Sinds eind maart ligt de aak weer fraai op haar plek. Afgelopen winter is er hard aan gewerkt. Er is groots restauratiewerk verricht. Daar is vanaf de kant weinig van te zien. Behalve dan de matte verflaag. De eerder gebruikte perkoleum glom naar ons idee te veel. En dat past toch eigenlijk niet bij een klassiek schip. In de tijd dat palingaken nog echte werkschepen waren, zout en zoet water moesten trotseren, zag het houtwerk er vaak schraal uit. Dit oogt beter, al zitten er nog veel verflagen onder. Wellicht moeten we het bovenwaterschip toch een keer helemaal kaal maken, want met al die lagen ademt de huid te weinig. Dat kan mede de oorzaak zijn van de witrot, die Wout Rijpma op meerdere plekken in het boeisel heeft geconstateerd. Dat er bij de bouw van het schip voor het boeisel onvoldoende gedroogd hout beschikbaar was, kan de andere oorzaak zijn.
In ieder geval zal hier de komende jaren fors gewerkt moeten worden. Op 10 april heeft een deskundig team het hele schip van top tot teen bestudeerd. Een meerjarenonderhoudsplan is echt nodig, zeker nu we met voortwoekerende witrot te maken hebben. Zo kunnen we elk jaar het werk systematisch oppakken en begroten. Het stelt ons als bestuur wel voor een dilemma. Het vraagt namelijk extra financiële middelen, maar dat terzijde
Tweeduizend-één-en-twintig ligt voor ons: wij willen er een mooi jaar van maken. Nu het vaccinatieprogramma op gang is gekomen en verwacht mag worden dat ‘het nieuwe normaal’ einde van deze zomer kan beginnen, hebben wij een mooi seizoen in petto. Wij zijn in april begonnen met dinsdag- en donderdagvaarten voor onze bemanning/vrijwilligers. De schippers van de aak – Yugo Baya, Rinus Grondsma, Johannes Hobma en Maarten Stuurman – willen in de maanden april en mei onze vrijwilligers alle gelegenheid bieden om zich verder te bekwamen in de vaarkunsten. Zowel de stuurlui, voor- als middendekkers hebben hun eigen rol.
Op die plekken moet je op elkaar aan kunnen. Dat vraagt niet alleen de vaardigheden terplekke, maar tevens gelijkgericht handelen en heldere/simpele onderlinge communicatie. Het ging altijd goed, maar het kan nog beter. Dat is ons motto. Ook zijn we van plan om in mei een paar keer het grotere water op te zoeken. Want daar is de aak echt op haar plek. Met de London-reis in 2019 hebben we daar enorm van genoten.
Vanaf juni tot augustus zullen we waarschijnlijk op onze avondvaarten gasten kunnen ontvangen. Net zoals vorig jaar zullen dat tochten zijn, waarbij we niet op het grootzeil varen. Zo kunnen we de richtlijn van anderhalve meter handhaven.
Tevens biedt het varen zonder grootzeil de gelegenheid om verhalen te vertellen over de geschiedenis van Heeg, de palingvangst, de handel op London en verduurzaming van de palingsector. Dat werd vorig jaar erg gewaardeerd. Op die voet gaan we dit jaar verder.
En dan hebben we ook het plan om meer met Heeg, de aak en paling te doen. Het moet zich nog uitkristalliseren. De gedachte gaat uit naar een middag-/avondarrangement. Dat begint met het varen langs de fuiken. Freerk Visserman laat zo zien hoe die worden gezet, de paling wordt gevangen, maar bovenal hoe hij de visstand beheert vanuit goed rentmeesterschap en milieubeheer. Vervolgens een tocht met de aak en een historische toer door het dorp, waar natuurlijk het VVV/beleefcentrum een plek in heeft. Afsluitend met een etentje, waar vis (liefst ook paling) op de menukaart staat.
En misschien is er in de nazomer gelegenheid om met groepen te varen. Het hele afgelopen jaar hebben we dergelijke evenementen moeten afzeggen. Maar wie weet is er vanaf augustus hier weer ruimte voor.
In mei komt het Oostzee-comité weer voor het eerst bijeen. In de Sylboade van januari moesten we aankondigen dat de reis naar en over de Oostzee niet dit jaar zal plaatsvinden. Op dit moment staan voor 2022 alle lichten op groen. Voor ons reden om de plannen weer op te pakken. In de volgende Sylboade zullen we verder op die plannen ingaan.