Geschiedenis van Heeg

Ammerzoden herfst 1944 // onderweg naar Heeg-IJlst herfst 1944.

In Ammerzoden, een mooi dorp aan de Maas, vonden vóór september 1944 geen schokkende gebeurtenissen plaats in de gaande oorlog. Toch was in de herfst van 1944 de tijd gekomen dat er geëvacueerd moest worden in verband met de oprukkende Duitse troepen.

Ook voor het gezin van Hubertus Johannes Kivit, geboren in 1887, en Adriana Penders, geboren in 1898, bracht dit een hele verandering met zich mee. Het jonge stel had voor elkaar gekozen en trouwde voor de wet in Ammerzoden op 16 mei 1916. Zij mochten 10 kinderen verwelkomen waaronder een tweeling. Helaas overleden er vier op ( heel ) jonge leeftijd, waaronder de tweeling. De andere 6 ( Truus, Sjaan, Johan, Tonnie, Huub en Annie ) werden met  moeder Adriana op transport gezet naar Friesland.

Moeder Adriana en dochter Tonnie werden ondergebracht in Heeg bij café Visser, toen in exploitatie bij Age en Sjoerdje Visser. Oudste dochter Truus, die gehuwd was en drie kinderen had ( respectievelijk van 7 en 2 jaar en een van enkele weken oud ), werd met haar kinderen ondergebracht in IJlst. Haar man bleef in ’s-Hertogenbosch, hun woonplaats, achter.

Zoon Johan werd ondergebracht op de boerderij van de familie van der Velde  aan de Burd onder Heeg. Zoon Huub werd ondergebracht op de boerderij van de familie Cnossen aan de Koaldyk in Heeg. Dochters Sjaan en Annie werden op een adres in Heeg ondergebracht maar dit hield niet lang stand aangezien de opvang tekort schoot. Al vrij snel werden daar nieuwe adressen voor gevonden. Sjaan werd ondergebracht bij de familie Rindert en Sjoukje Foekema en jongste dochter Annie werd nog ondergebracht bij eerder genoemde familie Visser.

Onheilstijding.

Vader Hubertus werd niet veel later uit z’n woonplaats Ammerzoden geëvacueerd naar het iets veiliger verderop gelegen Kerkwijk. Op 5 januari 1945 zakte de schuur van een boerderij met rieten dak bij Kerkwijk onder geschut van de Duitsers in. In de nabije omgeving van deze boerderij waren ook bijgebouwen, enkele woningen en een schuurtje met geheime wapenopslag van de Duitsers. Vader Hubertus en enkele lotgenoten werden opgeroepen om voor velen ( waaronder achter gebleven ouderen ) een veilig heenkomen te zoeken. Bij deze reddingsactie kwamen tot overmaat van ramp stukken vuur van het rieten dak op de wapenopslag terecht wat een hevige explosie tot gevolg had. Zes mensen ( 1 vrouw en 5 mannen ) kwamen direct om. Vader Hubertus stierf ter plekke onder hevige pijnen enkele uren later. Het overlijden van vader Hubertus was een zware tol die door  de familie Kivit/Penders bij deze grote calamiteit betaald werd.

Het bekend worden van deze catastrofe zorgde in Heeg en IJlst uiteraard voor grote ontreddering. Na tijdelijk in een noodgraf gelegen te hebben werd Hubertus een aantal maanden na zijn overlijden herbegraven op de RK begraafplaats te Ammerzoden.

Einde oorlog en opstart naar de toekomst.

Het einde van de oorlog werd door de familie Kivit verder zonder kleerscheuren gehaald. De opstart verliep heel moeizaam want na alle ontberingen van de oorlog kwam moeder Adriana op 2 juni 1945 te Heeg te overlijden. Zij werd in Blauwhuis op de RK begraafplaats begraven. De graven Kivit/Penders zijn inmiddels geruimd en zijn komen te vervallen.

Hoe is het de zes kinderen Kivit na de oorlog vergaan?

Oudste dochter Truus ging terug naar haar man in ’s-Hertogenbosch en het gezin werd nog wat verder uitgebreid. Sjaan kreeg in Heeg kunde aan Lammert Gerritsma en kwam in 1949 definitief naar Heeg om met Lammert te trouwen en een gezin te stichten, kinderen uit dit huwelijk, Nico, Adrie en Hubertus ( Bert ). Johan ging terug naar Ammerzoden en stichtte daar een gezin. Tonnie ging terug naar Ammerzoden en kwam later in ’s-Hertogenbosch terecht, waar zij een gezin stichtte. Huub ging terug naar Ammerzoden en moest een tijd later naar Indonesië voor zijn dienstnummer en ging daarna ( omdat vader en moeder waren overleden ) zijn geluk beproeven in Nieuw Zeeland, alwaar hij een gezin stichtte. Broer en zussen hebben hem nooit teruggezien. Annie ging terug naar Ammerzoden, kwam de man van haar dromen tegen en stichtte met hem een gezin.  De zes kinderen Kivit/Penders en de aangetrouwden zijn inmiddels allen overleden.

Wat rest?

Een vermelding van vader Hubertus op een oorlogsgedenksteen met meerdere namen van slachtoffers in Ammerzoden ( zie foto ).

Een relikwie, zijnde een granaatscherf ( zie foto ) uit zijn lichaam in bezit van  Hubertus  ( Bert ) Gerritsma, die naar hem genoemd is.

Heeg, september 2019 ( tekst; Nico Gerritsma )


 

Sub titel: schippers te Heeg; Jan geh. met Taedtje, Anne geh. met Trijntje en Taedtje,       en Pieter met hun zus Akke Huites van der Werf, alle drie te Heeg geboren en getrouwd.

Jan Hendriks de Leeuw, geb. 11 juni 1856 te Sneek, 23 jaar skûtsjeschipper te Heeg, z.v. Hendrik de Leeuw , koopman/schipper en Angenietje van der Stel, te Sneek, huwt op 15 mei 1880 te Heeg/Sneek Wymbr., in 1e huw. met Taedje Huites van der Werf,  21 jaar, geb. 01 april 1859 te Heeg, d.v. Huite Durks van der Werf, kuiper, en Anneke Taedes Visserman te Heeg, (Taedtje in 2e huw. getrouwd met Anne Durks F(V)ortuin).  Jan Hendriks de Leeuw, komt heel jong als schippersknechtje op een modderskûtsje, als  wees van 17 jaar komt hij in 1873 in “it Earmhûs fan Heech” terecht, daar moeten  alle verdiensten afgedragen worden aan de “Vader”  van dat Armenhuis, voor hem bleef over het modder kruien en het skûtsje trekken, dag in dag uit. Hij ontvlucht het Earmhûs rond zijn 18de, door aan te monsteren als kok/matroos op een palingaak van Heeg, de greep van “It Earmhûs” op hem, verslapt en verdwijnt, hij heeft dit tot zijn trouwen in 1880 gedaan, hij kon daarna met zijn spaarcenten “zijn droom” waarmaken, door een modderskûtsje te “kopen”, n.l. de groen geverfde  “Hoop op Zegen”, Jan en zijn Taedtje worden schippers op hun eigen skûtsje, maar het wordt geen zegen…, eerder een ramp!

Geb. akten Wymbrits. te Heeg: Angenietje 12 mrt.1881, al vlug overleden; 02 sept. 1882 Hendrik, overleden 1888, 5 jaar oud; 03 dec. 1883 Anneke, overl. 1888, 4 jaar oud; 22 febr. 1885 Huite; 06 mei 1886 Grietje; 14 okt. 1887 Gerrit;  22 febr. 1890 Hendrik, overleden 1893, 3 jaar oud; 15 apr. 1891 Dirk (Durk), overl. 1893, 2 jaar oud; 30 jan. 1893 Jan, overl. 1893, 6 mnd. oud.

Rond 1894 wordt vader Jan Hendriks ziek, erg ziek, en wordt weer opgenomen, in dat door hem zo verafschuwde “Earmhûs” te Heeg, waar hij op 09 okt 1894 om 00.30 uur overlijdt, 37 jaar jong, zijn Taedtje, 35 jaar, is dan weduwe, afgebeuld door werk en zorgen, met nog maar 3 van haar 9 kinderen in leven.

Jan Hendriks, is  van 1880 tot 1894 skûtsjeskipper te Heeg, doet in alle gevallen zelf de geboorte aangiftes; behalve in april 1891 (de aangifte wordt gedaan door Douwe Uilkes Nauta, geb. 1863, schippersknecht te Heeg). Hijzelf is afwezig wegens het uitzitten van een gevangenis straf, aldus die aangifte. Hij doet zo nu en dan naast zijn eigen werk, ook nog wel eens een reisje naar Londen, zo blijkt uit het volgende verhaal.

 Jan Hendriks de Leeuw, was een overgrootvader van Eelkje Lopik Huizenga, uit Heeg, die vertelde, dat Anneke Taedes Visserman, zie eerder, een paar jaar in Londen heeft gediend als dienstmeisje, ook door contacten via en met de Palingaken. Eelkje schrijft in haar mail nog het volgende: ”Haar beppe Grietje Jans de Leeuw *1878, was als meisje, dienstmeid bij de Vissers op de Syl, (die woonden in de ex huisartsenpraktijk van Huisman), vader Jan de Leeuw, had voor de verjaardag van zijn dochter Grietje, een klein stukje (geparfumeerd?) lekker ruikende Engelse zeep meegenomen van zijn reis naar Londen, Grietje liet het haar mevrouw Visser zien, die het stukje zeep bekeek en besnuffelde en het vervolgens door het open balkonraam in de Syl smeet, met de woorden: “ meisjes als jij, behoren niet zulke dure zeep te gebruiken”, dat tekent perfect de sociale verhoudingen van toen, begin 20ste eeuw, met nog steeds kinderarbeid!

Vader Hendrik Gerrits de Leeuw, geb. 25 febr. 1831 te Sneek, 22 jaar schippers knecht, wonend te Sneek, z.v. Gerrit Hendriks de Leeuw, koopman/schipper te Sneek, overleden, en Geertje Klazes de Jong te Sneek, huwt op 07 aug. 1853 te Sneek met Angenietje van der Stel, 21 jaar geb. 08 mei 1832 te Sneek, d.v. Jan van der Stel, blikslager, en Grietje Pieters Visser, overleden, te Sneek. Vader Hendrik is schippers knecht op één van de palinghalers van het Sneker knooppunt, voor tijdelijke opslag en sortering van paling, zoon Jan leert hier “het vak” om later knecht op een aak te worden.

Het echtpaar Hendrik Gerrits de Leeuw en Angenietje van de Stel, overlijden op resp. 08 en 06 aug. 1873, 42 en 41 jaar oud te Sneek, in het zelfde huis nr. 4, hij als schippersknecht; hun zoon Jan de Leeuw is binnen twee dagen volledig wees geworden, en nog minderjarig, en schippersknechtje op een modder skûtsje, zo komt hij in handen van “It Earmhûs” in de Bûterhoeke van Heeg.

Zoon, Huite Jans de Leeuw, *1885, als 9 jarige jongen half wees geworden, zou die zelfde weg zijn gegaan, als die van zijn vader Jan, naar “It Earmhûs fan Heech”, met alle narigheid van dien…. als zijn moeder Taedtje, niet (en dat was een wonder) op de been was gebleven. Huite wordt schippersknechtje, op het modderskûtsje van Groenhof, fan It Heidenskip, onder het zelfde stramien, als dat bij zijn vader, modder kruien en het schip trekken, en slapen tussen de soms natte zeilen in het vooronder, en dan de twee wekelijkse afrekeningen met de voogden van it Earmhûs! Alles te moeten afdragen, het hangt hem de keel uit. Huite Jans de Leeuw, pas 15 jaar, besluit een geheel nieuw leven te beginnen, hij vraagt zijn oom Pieter Luitjens Hak, ook aakschipper, om hem over te varen naar Londen, en dat gebeurd; op 18 okt. 1900 begint zijn oversteek naar Londen, na wat weken aan boord van de aken, weet hij voldoende van paling om zich te kunnen verhuren aan een visboer in Londen, en dat gaat voortreffelijk goed, later begint hij een eigen viszaak in Londen, tussen 1814-1818 trouwt Huite met een Londense vrouw. Samen krijgen ze drie dochters , maar moeder overlijdt, samen met hun kind, in haar 4de  kraam, enkele maanden later, overlijdt nog één van zijn 3 dochtertjes, zodat “Arthur Lion” overblijft met twee dochters, Amy en Greety, hier leeft hij nog voor. Ook zijn “toekomst dromen” zijn voorgoed vervlogen. In 1970 krijgt hij, voor het eerst in zijn Londons bestaan bezoek van de “overkant”, n.l. van een journalist van de Leeuw. Courant, waarna Arthur Lion, begonnen in het “London Engels”, zomaar opeens overstapt, om in perfect Fries verder te gaan, zegt dat hij nog vaak in het Fries droomt. Verteld zijn levensverhaal, en eindigt met zijn conclusie:  “Wy binne allegearre, slaef fan it tafal”.

Dochter, Grietje Jans de Leeuw, 24 jaar trouwt op 4 juni 1910 te Heeg Wymbrits., met Thijs Cornelis Huizenga, de vader van Haring Thijses Huizenga * 20 apr 1911 te Heeg. Zoon, Gerrit Jans de Leeuw, trouwt op 7 okt 1916 te Heeg Wymbrits.,met Trijntje Annes Bergsma, 22 jaar * te Heeg, woont te Stavoren d.v. Anne Lolkes Bergsma en Sibbeltje Joh. Betzema, die zaten ook in het palingvervoer.                                           FT.

 

 

 

Volgende maand deel 2, Pieter Hak

 

 

Jonkvrouwe Johanna van Ruinen

14 juli 2018

  Sub titel: een Saksische Edelvrouw, geboren in het Drentsche Ruinen of Ruynen, haar afstammelingen kwamen begin 1500 in het kielzog van Hertog Albrecht van Saksen, als “bestuurders”  naar Vrieslandt, zij zijn nu nog van belang voor veel Hegemers, die haar tot “voormoeder” hebben, stamde af van Otto I van Ruynen +/- 1090 te Ruinen […]

Lees het volledige artikel →

Heech fan Alds “Rinkje”

14 juli 2018

Heb je haar nog gekend ? wie ? die vrouw die met een mand langs de deur brood verkocht voor een bakker om wat te verdienen. Dat was voor en na de tweede wereldoorlog heel gewoon, er waren geen bijstand uitkeringen. Zij stapte een winkel binnen en vroeg aan de winkelier die een klant hielp […]

Lees het volledige artikel →

Oorlogsherinneringen

18 februari 2018

Oorlogsherinneringen van Rense Piso Rense had nog wat beleefd dat hij nooit zou vergeten, zo schreef hij: Het was in de herfst van 1944, het was toen zoo dat elk probeerde wat extra te  krijgen, want wat eten en drinken betrof langs de gewone weg, had iedereen te weinig. Ik had namelijk een zwager (Klaas […]

Lees het volledige artikel →

Douwe Jans Bies, aakschipper van Heeg

17 februari 2018

 Voorvader, van o.a. de Nauta’s, de Reyenga’s, Haringa’s, Lieuwe Zoethout en v/d Zee. Douwe Jans Bies, wordt geboren/gedoopt op 21 okt. 1790. En 1 jan 1791 als zoon van Jan Luitjes, schipper, en Hendrikje Douwes, in de vervenings “Compagnie Jubbega-Schurega” gem. Opsterland, trouwt 29 jaar oud, als schippersknecht op een Palinghaler te Sloten, met Trijntje Durks Tjessema, geb. 30-01-1799 […]

Lees het volledige artikel →

Het thuisfront van Palingaakschippers van Heeg

19 december 2017

Na mijn oproep in de dagbladen in jan. en febr. van dit jaar, kreeg ik direct daarop 2 mailtjes en een telefoontje, met rechtstreekse familie gegevens die voor zichzelf spreken! Hier het 1e mailtje van Ymke Reyinga en het telefoongesprek met Mayke Eyer. Het 2e mailtje komt nog een volgende keer, maar heeft dezelfde lading. […]

Lees het volledige artikel →

Correctie op: Hoe was het in de jaren 1950

17 juni 2017

Vanaf 1946 t/m 1950 zijn er jongens in Indonesië geweest, aldus de heer F. Attema. Van de vijftig militairen uit Heeg, waren er 10 vrijwilligers, en van de broers soms één vrijwilliger. Er zijn 18 jongens geweest uit 9 gezinnen. De broers Piet en Bouke van Veen ontbraken op het lijstje. De heer B. Zijlstra […]

Lees het volledige artikel →

Hoe ging dat in de jaren 50 in Heeg

2 mei 2017

Bij Heech fan Alds komen soms best interessante dingen binnen, zoals een aantal contact krantjes. In 1948 moesten er ook van uit Heeg dienstplichtige militairen naar Nederlands Indië om daar de orde te herstellen. Totaal zijn er van uit Heeg ongeveer 50 militairen, waarvan 16 uit 8 gezinnen, daar geweest. De R.K. parochie in Heeg […]

Lees het volledige artikel →

Uit het archief van Stichting “Heech fan alds”

23 december 2016

De luchtvaart. Gisternamiddag was het anders zoo stil en rustig dorp Heeg in rep en roer. Honderden menschen niet alleen uit Heeg, maar ook uit Hommerts, Jutrijp, Oudega, IJlst, Gaastmeer Blauwhuis, zelfs uit Tjerkwerd verdrongen elkander aan den kant van ’t Heegermeer, om een nog nooit tevoren gezien schouwspel gade te slaan. Een groot aantal […]

Lees het volledige artikel →