Tijdens de Heeg reunie op 12 september 2015, sprak ik met Sibbele Witteveen. Vroeger was zijn vader Hendrik Witteveen, boer in Lytshuizen. N.a.v. dit gesprek, stuurt hij mij deze brief over het “aaisykjen”.(uit 1963)Kees de Jong, in taljochting op dizze brief.
As jonkje fan 12 jier gie ik hielendal nei Brabân op de kostskoalle, omdat ik miskien wol pater/pryster wurde woe by de Kruisheren. Ik kaam allinnich mei de fakânsjes thús (kryst-, peaske- en grutte). Betiden wie ik wol wat ûnwennich, foaral yn e maitiid, as ik graach it lân yn woe mei al dy fûgels, sa as ljip en skries.
Betiden foel de peaskefakânsje net yn e “goede tiid” en mocht ik dus net mear aaisykje/ it lân yn: it wie dan “ferbeane tiid”. Dat die ik wol en doe kamen op in dei fanôf de Burd (oer de Swarte Brêge) de iene plysje op my ta en fanôf us pleats op Lytshuzen de oare: sa koe ik net ûntsnappe. Ik waard dus aanhalden en se fertelden my dat ik “strafbaar” wie : “U bevindt zich in zoekende houding!”. Ik joech grif ta, dat ik aan it aaisykjen wie, mar ik naam gjin aaien mei.
Plysje Tichelaar hie wol begryp foar my, mar aardich dat hy my letter noch dizze brief stjoerd hat.
Eastersee, Sibbele.
******************
Heeg, 12 februar 1963.
Aan de Heer S. Witteveen, College v.h. H. Kruis, Uden (NB).
Geachte Heer Witteveen,
‘k Wil beginnen met U dank te zeggen voor Uw leuke Friese brief van 19-1-63. Tot mijn spijt ben ik niet bij machte U ook in het Fries te beantwoorden.
Nog lijkt het niet op voorjaar en nog is de grond met sneeuw bedekt. “t Moet wel hard veranderen wil het eerste kievitsei voor 21 maart er zijn. We zullen er het beste maar van hopen.
Jammer dat U eigenlijk een week te laat met Uw vakantie kunt beginnen. Het is nl. zo, wat Uw probleem betreft ik weinig hoop heb, dat het U vergund zal worden in de verboden tijd naar eieren te zoeken. Ook al staat het voor een ieder wel vast, dat het nooit in Uw bedoeling ligt deze eieren mee te nemen. De vogelwet verbiedt het zoeken , rapen enz. In theorie is er één mogelijkheid om een vogelvergunning F te verkrijgen. Deze kan worden verleend door de minister van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen, doch alleen op de volgende gronden : In het belang van de vogelstand, de opvoeding of de wetenschap.
Nogmaals , er is dus een mogelijkheid, doch hoe jammer ik dat in Uw geval ook vind, ik geef U bij een dergelijke aanvraag geen grote kans. Het is echter de enige mogelijkheid om geheel vrijuit de door U beoefende sport, want zo mag ik het toch wel noemen, uit te oefenen.
Witteveen, ik heb dit schrijven niet in ambtelijke taal gesteld en het is ook daarom dat ik U voor alles een prettige Paasvakantie toewens. Misschien treffen we elkaar nog wel eens in de omgeving van de Idzegasterpoel.
Gaarne zou ik U als persoonlijke liefhebber van Uw hobby in deze ter willewillen zijn, doch ik ben daartoe niet bij machte.
Ik hoop U in dezen voldoende te hebben ingelicht en mocht U er toe overgaan een door mij genoemde vergunning aan te vragen, dan wens ik U veel success.
Met vriendelijke groeten,
S.Tichelaar.