Sub titel: schippers te Heeg; Jan geh. met Taedtje, Anne geh. met Trijntje en Taedtje, en Pieter met hun zus Akke Huites van der Werf, alle drie te Heeg geboren en getrouwd.
Jan Hendriks de Leeuw, geb. 11 juni 1856 te Sneek, 23 jaar skûtsjeschipper te Heeg, z.v. Hendrik de Leeuw , koopman/schipper en Angenietje van der Stel, te Sneek, huwt op 15 mei 1880 te Heeg/Sneek Wymbr., in 1e huw. met Taedje Huites van der Werf, 21 jaar, geb. 01 april 1859 te Heeg, d.v. Huite Durks van der Werf, kuiper, en Anneke Taedes Visserman te Heeg, (Taedtje in 2e huw. getrouwd met Anne Durks F(V)ortuin). Jan Hendriks de Leeuw, komt heel jong als schippersknechtje op een modderskûtsje, als wees van 17 jaar komt hij in 1873 in “it Earmhûs fan Heech” terecht, daar moeten alle verdiensten afgedragen worden aan de “Vader” van dat Armenhuis, voor hem bleef over het modder kruien en het skûtsje trekken, dag in dag uit. Hij ontvlucht het Earmhûs rond zijn 18de, door aan te monsteren als kok/matroos op een palingaak van Heeg, de greep van “It Earmhûs” op hem, verslapt en verdwijnt, hij heeft dit tot zijn trouwen in 1880 gedaan, hij kon daarna met zijn spaarcenten “zijn droom” waarmaken, door een modderskûtsje te “kopen”, n.l. de groen geverfde “Hoop op Zegen”, Jan en zijn Taedtje worden schippers op hun eigen skûtsje, maar het wordt geen zegen…, eerder een ramp!
Geb. akten Wymbrits. te Heeg: Angenietje 12 mrt.1881, al vlug overleden; 02 sept. 1882 Hendrik, overleden 1888, 5 jaar oud; 03 dec. 1883 Anneke, overl. 1888, 4 jaar oud; 22 febr. 1885 Huite; 06 mei 1886 Grietje; 14 okt. 1887 Gerrit; 22 febr. 1890 Hendrik, overleden 1893, 3 jaar oud; 15 apr. 1891 Dirk (Durk), overl. 1893, 2 jaar oud; 30 jan. 1893 Jan, overl. 1893, 6 mnd. oud.
Rond 1894 wordt vader Jan Hendriks ziek, erg ziek, en wordt weer opgenomen, in dat door hem zo verafschuwde “Earmhûs” te Heeg, waar hij op 09 okt 1894 om 00.30 uur overlijdt, 37 jaar jong, zijn Taedtje, 35 jaar, is dan weduwe, afgebeuld door werk en zorgen, met nog maar 3 van haar 9 kinderen in leven.
Jan Hendriks, is van 1880 tot 1894 skûtsjeskipper te Heeg, doet in alle gevallen zelf de geboorte aangiftes; behalve in april 1891 (de aangifte wordt gedaan door Douwe Uilkes Nauta, geb. 1863, schippersknecht te Heeg). Hijzelf is afwezig wegens het uitzitten van een gevangenis straf, aldus die aangifte. Hij doet zo nu en dan naast zijn eigen werk, ook nog wel eens een reisje naar Londen, zo blijkt uit het volgende verhaal.
Jan Hendriks de Leeuw, was een overgrootvader van Eelkje Lopik Huizenga, uit Heeg, die vertelde, dat Anneke Taedes Visserman, zie eerder, een paar jaar in Londen heeft gediend als dienstmeisje, ook door contacten via en met de Palingaken. Eelkje schrijft in haar mail nog het volgende: ”Haar beppe Grietje Jans de Leeuw *1878, was als meisje, dienstmeid bij de Vissers op de Syl, (die woonden in de ex huisartsenpraktijk van Huisman), vader Jan de Leeuw, had voor de verjaardag van zijn dochter Grietje, een klein stukje (geparfumeerd?) lekker ruikende Engelse zeep meegenomen van zijn reis naar Londen, Grietje liet het haar mevrouw Visser zien, die het stukje zeep bekeek en besnuffelde en het vervolgens door het open balkonraam in de Syl smeet, met de woorden: “ meisjes als jij, behoren niet zulke dure zeep te gebruiken”, dat tekent perfect de sociale verhoudingen van toen, begin 20ste eeuw, met nog steeds kinderarbeid!
Vader Hendrik Gerrits de Leeuw, geb. 25 febr. 1831 te Sneek, 22 jaar schippers knecht, wonend te Sneek, z.v. Gerrit Hendriks de Leeuw, koopman/schipper te Sneek, overleden, en Geertje Klazes de Jong te Sneek, huwt op 07 aug. 1853 te Sneek met Angenietje van der Stel, 21 jaar geb. 08 mei 1832 te Sneek, d.v. Jan van der Stel, blikslager, en Grietje Pieters Visser, overleden, te Sneek. Vader Hendrik is schippers knecht op één van de palinghalers van het Sneker knooppunt, voor tijdelijke opslag en sortering van paling, zoon Jan leert hier “het vak” om later knecht op een aak te worden.
Het echtpaar Hendrik Gerrits de Leeuw en Angenietje van de Stel, overlijden op resp. 08 en 06 aug. 1873, 42 en 41 jaar oud te Sneek, in het zelfde huis nr. 4, hij als schippersknecht; hun zoon Jan de Leeuw is binnen twee dagen volledig wees geworden, en nog minderjarig, en schippersknechtje op een modder skûtsje, zo komt hij in handen van “It Earmhûs” in de Bûterhoeke van Heeg.
Zoon, Huite Jans de Leeuw, *1885, als 9 jarige jongen half wees geworden, zou die zelfde weg zijn gegaan, als die van zijn vader Jan, naar “It Earmhûs fan Heech”, met alle narigheid van dien…. als zijn moeder Taedtje, niet (en dat was een wonder) op de been was gebleven. Huite wordt schippersknechtje, op het modderskûtsje van Groenhof, fan It Heidenskip, onder het zelfde stramien, als dat bij zijn vader, modder kruien en het schip trekken, en slapen tussen de soms natte zeilen in het vooronder, en dan de twee wekelijkse afrekeningen met de voogden van it Earmhûs! Alles te moeten afdragen, het hangt hem de keel uit. Huite Jans de Leeuw, pas 15 jaar, besluit een geheel nieuw leven te beginnen, hij vraagt zijn oom Pieter Luitjens Hak, ook aakschipper, om hem over te varen naar Londen, en dat gebeurd; op 18 okt. 1900 begint zijn oversteek naar Londen, na wat weken aan boord van de aken, weet hij voldoende van paling om zich te kunnen verhuren aan een visboer in Londen, en dat gaat voortreffelijk goed, later begint hij een eigen viszaak in Londen, tussen 1814-1818 trouwt Huite met een Londense vrouw. Samen krijgen ze drie dochters , maar moeder overlijdt, samen met hun kind, in haar 4de kraam, enkele maanden later, overlijdt nog één van zijn 3 dochtertjes, zodat “Arthur Lion” overblijft met twee dochters, Amy en Greety, hier leeft hij nog voor. Ook zijn “toekomst dromen” zijn voorgoed vervlogen. In 1970 krijgt hij, voor het eerst in zijn Londons bestaan bezoek van de “overkant”, n.l. van een journalist van de Leeuw. Courant, waarna Arthur Lion, begonnen in het “London Engels”, zomaar opeens overstapt, om in perfect Fries verder te gaan, zegt dat hij nog vaak in het Fries droomt. Verteld zijn levensverhaal, en eindigt met zijn conclusie: “Wy binne allegearre, slaef fan it tafal”.
Dochter, Grietje Jans de Leeuw, 24 jaar trouwt op 4 juni 1910 te Heeg Wymbrits., met Thijs Cornelis Huizenga, de vader van Haring Thijses Huizenga * 20 apr 1911 te Heeg. Zoon, Gerrit Jans de Leeuw, trouwt op 7 okt 1916 te Heeg Wymbrits.,met Trijntje Annes Bergsma, 22 jaar * te Heeg, woont te Stavoren d.v. Anne Lolkes Bergsma en Sibbeltje Joh. Betzema, die zaten ook in het palingvervoer. FT.
Volgende maand deel 2, Pieter Hak