Column – Wat te doen tegen klimaatverandering?

29 januari 2016

in Verhalen

Het lijkt een uitgemaakte zaak, als het zo doorgaat met de vervuiling van het milieu, ja zelfs met de aarde als planeet is het einde in zicht. Vandaar mondiale afspraken over het klimaat (Parijs 2015), lokale initiatieven (net yn ‘e kliko; ja ik doch mei!) en aanbiedingen van duurzame producten, biologische en ecologische veeteelt, landbouw en bosbouw.
Het moderne pleidooi gaat in de richting van wind-, water- of zonprojecten (het liefst met financieel rendement). Het benutten van delfstoffen (olie, gas, (bruin)kolen) daarentegen wordt steeds meer een verwerpelijke aangelegenheid. Allerlei actiecomités laten van zich horen: plofkippen uit de schappen, eieren, vlees en vis van ‘biologische’ oorsprong, anti-intensieve veeteelt, kiloknallers de deur uit, fietspremies etc. etc. Huishoudens worden overspoeld met folders om hun huizen te isoleren, energie op te wekken met zonnepanelen en boilers, electrisch te autorijden.

De industrie is hard bezig te investeren in duurzame batterijen en robots (auto’s). Energieleveranciers reclameren met gadgets voor de afstelling van huishoudelijke apparaten, spaar- en ledlampen, spouwmuur- en vloerisolatie (meestal vanwege klantenbinding). Zijn dit echter maatregelen om de klimaatverandring te beïnvloeden of zijn het achterhoedegevechten van de toeleveringsindustrie er het beste van te maken? Het lijkt een uitgemaakte zaak, er zullen drastische maatregelen (wereldwijd) nodig zijn om de opwarming van de aarde te reduceren en de beschermende ozonlaag in stand te houden. Nederland loopt achter, naar het zich laat aanzien halen we de doelstellingen van 2020 en 2050 bij lang na niet. We steggelen over windmolens op zee of op land, dat soort politiek. Evenwel, is er eenduidigheid omtrent de juiste oplossing? Nee die is er niet. Het lijkt een spel met een uni-sono geluid, maar er blijkt meerstemmigheid.

Er zijn tal van alternatieve milieubewegingen die minder ideologisch-apocalyptisch van aard zijn dan de Greenpeace-achtige milieuactivisten. We denken bijvoorbeeld aan de ecomodernisten. Zij pleiten voor technologische oplossingen en ingrepen die stuk voor stuk taboe zijn voor de oude groenen, maar wel dezelfde uitkomsten opleveren. Het is een meer optimistische en liberale kijk op de verhouding tussen mens en natuur. Geloofd wordt in de vitaliteit van de aarde en de mens om oplossingen te zoeken met technologische hulpmiddelen. Geleidelijke afname van het gebruik van fossiele brandstoffen. Zonder deze bronnen zouden industriële ontwikkelingen in India, Afrika en andere ontwikkelingslanden niet van de grond komen. Industrialisatie, armoede en kapitaal zijn onlosmakelijk verbonden met welvaart, ontwikkeling en welzijn. Daarnaast pleit het ecomodernisme voor grootschalig gebruik van zonne-energie, waterkrachtcentrales en kernenergie. Voorstanders van deze richting verwijten de traditionele milieubeweging dat zij met hun “duurzame ontwikkeling de armoede in stand houden. Mensen die vast houden aan het idee van duurzaamheid zijn allergisch voor verandering”.

Economische groei bevordert ontwikkeling en die groei vereist grote hoeveelheden energie als aanjager van de industrie, zoals wij die in het Westen hebben doorgemaakt. Volgens deze ‘deskundigen’ moet het afgelopen zijn met de angst voor een naderend einde: er ligt een mooie toekomst voor ons, natuur en technologie zijn geen tegenstrijdige waarden. De milieubeweging heeft de natuur een sacrale waarde gegeven, waarin de mens en de techniek afgezonderd zijn, terwijl ze er deel van uitmaken en dus ingezet kunnen worden in de bestrijding van de opwarming van de aarde.

Er zijn ingrepen in het natuurlijk systeem om klimaatverandering tegen te gaan die onbekende en wellicht ongewenste gevolgen hebben, omdat we ze niet kunnen overzien en nieuwe problemen veroorzaken. Een gebrek aan kennis en begrip over onze planeet relativeert onze inzet van maatregelen, laat staan dat we de natuur zouden kunnen beheersen. Daarom is er twijfel over genetische modificatie (voedselproductie) en ingrepen in natuurlijke systemen om klimaatverandering tegen te gaan, zoals het plaatsen van spiegels in de woestijn om zonlicht terug te kaatsen, zwavel in de atmosfeer pompen om de temperatuur op aarde te laten dalen, de zee bemesten om de groei van plankton en de opname van kooldioxide te bevorderen. Wellicht gaan de modernisten te veel uit van de maakbare wereld door technische ontwikkelingen.

Behalve ecomodernisten zijn er alternatieve bewegingen als ‘Dark Mountain’ en ‘Degrowth’ die een wat defaitistischer houding aannemen in verband met klimaatverandering. We zullen deze opvattingen hier niet bespreken.

Milieuactiviste Margaret Atwood formuleert het zo: ‘Zijn we in staat om na te denken over de lange termijn, of realiseren we ons pas dat we in gevaar verkeren als het te laat is?’ (Groene Amsterdammer okt. 2015)

MJvSt