupé in slaap waren gevallen, die trein bleef gelukkig staan op een rangeerplaats die nacht. Wakker geschrokken en hard lopend haalden we net op tijd de laatste auto naar het kamp.

Na een paar maanden werd mij verteld waarvoor ik bij die compagnie was ingedeeld. Ik zou daar inventarisator zijn wat mij vreemd in de oren klonk. Gelukkig was er wel een goede inventarisator die nog een tijd mee kon, en daarom werd ik overgeplaatst naar de Intendance werktroepen gelegerd in Ermelo. Dat was voor mij minder ver reizen, en waar ik een mooie tijd heb gehad. (Volgende keer meer)

F.K.