Het thuisfront van Palingaakschippers van Heeg

19 december 2017

in Geschiedenis van Heeg, Verhalen

Na mijn oproep in de dagbladen in jan. en febr. van dit jaar, kreeg ik direct daarop 2 mailtjes en een telefoontje, met rechtstreekse familie gegevens die voor zichzelf spreken! Hier het 1e mailtje van Ymke Reyinga en het telefoongesprek met Mayke Eyer.
Het 2e mailtje komt nog een volgende keer, maar heeft dezelfde lading.

Sent: Wednesday, February 08, 2017 12:07 PM Subject: Ielaak Lc.

Goedemorgen Feite,
Toen ik gister voor de tweede keer jouw artikel in de krant las dacht ik “daar wil ik eens op reageren”
“Mijn (onze) Pake Pieter Tjerkstra, was één van die schippers, die geregeld naar Londen voeren om daar hun lading paling af te leveren. Mijn moeder (Mem) heeft ons daar wel eens het een en ander over verteld!

Het gebeurde n.l. wel eens, dat ze aan het eind van het jaar hun lading hadden gebracht, maar dat ze niet met de aak terug konden, omdat de Theems, of hier de boel was bevroren. Hoe lang ze daar toen geweest zijn weet ik niet precies, maar je kunt je voorstellen dat dit voor het thuisfront ook verschrikkelijk was, geen radio, geen telefoon en totaal geen geld meer, het was armoede troef. Wat een toestand voor Beppe (zij was toen zwanger). Op een gegeven moment was het geld op bij Beppe, en kon ze de kinderen geen eten meer geven.

Uit bittere nood is ze toen naar de Vissers gegaan om te vragen of ze a.u.b. een paar centen voorschot kon krijgen. Dat kon niet, want “daar konden ze niet aan beginnen, Pieter moest éérst maar eens terug zijn!” Beppe, heeft toen denk ik, iets van de diaconie gekregen, maar die waren in die tijd ook niet rijk; bovendien Pake  Pieter was géén belijdend lid!

Het betrof een keer, dat ze met de aak, met Pasen in Heeg lagen. In de Geref.kerk zou de belijdenisdienst worden gehouden. Pake wilde ook graag belijdenis doen, hij had a/b het boekje gelezen,(met de zondagen, vragen en antwoorden) maar moest éérst nog voor de kerkenraad, daar werd hij afgewezen! Hij moest eerst nog maar wat in het boekje lezen. Pake is nooit meer in de kerk geweest!

Wij zijn blij, dat het tegenwoordig wat ruimer is. Maar tot slot zal ik me zelf even bekend maken. Ik ben de jongste zoon van Sybren Jetzes Reijenga en Hendrikje(Hinne) Pieters Tjerkstra.    Dit paar is op 05 juni 1920 getrouwd te Heeg/Wymbrits, ik ben hun zoon Ymke, 81  jaar en woon in Dokkum. Wij waren met 7 kinderen, 4 jongens en 3 meisjes. De beide oudsten waren meisjes, ik heb ze thuis nooit meegemaakt, ze moesten meehelpen om het huishouden van Heit/Mem draaiende te houden.

Vermoedelijk ben jij, als ik me niet vergis een zoon van Eeuwke Terpstra, als dat zo is, dan heb je een zus die Uilkje heet, die zat bij mij in de klas. Toen Teake Reyenga zijn vrouw (Jeltje) nog leefde konden we haar alles vragen, die wist de hele geschiedenis (van Heeg). Van die zeven leven Jetty (77) en ik nog.
Hopelijk, heb je iets aan dit verhaal!

Een hartelijke groet  voor jou en ook aan de familie, van Ymke Sybrens Reijenga,

Dit is een verhaal met een gouden randje, zulke verhalen leven lang bij betrokken fam. leden, en geven de feitelijke toestand en verhoudingen aan, en dan hebben we het al over 1900 tot 1931.
Toen ik enkele weken terug, met hem contact had en ik hem toestemming vroeg om dit mailtje te gebruiken, werd hij nog emotioneel, zelf nog kwaad.

Wie was Pake Pieter Tjerkstra:
Tjerkstra, Pieter Ymkes, geb. 07-02-1870 te Oosterend Henn.deel, 27 jaar Bèstfeint te Heeg, korter dan 6 mnd., wonend te Wirdum, z.v. Ymke Pieters Tjerkstra, Schipper te Wirdum, en Swaantje Sydses Bakker, hij huwt op 17-04-1897 te Heeg, met Yes Uilkes Nauta, 26 j. geb. te Heeg, d.v. Uilke Sytzes Nauta en Hendrikje Douwes Bies, wonende te Heeg, “arbeider” te Woudsend.

Geb.akten: Heeg/Wymbrits: 1898 Hendrikje Pieters (vader doet zelf aangifte), 1900 Ymke en 1902 Zwaantje, vader Bèstfeint , op reis naar Londen”, 1903 Zwaanteje II,(nog géén akte openbaar). Hun dochter Hendrikje, huwde met Sybren Jetzes Reijenga, beurtschipper van Heeg-Sneek-Leeuwarden, beurtdiensten met de bekende “Hegemerboat”, het groen/witte beurtschip lag aan de Syl, beurtschippers fungeerden als boodschappers, en als aangever/getuige bij overlijden en geboorten.

Opmerking: Pieter Ymkes Tjerkstra 1870, en Anne Bernardus Tjerkstra, geb. 1946, (ex Skipper op het Statenjacht en Skûtsjeskipper), hebben de zelfde voorouders in, Pieter Willems Tjerkstra en Yttje Annes Boschma, gehuwd op 10-08-1833 te Henn.deel.

Pieter Tjerkstra, voer vanaf 1906/07 voor Gebr. Lankhorst Heeg, na hun overname van Ielkantoar Workum, was in W.O. I (1914-1918) in Londen om op de Lêgers te passen (de handel lag toen stil). In 1930 was Pieter de informatiebron van en voor Jan Zetzema, “het boek Friese Palingaken” werd in de jaren 1930-1935 nog herkend in de Londense Docks, als de “Old Peter of the Dutch Ielships”, volgens deze auteur.

Ongeveer het zelfde werd me telefonisch verteld, door Mayke Eyer op Zaterdag 10 febr. 2017, ze belde me: Maaike de Haan Eyer, dochter van Hindrik Gooitsens Eyer, de laatste aakschipper van Heeg, 93 jaar oud en wonend te St Nyk ,die me vroeg of ik een zoon van Ytzen (Feites) Terpstra was, die had ze n.l. goed gekend ,(Ytzen zat in die tijd in Londen op de Lêgers) ik zei haar dat ik een zoon van, Ytzen’s oudere broer Eeuwke was, ook die kende ze nog, die was met een dochter van Veenstra van de Helling getrouwd, en dat was zo, ze kwam terug op Ytzen, noemde hem een “Dandy”, en laat dat nu precies het zelfde woord, zijn, zoals als mijn oudste zus Uilkje hem ook (be)noemt!

Maaike had haar jeugd in Heeg doorgebracht, vond het een heel mooi herkenbaar stukje in de LC. Het was voor het gezin, inderdaad een rottijd, vader veel weg, de laatste jaren voor de oorlog WO II zat hij als enigste nog op de lêger “Maria” in Londen, die was geheel verrot, en de stalen motorboot de Thames , hij kreeg opdracht ze te verkopen als brandhout en schroot, lees sloop, en keerde net voor de oorlog (eind1938) terug uit Londen, een lege Mooring op de Theems achterlatend, het eind van een geschiedenis van ruim 500 jaar Nederlandse palingvaart op Londen, en 200 jaar Friese aanwezigheid daar aan die Mooring, in de Thames.

Ook Maaike kende het geldgebrek door afwezigheid van vader, de gage werd uitbetaald aan hem, niet aan het gezin.

De volgen keer, gaat het over: Uilke Sytzes Nauta en Hendrikje Douwes Bies, en vooral over Douwe Jans Bies, hun schoonvader en vader, niet alleen de voorvader van de fam. Douwe Harings Nauta, getrouwd met Antje Gerkes Haringa , overleden, en hun kinderen en kleinkinderen , w.o. mijn schoondochter Anita, die nu nog in Heeg wonen, maar dus ook de voorvader van Ymke en de Reyenga’s van Heeg.

FT