Indian Summer in the Rockies…? (3)

1 februari 2016

in Verhalen

Met de zon hoog aan de hemel en ca. 17° gaat het weer richting Rockies, waarbij we onderweg boerenbedrijven aan doen. Omdat we vlakbij gids Ricky haar thuis zijn, gaan we even langs, nee geen varkentjes bewonderen.

kniktractor

kniktractor

Op verzoek van de vrouw van het echtpaar dat boert bij Rostock in Duitsland komen we speciaal voor de kniktractor (met knikchassis, voor dubbele wielen, zeer wendbaar op geaccidenteerd terrein). Rijden naar een bizonfarm, maar de bizons staan in de bush met de kont naar ons gekeerd en gunnen ons niet een mooie foto. Gelijk hebben ze, ze zijn in het wild door pelsjagers op ruwe wijze uitgeroeid (lees Butcher’s Crossing van John Williams- schrijver van Stoner)

Vanaf Hwy 12 komen we bij de oude handelspost Rocky Mountain House op Hwy 11 die de loop van de North Saskatchewan River volgt. Landbouw grond maakt plaats voor bos in schitterende herfstkleuren en bij het Abraham Lake zitten we weer tussen de besneeuwde toppen van de Rockies.

Abraham Lake

Abraham Lake

Bij Saskatchewan River Crossing komen we op de Icefields Parkway (Hwy 93 tussen Lake Louise en Jasper) aangelegd als werkverschaffing tijdens de crisis in de jaren 30, een spectaculaire route met meren, gletsjers, watervallen en hoge bergtoppen door het hart van de Rockies.
Op de Sunwapta Pass (2035m) bivakkeert een kudde witte berggeiten, deze dieren leven alleen boven 2000m. Na de pas kom je bij het Columbia Icefield, genoemd naar Mnt Columbia 3747m, het grootste ijsveld (325km2 met een dikte van ca. 300m op 3000m) van de Rockies. Hier loopt de continentale waterscheiding, het smeltwater van de gletsjers in dit gebied voedt 3 van Canada’s grootste rivieren, die alle 3 in een andere zee uitmonden; de Columbia River in de Grote Oceaan, de Athabasca in de Noordelijke IJszee en de North Saskatchewan in de Atlantische Oceaan.

Athabasca gletsjer

Athabasca gletsjer

Een snowcoach, een spartaans voertuig van 20 ton met kolossale banden, die op ijs nog een helling van 320 aan kan, brengt ons door diepe gaten vol water en een steile helling op de Athabasca gletsjer. Niks geen verblindend uitzicht over het ijsveld met rondom hoge pieken. De zon heeft zich allang verborgen achter een dik wolkendek en een harde wind blaast je bijna omver en ijsregen striemt in je gezicht, echt cool… De Athabasca gletsjer is sinds 1844 al 1500m gekrompen en dit proces zet helaas door met meer dan een meter per jaar!!! De volgende stop is bij de Athabasca Falls, met veel power dondert het water 12 meter lager in een nauwe kloof. Over een leerpad met balustrades kom je er heel dicht bij. De vochtigheid heeft hier een dichte vegetatie met vele soorten mossen doen ontstaan.

Wapiti herten

Wapiti herten

Vlakbij Jasper zijn we getuige van een Wapitihertenpaar die elkaar begroeten, zeker op weg naar Jasper om daar de bloemperken te plunderen! Jasper is maar een sober stadje niet te vergelijken met het mondaine Banff, maar de bergwereld rondom Jasper is veel ruiger. Na een overnachting in het sobere Mnt Robsoninn voert Yellowhead Hwy 16 (genoemd naar een blonde trapper) ons naar de Yellowhead Pass (1133m) waar op een bord staat ‘Welcome in British Columbia – the best place on earth’ en moet de klok hier weer een uur terug gezet worden. Even verder ligt de hoogste top van de Canadese Rockies, Mount Robson (3954m), wij hebben weer alle geluk van de wereld… de top is in nevelen gehuld… De top is zelden te zien, de machtige berg ligt aan de westrand van de bergketen en vangt de volle laag wat betreft het weer vanaf de Grote Oceaan. In dit gebied ontspringt ook de machtige Fraser River.

We volgen Hwy 5 in de richting Kamloops en vlakbij ons overnachting adres in skiresort Sun Peaks is het raak… zit daar zowaar een beer in de berm… Dave rijdt achteruit, maar de beer rent de bush in, en dus alleen bewogen foto’s. De volgende morgen ontdekken we zowaar 2 beren, iedereen helemaal door het dolle heen, maar als de een de beren goed in het vizier heeft schreeuwt de ander ‘stukje terug’ of ‘vooruit’… met als resultaat foto’s 10x niks…

Ondanks de regen… hoezo Indian Summer… genieten we van de schitterende route (Hwy 99) met diepe afgronden naar Lillooet, vroeger het domein van de goudzoekers maar nu een indianen reservaat die veelal in de zalmfabrieken van Lillooet werkzaam zijn.

Op de route naar Whistler passeren we het Duffey Lake, waar honderden boomstammen in drijven die met lawines naar beneden zijn gekomen. Whistler op ca. 120km van Vancouver in de Coast Mountains heeft het mooiste skigebied (Olymp. Spelen 2010) van Canada. Het is een erg gezellig stadje waar je je geld wel kwijt kunt… In m’n hotelkamer ligt een infoblad over wat je wel en niet moet doen als een beer op je pad komt…

'Sea to Sky' highway

‘Sea to Sky’ highway

We rijden verder over de ‘Sea to Sky Hwy’ langs de Howe Sound naar Horseshoe Bay waar we op de ferry gaan naar Vancouver Island. Na 3 uur varen door de Strait of Georgia bereiken we Nanaimo op Vancouver Island. Het 450km lange tot 140km brede eiland heeft zowel qua natuur als cultuur veel te bieden.

muurschildering

muurschildering

Onder een strak blauwe lucht! wandelen we in Chemainus langs de prachtige muurschilderingen (zo’n 40) die de historie van de regio uitbeelden zoals o.a. locomotieven, zeilschepen en houthakkers.

Totempaal

Totempaal

In Duncan gaat tot m’n grote spijt het bezoek aan het Native Heritage Center van de Cowichan indianen niet door, het is half september al gesloten. Maar in het stadje zelf staan veel prachtige meters hoge totempalen gemaakt door indiaanse houtbewerkers, en vertelt een gids over de symbolische betekenis van de verschillende uitbeeldingen.

We bezoeken de in 1904 in een steengroeve fraai aangelegde Burchart Gardens 20km ten noorden van Victoria. Naast rozen en knoerten van dahlia’s staan er heel veel begonia’s die geven wel heel lang kleur maar ik hou er niet van.

dalia in Burchart Gardens

dalia in Burchart Gardens

De zuidoostkant van Vancouver Island heeft een aangenaam klimaat (januari gem. 50) waar ’s winters veel pensionado’s hun heil zoeken.

Victoria (300.000 inw.) de hoofdstad van BC is een gemoedelijke en sfeervolle stad met een Engelse uitstraling. We bezoeken het tegenover de binnenhaven gelegen pompeuze parlementsgebouw en kijken ook even in het deftige Empress Hotel gebouwd in 1908. De moeite waard is het British Columbia Museum over de geschiedenis van BC, de cultuur van diverse indianenstammen en diorama’s van de natuur.

Canada Place

Canada Place

Als we weer op de ferry naar het vasteland varen zien we walvissen water spuiten. We hebben nog 2 dagen voor de highlights in Vancouver. Rijden naar de Richmond Oval, de schaatshal waar Sven een extra rondje reed doen wij één rondje buitenom. Bijzonder is Canada Place, gebouwd voor Expo 1986, dat er uitziet als een groot schip met witte zeilen. Hier vanuit de Burrard Inlet vertrekken cruise schepen naar Alaska. We rijden door de wijk Gastown, in de sfeer van de pionierstijd, waar een oude stoomklok elk kwartier stoom uitblaast en een deuntje van de Big Ben speelt.

Wandelen door het grote met water omgeven Stanley Park, vanaf het 12km lange pad langs de oever kijk je op de skyline van Downtown-Vancouver. Het is het vroegere jacht- en leefgebied van de Squamish indianen, waar de Canadese ganzen en eekhoorntjes nu niks meer te vrezen hebben. Doen een rit met de Skytrain, maar zitten veel onder de grond en zien dus weinig sky! Bij Capilano Suspension Bridge ga je over een wiebelende hangbrug van 140m lang over de 80m diepe kloof van de Capilano River waar je aan de overkant over een stelsel van paden door boomtoppen van helmlocksparren kunt lopen.

Beton centrale

Beton centrale

Kijken rond in de gerenoveerde havenwijk Granville Island waar in oude loodsen ateliers en kunstwinkels gevestigd zijn en waar op de overdekte Public Market veel te zien valt. Ook de naastgelegen beton centrale past in het geheel, de tanken zijn geschilderd als kleurige mannetjes.

Op mijn balkonnetje op 14 hoog geniet ik voor het laatst van het uitzicht over de stad, haven en bergen… Canada nice place to be… noflike minsken… doch mar gewoan…

Mariet Swart