15 mrt. 1941 – Het Nachtwachtboekje – 10 aug. 1941

27 januari 2016

in Verhalen

Sub titel: deel I Het boekje in Oranje Kaft van Eeuwke Terpstra, Verste Helling 7.
Bijzondere waarnemingen in een bijzondere tijd. (Ligt ook in het verzetsmuseum).
Wie was hij: Eeuwke (Feites) Terpstra, geb. 26 april 1909 zn. van Feite (Feites) Terpstra en Neeltje (Eeuwkes Boomsma) te Heeg.

Eeuwke werkte als “Algemeen Vervanger” op de Zuivelfabriek “N.V. A. Lankhorst” op Osingahuizen, werd rond 1929 ingeloot als dienstplichtig Soldaat bij de Veldartillerie in Hillegersberg bij R’dam, gedurende zijn dienstplicht werd hij overgeplaatst naar de Militaire Politie Troepen, Marechaussee/M.P., Vesting Naarden, bij zijn afzwaaien was hij Korporaal M.P. In 1935 was hij bij de Vrijwillige Landstorm, met brevet Scherpschutter. In mei van dat jaar 1935 trouwde hij met zijn buurmeisje Tietsje Tjeerds Veenstra. Op 28 aug. 1939 werd de “Algehele Mobilisatie Nederland” afgekondigd, alle 16 lichtingen moesten opkomen, dus Eeuwke per direct in Mil. Dienst, en wel in de Vesting Muiden, achter de Nieuwe Hollandse Waterlinie, als Korporaal M.P. Rond de meidagen 1940 was hij gestationeerd bij de 5e Comp. Militaire Politietroepen in de Cavalerie Kazerne aan de Sarphatistraat te A’dam, met werkterrein Schiphol, daar heeft hij de oorlogsdagen doorgebracht en bij de capitulatie in krijgsgevangenschap geraakt. De Officieren werden naar Duitsland afgevoerd. In juni 1940 gaf Hitler persoonlijk, een unieke order, om alle Nederlandse militairen onder de rang van Officier weer vrij te laten, als een soort Charme Offensief (handreiking) naar een overwonnen “Broedervolk”. De reeds afgevoerde Officieren en Manschappen mochten ook weer naar huis, mits ze een schriftelijke verklaring zouden tekenen, dat ze zich t.o.v. de Duitse bezetting zouden onthouden van elke vijandige actie. Zij die niet wilden tekenen bleven in krijgsgevangenschap in Duitsland. De rest mocht weer naar huis. Het is duidelijk dat de deuren niet per direct open gingen! Eeuwke kwam op voorspraak en door werkgarantie, van Schoonvader Tjeerd (Baukes) Veenstra, iets eerder thuis, in de zomer van 1940, hij had niet automatisch zijn baan bij Lankhorst terug, was in wezen werkeloos met een gezin met 2 dochters, hij kwam in het “los werk”, Skûtsjes laden/lossen en bij Pake in de turf enz.. Begin maart 1941 wordt hij door Auke Baas Lankhorst benaderd om weer bij hem in dienst te komen, niet overdag maar s’nachts, als Nachtwacht(er) gedurende de pas ingevoerde “Spertijd” van 22.00-04.00 uur, tussen die uren mocht niemand zich op de openbare weg bevinden zonder schriftelijke Ausweis. Eeuwke neemt het aanbod aan, is weer bij de oude baas binnen, hij schaft zich een opvallend notitieboekje aan in Oranje Kaft, en dat zegt al iets over hem, zet zijn “Naam en Adres” er ook op: “Dit boekje toebehoorende aan De Heer Eeuwke Terpstra, Helling 7 HEEG”.
In dat boekje gaat hij 4 rubrieken opschrijven: 1 (kerntaak) Fabriek: , 2 (hobby) Vliegbewegingen: (in de Lucht), 3 Bijzonderheden: (bij punt 1 en 2), 4 Het Weer: (alléén als het bijzonder is) en zo nu en dan vermeldt hij: “paserende duistere figuren”!
Na 10 augustus komt hij weer overdag in de fabriek werken als 2e Botermaker naast zijn ex buurman Jelte Koopmans die 1e botermaker is. Het wachtboekje met notities, die uitgelegd kunnen worden als spionage, wordt in een geheime bergplaats opgeborgen gedurende de verdere oorlogsjaren, tot aan de bevrijding is er niet meer ingeschreven, daarna thuis met kindertekeningen opgevrolijkt. Het boekje werd in de zwaar betonnen Boterkelder in een kleine ruimte van een leidingdoorvoer bewaard. Na de oorlog 1958 heeft hij me die ruimte laten zien, ik werkte toen bij hem als vakantiehulp.
Zoals al eerder aangegeven, is dit boekje de enige schriftelijke oorlogsbron die gevonden is, de rest is van na 1945 en beschrijft alleen zijn (N.)B.S. verleden van globaal nov. 1944 tot juni 1945. In de latere geschriften staat één zin, die luidt: “Ze vroegen me al héél vroeg in de Oorlog voor het Verzet”. Dat zal zo rond nazomer ’40- eind ’40 moeten zijn geweest, wie hem vroeg is nooit verteld. Maar het wachtboekje geeft een mogelijkheid, 10 dagen na de start als nachtwachter, staat er geschreven:
27 maart: “politie de Jong aan de fabriek van 00.30 – 02.30 (twéé uren!)
31 maart: “politie van Haren aan de Fabriek van 22.30-23.30
10 april: “Marechaussee aan de Fabriek van 24.00 – ? (Marechaussee Wie?)
25 april: “bezoek van Politie de Jong 03.15 – 04.00 (einde diensttijd en spertijd)
10 mei: “politie de Jong! Geen tijdsaanduidingen.
18 mei: “bezoek van Politie de Jong 00.30 – ?
Geen verdere vermeldingen meer, er niet geweest of niet meer opgeschreven, veiliger!
(Of waren ze daar in het geheim en in de baas zijn tijd al met ondergronds werk bezig?)
Ik geloof méér in een ander netwerk van hem: Hoog in het Verzet van Wymbritseradeel /Friesland zat een zekere Gerben Feikes Oppewal uit Oudega (W), die had o.a. twee broer Douwe en Harmen, de laatste was een zwager van Eeuwke Terpstra (de Nachtwaker).
Gerben was in Mill. Dienst MPer geweest en studeerde voor onderwijzer, aangezien dat door de crisis, van voor de oorlog, niet slaagde werd hij Politie-agent in Franeker, daar raakte hij in het verzet en moest onderduiken!
Douwe, was in Mill.dienst ook bij de MP, en huwde in Holland, hij werd daar ook Politie-agent, verhuisde later naar Groningen en zat daar ook zwaar in het verzet, in 1944 gearresteerd en afgevoerd naar Vucht, in begin 1945 daar voor het vuurpeloton gezet, door geruzie onder die “Duitse Heren”, tijdens de executies, werden de laatst overgeblevenen van de groep, w.o. Douwe, weer terug gebracht naar het kamp, en daarna afgevoerd naar Duitsland, waar hij door ondervoeding en ziekte net voor het einde van de oorlog is omgekomen.
Gerben, was een persoonlijke vriend van Johannes Post uit Drenthe, was mede uitvoerder van drie kraken, L’warder Gevangenis en twee maal het Sneker Politie Bureau, alle drie zonder 1 schot te lossen gelukt.
Eeuwke, was ook MPer en door zwager Harmen aangetrouwde familie van Gerben en Douwe. Ik denk dat Gerben, hem na zijn thuiskomst uit Krijgsgevangenschap, gevraagd heeft voor het verzet, éérst in de Knokploeg Heeg als lid van.., en eind 1944 als Pelotons commandant van de BS groep Heeg, die uit de KP leden moest worden gerekruteerd.
Deze drie hadden al jaren een netwerk met elkaar als familie.

Politie-agent Bauke de Jong zat ook in het verzet, maar wist dit, ondank 6 weken gevangenschap in de late herfst van 1943 (door verraad van een mol in Gaastmeer) in Groningen, bij de SD, tot het einde van de oorlog geheim te houden, de SD kon het niet hard maken liet hem begin jan. 1944 weer los en herstelde hem weer in zijn functie! Heeg vierde feest om zijn terugkomst, hij was woest, moest hier niets van hebben, want wat moesten de Duitsers daar wel niet uit afleiden!!!!
Maar hij kwam bij één van de laatste acties van deze groep ( 2e afdraaïng van de brug in Osingahuizen) wel gewapend met Karabijn en Diensrevolver op de voorbespreking, voorafgaande aan die actie, en waarschuwde de groep nadrukkelijk voor een ter plaatse aanwezig gevaar. Zijn positie is dan wel duidelijk maar nooit in de publiciteit gebracht.
Bauke zijn broer Sikke was Politie-agent in Scharnegoutum en hoog in het verzet op regionaal en provinciaal niveau en goed op de hoogte van het doen en laten van de SD groep Sneek.
Aan die twee heren is het te danken dat er in Heeg géén enkel slachtoffer is gevallen.

Ten slotte heeft het verzet, de gem. Wymbritseradeel “schoon”, zonder Duitsers, opgeleverd aan de bevrijders, die vrije doorgang hadden tot aan de Wellebrug. Daar is 15 en 16 april 1945 hevig gevochten door de gezamenlijke Verzetsgroepen van Wymbrits., met een groep Duitsers die gestuurd waren om de opmars van de Canadezen even op te houden om zo het vertrek van hun kopstukken naar de Vesting Holland mogelijk te kunnenmaken, niet allen zijn aan de oversteek toegekomen, de Sneker Groep SD’ers en hun maitresse en NSB-handlangers zijn op die zondagmorgen 15 april bij Osingahuizen van twee in Sneek gekaapte stoomvrachtboten afgehaald die door de brug naar Stavoren en dus Holland wilden vluchten. De brug bleef voor hen gesloten. Deze groep had net even daarvoor de Waag in Sneek opgeblazen en laten uitbranden, en de week er voor nog een aantal verzetsmensen in Gaasterland vermoord en begraven o.a. uit IJlst, rechtstreeks het gevolg van de Wapendropping in de Gouden Bodem, tussen Heeg en Woudsend, die wapen zending (zo’n 30 containers) is vanuit de Rakken met een Skûtsje vervoerd en na enkele dagen verstopt te zijn geweest aan de Fluezen uiteindelijk gelost in Gaastmeer en via Thijs Westra, door Eeuwke en zijn maat Gerrit Huiskens, onderduiker bij Gurbe en Elske van Brug op de Verste Helling, per fiets naar Helling nr. 7 gebracht en op mijn latere slaapkamer schoongemaakt en geolied, met de Duitse Patrouille-boot voor de wal, als onbedoelde bescherming, vervoerd via het binnenpad naar Osingahuizen, Sybrandy en dan naar Wiersma op de Greolshaven Pleats, later Reyinga en Folkertsma met als verdeelstation het Gemaaltje aan de Wymerts waar de wapens en munitie o.a.richting IJlst en Sneek ging, per roeiboot. Dit heeft Jurjen Homans van IJlst het leven gekost.

FT  (wordt vervolgd)