Nieuws van de palingaak

20 december 2021

in Palingaak

Met de palingaak naar de Oostzee: wie vaart er mee ?

Na een mooi vaarseizoen is het weer tijd om iets van ons te laten horen. Er was veel belangstelling voor de avondvaarten. We hebben ook als vrijwilligers in het voor- en naseizoen met elkaar mooie tochten gemaakt. In het juni-nummer was te zien hoe we bij zo’n oefentocht een forse bui trotseerden. Het oefenweekend eind oktober hadden we juist prachtig weer.

 

 

 

 

 

 

Foto: oefentocht op groot water 23/24 oktober

Het afgelopen voorjaar leek het er op dat er niet veel mogelijk zou zijn. We hadden deze zomer de reis naar de Oostzee willen maken. Maar dat hebben we om dat vervelend rondwarende virus moeten afzeggen. En nu het deze winter weer oplaait, treffen we toch voor het komend jaar alle voorbereidingen. Dit najaar is het Oostzee-comité weer vol aan de slag gegaan, zij het on-line. We durven het aan! Het geeft ook energie! De ervaring leert dat we nog wel enige tijd met het virus moeten leren leven. Er is vast komende zomer een manier gevonden om er verantwoord mee om te gaan.

Publieksevenementen zullen we mijden, zoals een groots vertrek en aankomst in Heeg en publiekstrekkende activiteiten in de havens, waar we aanmeren. Aan boord is sprake van een gecontroleerde omgeving, waar we alle maatregelen uiterst zorgvuldig naleven. Ook dit vaarseizoen hebben we ons daar zoveel mogelijk aan willen houden. En natuurlijk volgen we de laatste ontwikkelingen op de voet en als het niet anders kan……

In 2019 gingen we naar London om de eeuwenlange traditie van de palinghandel vanuit Súdwest-Fryslân te laten herleven. Maar ook de tochten naar vooral Denemarken horen bij de roemrijke geschiedenis van Heeg. De vraag naar Friese paling was op enig moment zo groot, dat de vangst ervan in Friesland niet meer aan de Engelse vraag kon voldoen. Palingaken voeren daarom van september tot januari – in de winter! – soms wel vijf keer op en neer naar de Oostzee om daar paling in te kopen voor de handel met Engeland. Denen en Zweden vingen hun paling vooral op de Sont, tussen Kopenhagen en Malmö en ten noorden daarvan. Er werd handel gedreven met vissers in Vedbaek, Humlebaek, Rungsted, Helsingᴓr, Villingebaek, Gilleleje, Råå, Frederica en Kolding.

Het laden van 20.000 pond paling nam een aantal dagen in beslag en zodra de bun van een aak vol zat, begon de terugtocht naar huis.

Foto: Korneliske Ykes in het Kieler kanaal, op weg naar de Oostzee

De originele Korneliske Ykes had in haar laatste jaren een (hulp)motor en kon deze handelsreis daardoor sneller volbrengen dan alle andere palingaken, die alles op zeil moesten doen. In juni komend jaar willen we zo’n tocht maken. We nemen daar vijf à zes weken voor. Het vertrek zal dus 4 of 11 juni uit Heeg zijn en de terugkomst in Heeg medio juli, afhankelijk van het al dan niet doorgaan van Sail Harlingen (dat gepland staat van 14 t/m 17 juli 2022).

Een kleine week om de Oostzee te bereiken, drie weken om de vissershavens aan de Sont te bezoeken en één à twee weken voor de terugvaart. En anders dan in 2019 nodigen we onze donateurs uit om mee te varen. Je kunt dan een midweek of weekend ‘boeken’. Met een pendeldienst zorgen wij vanuit Heeg voor het vervoer heen en terug. En wat zou het mooi zijn als veel Heegemers zich hiervoor melden. Want de aak is toch van Heeg en de Heegemers. Er is inmiddels een mooie website, waar alle informatie te vinden is. Die site, www.palingaakoostzee.nl,  wordt steeds bijgewerkt met laatste nieuwtjes. Daar vind je hoe je je alvast als donateur kunt aanmelden. Goed te weten dat we niet met ‘gasten’ willen varen, maar met donateurs. Ook dat is een extra controle terwille van veilige omstandigheden bij de voorbereidingen en de reis zelf.

De aak ligt weer in de winterberging, in het Schiphuis Heeg. Dat is altijd weer een hele klus: het leegruimen van de aak, het opbergen van de zeilen, gaffel en giek, alsmede het takelen van de mast. Met die mast heeft Heech by de Mar ons weer geweldig geholpen.

Deze winter kijken we tevens naar de conditie van de aak voor het komende seizoen. De technische voorbereidingen voor de reis naar de Oostzee zijn minder ingrijpend, omdat we voor de reis naar London al het nodige hebben gedaan aan de zeewaardigheid van de aak. Maar een aantal maatregelen is toch echt nodig. Zo vereist de regelgeving op de Oostzee dat we een zeebrief nodig hebben en het schip nog eens extra gekeurd moet worden. Het varen op de Sont vraagt nog enkele kleine aanpassingen. Zo hebben we een grote kluiver en speciale, lichte ankers nodig. En natuurlijk moet alles gecheckt, zo nodig vernieuwd en aangevuld worden. We hopen voor al die voorbereidingen weer een beroep te mogen doen op de instanties en organisaties, die de tocht naar London ook mogelijk hebben gemaakt.

Het nieuws over een algehele stop van de palingvangst en -handel heeft natuurlijk ook ons bereikt. Het gaat hier om het ICES-advies aan de Europese Commissie. Het is aan de Nederlandse organisatie voor een duurzame palingsector (Dupan) en de wereldwijde organisatie, the Sustainable Eel Group (SEG) om hier op te acteren. Voor het wereldcongres van die SEG waren wij in 2019 in London uitgenodigd.

Op dat congres werd veel onderzoek gepresenteerd en een pakket met maatregelen benoemd. Juist de illegale handel in glasaal, vooral vanuit de Zuid-Europese landen naar China e.a. is een grote bedreiging.

Ook moet hard gewerkt worden aan de migratie van de trekvis (zoals de paling en de zalm) van zoet naar zout water en omgekeerd. Schoon oppervlaktewater en open verbindingen zijn van groot belang voor het voortbestaan van deze trekvissen.

In Noordwest-Europa wordt hard gewerkt om de palingstand op een hoger peil te brengen. De palingvissers in Friesland vervullen een voorbeeldfunctie in het uitzetten van glasaal en het quoteren van hun vangst, zodat er elk jaar meer palingen in onze Friese wateren rondzwemmen. En daar willen wij als stichting natuurlijk ons ook voor inzetten.

En dan nog dit:

Gert Schwandt bracht ons laatst het verslag van een rechtbankzitting uit 1841 over palingdiefstal. James May en Edward Fleming werden in de vroege uurtjes van 19 september in dat jaar op heterdaad betrapt. James had het plan beraamd en voerde het uit. Edward was zijn hulpje en roeide het bootje. James haalde levende paling uit de bun van één van de palingaken, die aangemeerd lag aan de Dutch Mooring in London.

De schipper, Anne Guldenarm, bevestigt in de rechtzaal dat enkele manden en een hoeveelheid paling uit de bun van zijn aak waren verdwenen. De rechter is onverbiddelijk: James, 25 jaar oud, wordt schuldig bevonden en krijgt zeven jaar. Edward, 19 jaar, wordt eveneens schuldig bevonden en krijgt één jaar.

Hieruit blijkt maar weer dat je beter geen paling kunt ontvreemden.