Van hier tot Tokyo… (2)

11 september 2016

in Verhalen

Het is de 5de keer dat ik een Aziatisch land bezoek, maar Japan is van een andere orde. Het is welvarend en heeft een hoge levensstandaard. Japanners zijn workaholics, gaan  gekleed naar het werk, mannen strak in het pak en vrouwen balancerend op hoge hakken. Ze maken lange dagen, je kunt n.l. niet naar huis als de baas nog aanwezig is, ook al ben je klaar met je werk.  Op vrijdagavond ben je verplicht om met je collega’s aan de boemel te gaan en komen dan vaak laveloos thuis.

De grond is duur in Japan, vanwege het bergachtige landschap kan er alleen op de vlakten aan de kust en in valleien gebouwd worden, vooral aan de zuidoostkust van Honshu liggen de steden aan elkaar geplakt. Voor een appartement van 80m2 betaal je in Tokyo 1½ miljoen dollar.

Je ziet geen afval op straat of waar dan ook, het is er super schoon. Nee, er staan ook nergens afvalbakken, de Japanner neemt z’n afval mee naar huis, kunnen wij wat van leren…!!! Japan heeft een uitstekend wegennet, veelal 4-baans, met een perfecte belijning en tig tunnels. Het valt op dat er alleen maar blinkend schone auto’s rijden zonder ook maar een beschadiging. Wel 2 keer een aanrijding gezien, zeker vergeten de kami (god) van de ‘heilige koe’ om bescherming te vragen… Naast grote auto’s zie je vooral in de steden veel kleine auto’s en allemaal van Japanse en Koreaanse makelij.

We rijden naar Nikko gelegen in Nat. Park Nikko, een gebied van bergen, bossen en watervallen, slechts 100km van Fukushima verwijderd, waar in 2011 de tsunami die volgde op de aardbeving de kerncentrale verwoestte en een dubbele ramp veroorzaakte. We rijden langs de roodgelakte Shinkyo brug, van 1636 maar al vaak gerenoveerd, waar  volgens de legende in de 8ste eeuw een priester over de ruggen van 2 slangen de overkant van de Daiya rivier bereikte en er een tempel stichtte.  Nikko is beroemd om z’n kleurrijke tempels en was vroeger een heilige plek voor boeddhisten en shintoïsten. In de 17de eeuw werd hier door 15.000 man 20 jaar aan het Tosho-gu Shrine/mausoleum gewerkt. De en machtige shogun Ieyasu Tokugawa had in zijn testament vastgelegd dat op deze plek een japanheiligdom ter nagedachtenis gebouwd moest worden. De kleurrijke pagode is versierd met de 12 tekens van de dierenriem. De stal, waar een paar uur per dag het heilige witte paard (geleverd door Nieuw-Zeeland) staat, heeft prachtig hout-snijwerk van 3 apen: horen, zien en zwijgen. Voor de tempel hangt een bronzen lantaarn geschonken door de Nederlandse VOC. Op de poort die naar de 200 treden tellende trap naar Ieyasu’s  begraafplek leidt is houtsnijwerk van een slapende kat te zien, die de boze geesten tegen moet houden… De Tokugawa dynastie voerde 2½ eeuw het bewind in Japan en kwam de economie tot bloei.

Als ik ’s morgensvroeg het gordijn opentrek is Tokyo in dikke mist gehuld, dat ziet er niet goed uit, want vandaag gaan we naar Mount Fuji, de 3776 m hoge symmetrische slapende vulkaan, hét symbool van Japan. De berg is heilig en is woonplaats van belangrijke kami. Met de bus rijden we naar het 5de station op 2305m, maar door mist en regen blijft de top in nevelen gehuld. Dus laten we wat yens rollen in de souvenirshops. Dan opeens breekt de zon door en rent iedereen naar buiten. Tussen de wolkenflarden door toont Mt Fuji z’n witte hoed en wordt er gejoeld en in de handen geklapt. Natuurlijk staat ook hier een tempeltje en besluit ik om daar de kami van japan-1de Mt Fuji te bedanken… Terug naar beneden hangt er zo’n dikke mist dat we ons lunchadres amper kunnen vinden. Met de kabelbaan naar boven voor uitzicht op de Mt Fuji kunnen we wel vergeten, jammer want de Fuji komt het best tot z’n recht vanaf een afstand. We rijden richting Hakone gelegen in een heuvelachtig gebied op resten van een ingeklapte vulkaan met hete bronnen en zwavelmeertjes. Varen met een replica piratenschip over het Ashimeer, omringd door bergen, waarbij de bus ons later weer ergens oppikt.

Bij binnenkomst in ons hotel in Hakone moeten we onze schoenen in kluisjes stallen. We  krijgen een glas sake aangeboden en een yukata (kimono). Het is de bedoeling dat we ’s avonds in de yukata gaan eten. (in Japan kun je ook gewoon in yukata over straat lopen). Het hotel heeft op de 7de etage een openluchtbad met water uit een heetwaterbron, onsen genoemd, waarin Japan grossiert. Je moet je eerst zittend wassen en je mag alleen maar in je blootje in het bloedhete heilzame zwavelhoudende water zitten of liggen, zwemmen kan niet, en voelen ons daarna herboren. Na het eten gaat een van onze dames achter de piano zitten en wordt er gedanst, het is een feestje in yukata’s, ook de Japanse gasten genieten zichtbaar.

’s Morgens weer vroeg uit de veren, want we moeten in Mishima de Shinkansen (hoge snelheidstrein) halen, omdat we enige japan-2honderden kilometers naar het noordwesten gaan, is de trein comfortabel om je te verplaatsen. We rijden met de bus met hoge snelheid (er wordt pittig gereden in Japan, en links) door de prachtige natuur met de zon hoog aan de hemel. Tussen de beboste hellingen in diverse tinten groen hebben we af en toe zicht op Mt Fuji en halen we halsbrekende toeren uit om de Fuji te fotograferen, tot de driver zegt dat we in de gordels moeten. Bij het Ashimeer met de Fuji op de achtergrond vragen we om een fotostop, we rijden de parkeerplaats op, maar mogen daar niet even 5 minuten staan zonder te betalen, regels zijn regels in Japan. We zijn dan ook niet een klein beetje pissig en hebben nu het sprookjesachtige beeld alleen maar op ons netvlies… later stoppen we alsnog, maar dan ontbreekt het meer…

Op het station van Mishima letten spoorweg beambten op of je achter de markering op de perrons blijft, want de ‘snelheidsduivels’ japan-3suizen voorbij. Je koopt een ticket met wagonnummer en stoelnummer. Op het perron zoek je het nummer waar de betreffende wagon stil houdt, veel tijd om in en uit stappen is er niet, de treinen rijden op de seconde nauwkeurig. De Shinkansen halen dik 300 km per uur, maar op het traject met 2 stops naar Nagoya halen we dit niet. Het zijn super treinen, met zeer ruime zitplaatsen en ondanks de snelheid valt het zicht naar buiten best mee. In Nagoya stappen we over in de superexpres trein naar Takayama, en worden we voorzien van een lunch box en flesje water. De treinen hebben net als in een vliegtuig een uitklapbaar plateautje waarop je je eten kwijt kunt. De trein volgt een rivier door een prachtig nauw dal. We zien dat de Japanners moestuintjes bij hun huizen hebben, en blijkbaar is het ook wasdag want overal hangt was te drogen. Op het ‘platteland’ zie je veel grote huizen, er wonen meerdere generaties in. Het is in Japan gebruikelijk dat de oudste zoon als hij trouwt in het ouderlijkhuis blijft wonen.

In Takayama wandelen we door het oude gedeelte, zien prachtige oude samoerai huizen, bezoeken een oud koopmanshuis (schoenen moeten uit) waar volkskunst en houtsnijwerk te zien is. In het Yatai Kaikan museum staan prachtige meters hoge praalwagens die 2x japan-4per jaar tijdens de festivals in april met zaaien en in oktober tijdens de oogst van de rijst door de straten worden getrokken, een traditie uit de 17de eeuw. We vervolgen onze reis met de bus naar Shirakawago een museumdorpje in een afgelegen berggebied in de Japanse Alpen. Van december tot maart valt hier erg veel sneeuw, de wind waait er altijd noord-zuid en staan de huizen allemaal in dezelfde richting. De helling van 600 van de rietgedekte daken zijn voor Japan ongebruikelijk, zo raakt het sneller regen en sneeuw kwijt en gaat het riet niet rotten. Balken en latten van het dak worden met touwen bij elkaar gehouden.

Mariet Swart (wordt vervolgd)