Het broedseizoen in het Heempark

3 september 2020

in Natuur in en om Heeg

BMP 2020. Na het broedseizoen heeft de autocluster van de Sovon via een druk op de knop bepaald dat in het Heempark 47 soorten vogels een territorium hebben gehad. Het Broedvogel Monitoring Project is een aanname van broedgevallen. Het tellen gaat voornamelijk op gehoor en kan zodoende zonder verstoring. De zang, alleen de mannetjes zingen, is om een vrouwtje te lokken en om zijn territorium aan te geven. Een telronde begint voor de zon opkomt en neemt zo’n 2 tot 3 uur in beslag, en dat 10 keer van 15/3 tot 27/6. Vroeger was het bepalen van het aantal broedgevallen nogal een tijdrovende bezigheid. De laatste jaren gaat de teller met de Sovon Avimap-app op de telefoon op pad en zet een stip op de kaart waar men welke vogel hoort of territoriaal gedrag waarneemt. En vult de broedcode in. Een kind kan de was doen. Alleen de verschillende vogelgeluiden nog even uit het hoofd leren.

Het aantal territoria in 2020: Grauwe Gans: 4, Bergeend: 4, Krakeend: 5, Wilde Eend: 16, Soepeend: 6, Kuifeend: 1, Sperwer: 1, Boomvalk: 1, Waterral: 1, Waterhoen: 7, Meerkoet: 7, Scholekster: 1, Holenduif: 2, Houtduif: 12, Turkse Tortel: 4, Koekoek: 1, Steenuil: 1, Ransuil: 2, IJsvogel: 1, Grote Bonte Specht: 2, Witte Kwikstaart: 1, Winterkoning: 18, Heggenmus: 3, Roodborst: 2, Zwarte Roodstaart: 1, Merel: 15, Zanglijster: 3, Rietzanger: 3, Bosrietzanger: 4, Spotvogel: 2, Braamsluiper: 5, Grasmus: 2, Tuinfluiter: 6, Zwartkop: 18, Tjiftjaf: 18, Fitis: 10, Pimpelmees: 11, Koolmees: 16, Gaai: 2, Ekster: 2, Kauw: 1, Zwarte Kraai: 3, Huismus: 6, Vink: 8, Groenling: 1, Putter: 1 en Rietgors: 1.

Nieuwe soorten. Het Heempark verandert en de aanwezige vogelsoorten gaan daarin mee. Dit jaar 2 nieuwe soorten, bijzondere. Voor het eerst liet een paartje steenuilen (stienûlen) zich zien en horen. Er is geen nestbouw gesignaleerd, maar door hun aanwezigheid van 23/3 tot 9/5 is het wel een aangenomen territorium. En nog een bijzondere soort: blauwe wikels. Boomvalken arriveren laat en jongen kunnen tot in augustus uitvliegen. Ze gebruiken oude ekster- en kraaiennesten. Vaak een alarmerend mannetje, later het jagend paartje, alles wees op een broedgeval. Het is een moeilijk te lokaliseren soort, maar er is wel een sterk vermoeden waar. Nu beide soorten het hier ontdekt hebben, volgend jaar maar weer.

Stopwerk. Oeverzwaluwen (ierdswellen) zijn even geweest, maar hebben om onduidelijke redenen niet doorgezet. De prachtige ijsvogels (iisfûgels) daarentegen hebben drie keer gebroed. Sinds maart bij de wand en eind juli doken ze nog met visjes het nestgat in en zijn er jongen. Elk jaar moeten de gaten voor de oeverzwaluwen worden gevuld. Omdat de ijsvogel na het stopwerk weer in bijna alle gaten gaat graven, is de afgelopen jaren gewacht tot deze had gekozen. En dan er nog maar een keer bij langs. Er werd meerdere jaren gebroederlijk gebroed, maar misschien is dat drukke graafgedrag toch een beletsel voor de zwaluwen. Uit wanhoop speelde weleens de gedachte om tijdens dit stopwerk ook hun nestgat dicht te stoppen. En dan flink aanstampen, het is een oeverzwaluwwand ja? Wellicht blijft bij elk legsel zijn drang tot graven, puur voor het vrouwtje. Maar ook voor haar hoeft zoiets niet, voor het derde jaar gebruikt ze hetzelfde nestgat. Naast en bij succesvolle zwaluwwanden staan vrijwel geen bomen. Misschien moet er wat gesnoeid worden en er kan een boom met wortel en al omgetrokken worden als alternatieve nestplaats voor de ijsvogels.

Pesticiden. Het was landelijk nieuws: mensen was op sociale media gevraagd om in het voorjaar geborstelde honden- en kattenhaar in de heg te steken. Goed bedoeld, zodat vogels het als nestmateriaal konden gebruiken. Maar de op huisdieren gebruikte chemische anti-vlooienmiddelen blijken zelfs een half jaar na gebruik nog te werken. Als deze haren contact met de kale huid van jonge kool- en pimpelmeesjongen maken, veroorzaakt dit niet alleen brandwonden, maar heeft vaak de dood van de kwetsbare jongen tot gevolg. Wij kregen meldingen van dode jongen in nestkasten vol met haar. Ook bij ons thuis was dat het geval.

Allerlei. Op het vogeleiland heeft een ransuil (hoarnûle) zitten broeden. Tegen de tijd dat er jongen zouden moeten zijn werd het echter stil. De ransuil die in het noorden zat kwam niet tot broeden. Geen waarnemingen meer, geen roepjes meer in de schemer, niets. Vogelringers wisten het al: dit jaar veel verlaten nesten en weinig ransuiljongen. Waarschijnlijk te weinig muizen. Allemaal verdronken? * Bij het ringen van de sperwerjongen op 11 juli bleken er 3 mannen en 1 vrouw in het nest te zitten. Dit was het tweede gebouwde nest van de sperwerouders, het eerste was in een storm verwaaid. De jongen waren gezond en goed op gewicht. *  Op 19 juli waren er nóg 4 sperwers (sparwers) op het schiereiland, jagend en roepend boven de grote vijver. Dit waren sperwers met 2 ongeringde jongen die elders hadden gebroed en hier foerageerden.

Gekaapt. De bergeenden-kast voor de zwaluwwand was al eens bezocht door een bergeend (berchein). Maar een brutale wilde eend (bretale wylde ein) was haar een slag voor. Ma bergeend kwam nog wel eens langs om te kijken welk nest haar nest had ingepikt, maar moest op haar beurt wachten voor zij haar intrede kon maken. Hierdoor waren ze wat aan de late kant, maar uiteindelijk konden ook hun jongen uit de kast komen. Zo jong al.

Blauw. Wat een prachtig blauwe lucht in het broedseizoen. Witte wolken, daarachter de felle zon, bijna onwerkelijk. Zo blauw als het alleen vroeger kon zijn. De regering pompte er vervolgens miljarden in om mensen zo snel mogelijk weer in die blauwe lucht te krijgen. Dat wilde toch iedereen? Grijs wordt het nieuwe blauw. Maar er komt een vliegtaks. Iemand die meer vliegt betaalt dan meer. Zo draagt ieder naar vermogen bij aan het milieu. Toch?

BOA’s. Even leek het wel of bijna niemand zich iets aantrok van het aanlijngebod in het Heempark. Tijdens het broedseizoen kwamen hondenmensen, zelfs zonder lijn, naar het Heempark om ze vrij te laten graven en rennen. Een bedreiging voor in de struiken broedende vogels en daar levende zoogdieren. Huisdieren, honden zowel als katten, worden in rangorder niet zelden ver boven de vrije natuur geplaatst. Enkelen vinden dat hun hond hier best los mag lopen. Ook zijn er mensen die juist hierdoor het Heempark mijden.

“Dit moet frustrerend voor jullie werken”, zoals een hondenuitlaatster met excuses opmerkte. In het Heempark staat voorop dat zoveel mogelijk soorten vogels hier veilig moeten kunnen broeden. Loslopende honden horen daar niet bij. Als door een wonder kwamen er ineens handhavende BOA’s op patrouille. Vanaf toen werd het minder. Minder. Gelukkig zijn er zijn mensen die hun hond altijd vast hebben, uit respect voor dit mooie natuur- en wandelgebied.

H.A.