Heeg, en het verleden van de Buterhoeke

2 maart 2011

in Overig nieuws

Historicus oud Hegemer Germen Wierda heeft het oude Kerkboek van Heeg ontdekt, en daar een aantal pagina’s uit het begin van de zeventiende-eeuw ontrafeld waardoor wij inzicht krijgen, wat er toen in Heeg omging. Er was toen geen Skatting, maar een Hinxtepoeldyk, de hoofdstraat was de Tsjerkebuorren. De Syl die was belangrijk, dat was een waterkering, halverwege de Helling en de huidige brug, die met harde wind of storm gesloten werd, en het opgestuwde water van het Hegermeer naar de Weisleat en overige poelen moest keren, om te voorkomen dat de hooilanden daar onderwater kwamen te staan. En toch moest de Syl bij normaal weer, doorvaarbaar zijn. Het wegverkeer dat toen niet belangrijk was, het verkeer over water des te meer, dat gaf veel bedrijvigheid in de houten scheepsbouw . De zijlmakerij was minstens zoo belangrijk, die nam dan ook een voorname plaats in, in het dorp. Toen schippers ontdekten, dat er in de steden behoefte was aan hooi voor de trekpaarden, maar ook voor de luxe paarden van de rijke lui. Werd dit voor het dorp, met de hooilanden om en bij Heeg een bloeiende handel. Dit gaf werkgelegenheid in het dorp, maaien, hooien, en vervoer van hooi, de schepen kwamen tot in Amsterdam.

De zuidoosthoek van het dorp was belangrijk, hier was de Súderhaven waar de hooischepen afmeerden, en overwinterden. Ook toen werd er al ligplaatsgeld betaald aldus Wierda. Van Harinxma had heel veel zeggenschap in Heeg en omgeving. In de zuidoosthoek van Heeg,daar stond ook zijn boerderij, maar bij die Súderhaven ook een soort sate van waaruit tol werd geheven, van schepen die van de haven, vaarwater, en het Hegermeer gebruik maakten. Nu zijn er prachtige borden in Heeg geplaatst, waar de Hegemer ,en de toerist informatie kan lezen over het verleden van Heeg, zo ook van de Súderhaven en de herkomst van de naam Bûterhoeke. De kerk , zo lezen wij in de vertaling van het kerkboek door Wierda, had toen veel te doen met arme en alleenstaande oude mensen. Het was de vrouw van Van Harinxma die haar dit aantrok, zij regelde, dat arme mensen, van tijd tot tijd een kommetje boter bij de boerderij konden halen, zo ontstond er, door de volksmond, de naam Bûterhoeke voor de zuidoosthoek van Heeg. Oude kaarten van 1832 laten zien dat de Bûterhoeke toen een eiland was, met daarop twee boerderijen.De Súderhaven is in 1863 al gedempt, kohier kaarten en de beschrijving laten zien, dat de grote boerderij van een tuin en een boomgaard was voorzien. Het Plein met het terras van’s Lands Welvaren nu, daar stonden toen drie woninkjes aan een nauwe steeg, met daarachter een boomgaard die behoorde bij de boerderij. Die nauwe steeg tussen de woningen, dat was toen ook de loopverbinding, met een loopbrug voor de boeren en bezoekers van en naar het dorp. Waarom werd die Súderhaven gedempt ? was de haven dicht geslipt en ondiep? Was de haven niet interessant voor de palinghandel?

Tweehonderd jaar later wanneer mijn boerderijtje op die plek door brand verwoest werd, en er grond werd afgevoerd voor de herbouw van het boerderijtje. Werd er later in die grond een mooie antieke kruik gevonden. Deze kruik van Pingdorf aardewerk genoemd naar een plaats ten zuiden van Keulen wordt gedateerd tussen 1000 en 1200 aldus de historicus, en dat betekent een noch vroeger bewoning. Dat gegeven gekoppeld met de Haghakerk waarvan bekend is dat de kapel al geruime tijd bestond in het jaar 1132, geeft extra ondersteuning voor de aanname dat Heeg en omstreken al bewoond was net even na het jaar 1000 aldus historicus Wierda (Wat opvalt op de plattegrond van Heeg, dat de bebouwing rond de kerk, nog gesloten is, en dat er nog geen doorbraak was, voor de Nijedyk, laat staan een weg naar Gaastmeer, )

F.K